is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Cornelius
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Cornelius
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Cornelius
Deze vaststelling was geldig van tot
Vermoedelijk werd een eerste kerkje, toegewijd aan Sint-Denijs, opgericht door Karolingische vorsten op hun domein 'Haleftra' voor de bewoners van de kouters op de hoogterug (meer dan 20 meter). Van deze oude kerk, teruggaand tot de 9de eeuw zijn geen bouwhistorische gegevens bekend. Na de geuzenberoerten werd de kerk toegewijd aan de toen erg populaire Sint-Cornelius.
De kerk werd volledig heropgebouwd eind 15de en eerste helft van de 16de eeuw. Enkel de zuidelijke transeptarm, opgetrokken uit veldsteen, laat nog een oude kern uit de 13de eeuw vermoeden. Hoogkoor, Onze-Lieve-Vrouwekoor en Sint-Corneliuskoor in laatgotische stijl dateren uit begin 16de eeuw, kort erna werd de bouw van de zijbeuken aangevat.
Vernieling tijdens de godsdiensttroebelen eind 16de eeuw, circa 1590, gevolgd door restauratie en wederopbouw in de loop van het eerste kwart van de 17de eeuw. De nieuwe toren (oude toren werd gesloopt) op de noordelijke transeptarm werd vermoedelijk afgewerkt in 1655 (zie jaartal eertijds aangebracht op de toren). In 1783-1789 uitbreiding van de kerk door herstelling van Onze-Lieve-Vrouw-zijbeuk. De drie beuken werden onder één groot zadeldak gebracht.
In 1901-1903 werd de kerk onder leiding van architect J. Goethals vergroot met twee traveeën met een nieuwe westgevel en doopkapel, voorzien van neogotisch maaswerk in de vensters en steunberen, de beuken en koren werden opnieuw voorzien van afzonderlijke daken. Ook de toren werd met één verdieping verhoogd. Na de oorlogsschade werd de toren heropgebouwd, zie opschrift "DESTRUCTA 1918 REFECTA 1921".
Heden laatgotische kerk met uitbreiding in aangepaste stijl; opgetrokken uit bak- en zandsteen. Alleen de natuurstenen gevel van de zuidelijke transeptarm kan opklimmen tot de 12de-13de eeuw. Van de 16de-eeuwse kerk resten muren van bak- en zandsteen aan koor en aan de zuidelijke zijbeuk.
De plattegrond ontvouwt een driebeukig basilicaal schip van zes traveeën met polygonale zuidelijke doopkapel, een niet uitspringend transept met vierhoekige toren aan het einde van de noordelijke transeptarm en een rond traptorentje, drie koren: het centrale met vijfzijdige sluiting en de andere met driezijdige sluiting en één vlak afgesloten met aansluitend de sacristie.
Vooruitspringende middenpartij met hoge neogotische westelijke puntgevel met spitsboogportaal en hoog tweeledig spitsboograam, geflankeerd door puntgevels van de zijbeuken en een rond traptorentje.
Traveeën van de zijbeuken, afgebakend door lisenen, uitlopend in puntgeveltjes en verlicht door spitsboogvensters. De zuidelijke zijgevel vertoont nog sporen van het oude metselwerk uit verschillende bouwfasen, voornamelijk uit de 16de eeuw, onder meer een gedicht laatgotisch korfboogdeurtje. De noordelijke zijgevel dateert uit de 18de eeuw; de zandstenen vensteromlijstingen werden aangebracht bij de restauratiewerken in 1903 en een tweede toegangsdeur werd voorzien. Vier taferelen uit het leven van de Heilige Cornelius werden in 1942 op de zijgevels geplaatst.
De oorspronkelijke toren was een kruisingstoren; circa 1655 werd een nieuwe toren gebouwd boven de noordelijke transeptarm. Vierkante toren van baksteen, afgekante hoeken afgelijnd met zandstenen hoekblokken. Onderbouw van de toren uit de 17de eeuw, met één verdieping verhoogd in 1903. Cartouche op de noordelijke gevel, voorheen met jaartal 1655. In geleding erboven spitsboogramen en daarboven dito galmgaten, bekroond met ingesnoerde naaldspits.
Drie even hoge en brede koren onder drie zadeldaken met drieledige spitsboogvensters. Bij de restauratie van 1903 hersteld volgens laatgotisch model.
Grondig gerestaureerd of heropgebouwd in neogotische stijl in 1903. Drie beuken van zes traveeën worden gescheiden door spitsbogen op ronde arduinen zuilen (vernieuwd) met knopkapitelen en overkluisd met bakstenen kruisribgewelven. Koorpartij met houten tongewelven. In 1967 werd het kerkinterieur witgeschilderd.
Bron: LANCLUS K. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kanton Nevele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aannemer Leonard Verstraete uit Rumbeke voerde de bouwwerken van de vergroting van de kerk in 1903 uit.
Op de kabinetskaart van de Ferraris wordt de kerk omgeven door een ommuurd kerkhof. Inmiddels werd het kerkhof ontruimd. De lage, bakstenen omheiningsmuur bleef bewaard en de geplaveide kerkhofweg rondom de kerk herinnert aan de dimensie van de vroegere begraafplaats. Tegen de noordgevel liggen 18de- en 19de-eeuwse grafstenen. Naast de kerk bevindt zich een monument voor de militaire en burgerlijke slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog.
Is deel van
Markt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Cornelius [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/34645 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.