is aangeduid als beschermd monument Paleis Margaretha van York
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Paleis Margaretha van York
Deze vaststelling is geldig sinds
Voormalig Paleis van Margareta van York, heden Stadsschouwburg.
Oorspronkelijk stond op deze plaats het zogenaamde "Hof van Kamerijk" gebouwd door Antonis Keldermans (?) en verblijfplaats van bisschop Jan van Bourgondië. In 1477 verkocht aan Margareta van York, weduwe van Karel de Stoute.
Complex vergroot met onder meer een ontvangstzaal (zijde Keizerstraat) en uitgestrekte hovingen reikend tot aan de Blokstraat, dit dankzij subsidies van de stad en de aankoop van een reeks huizen in de Keizerstraat. In 1487 kocht de stad het paleis en schonk het aan Maximiliaan van Oostenrijk en diens zoon Philips de Schone. Stadsrekeningen tussen 1486 en 1516 vermelden aanzienlijke uitgaven ter verfraaiing van het paleis, dat ook "Keizershof" genaamd wordt. Van 1501 tot 1516 paleis bewoond door Filips' kinderen: Eleonora, Isabella, Maria en Karel; nadien verblijfplaats van Charles de Mouchet, doctor in de rechten, en in het vierde kwart van de 16de eeuw toevluchtsoord van de begijnen. In 1602 eigendom van de Aartshertogen Albrecht en Isabella die het in 1611 afstonden aan de jezuïeten om het tot klooster en college om te vormen. De voormalige ontvangstzaal werd aangepast en als toneelzaal ingericht; het oorspronkelijke Hof van Kamerijk afgebroken. In 1633 werd aanleunend ten noorden de kapel Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen gebouwd, ter uitbreiding van een oudere kapel van 1611, ingericht in de voormalige keizerlijke keukens (afgebroken in het vierde kwart van de 17de eeuw). Na de afschaffing van de jezuïetenorde in 1773 werden de voormalige ontvangstzaal en Sodaliteitskapel respectievelijk in 1775 en 1777 ter beschikking gesteld van de Academie der Beeldende Kunsten; kapel daartoe in 1784 voorzien van een tussenvloer. Na het vertrek van de Academie in 1811 bleef de ontvangstzaal haar functie van toneelzaal behouden met inlijving van de kapel.
Brabants-gotisch gebouw opgetrokken circa 1480 en gerestaureerd in 1893 (zie gevelsteen). Twee bouwlagen en tien traveeën onder een gecombineerde zadelbedaking (nok parallel aan de straat, leien) met vier getrapte dakvensters. Een gravure van R. Blokhuyse uit Sanderus' "Chorographia sacra Brabantiae" (1727) toont een gebouw met straatgevel verlicht door bol-, klooster- en kruiskozijnen, met uiterst rechts een aanbouw met toegangsdeur en ten zuidwesten een flankerende octogonale traptoren onder piramidale bekroning; drie geledingen aangegeven door waterlijsten en verlicht door middel van kleine getraliede vierkante venstertjes.
Volgens archieffoto's van voor 1893 onderging het gebouw een wijziging in de gevelordonnantie, namelijk behoud van slechts twee traveeën en weglating van dakkapellen. Tijdens de grondige restauratie van in- en exterieur in 1893 werd het gebouw grosso modo volgens het oorspronkelijk uitzicht (zie Sanderus) gereconstrueerd met natuursteen, naast bewaarde resten van het zandstenen parement.
Tweeledige gevel belijnd door de puilijst; afgeschuinde sokkel met kelderdeur. Vernieuwde muuropeningen, rechteraanbouw op begane grond gesupprimeerd, toevoeging van deur respectievelijk in de vierde en negende travee en reconstructie van dakkapellen. Toegevoegd rechthoekig deurtje in de traptoren en gevelsteen met vermelding: "Margareta van York. weduwe van Karel den Stoute. richtte in 1480 dit gebouw op. Philip de Schoone verbleef er 10 jaren. Keizer Karel en zijne zusters Eleonora, Isabella en Maria werden er opgevoed. 't Stadsbestuur herstelde het in 1893". Links, dubbele zijtrapgevels grotendeels verscholen achter de bakstenen aanbouw, tussen 1912 en 1920 (zie foto's) opgetrokken, onder plat dak: brede natuurstenen travee aan de straatzijde met zijgevel van vier bouwlagen en drie traveeën horizontaal geleed door zware getrapte druiplijsten, en voorzien van getoogde vensters in een vlakke omlijsting. Tudorboogvormige ingangspoort van circa 1925. Samenstel van drie rechterzijtrapgevels van bak- en natuursteen, met bolkozijnen en middelste trapgevel met spaarveld onder spitsboogfries.
Interieur schouwburgzaal (uit het vierde kwart van de 19de eeuw): rechthoekige plattegrond; beneden: parterre met omlopende wandelgang; balkon: middenpartij met rijen klimmende zitplaatsen, links en rechts loges, balkonleuning verrijkt door sierlijk neorococostucwerk met schelp- en rocaillemotieven; gelijkaardige stucversiering op het plafond.
Opgericht in 1633; vanaf 1677 de zogenaamde "Sodaliteitskapel". Sober eenbeukig traditioneel bak- en zandstenen gebouw onder zadeldak (nok parallel aan de straat, leien). Voortuitgevel met aandak; twee traveeën en aangepaste getoogde vensters met gedeeltelijk behouden dagkanten; oculus in top. Begane grond met rondboogdeur in vlakke beschilderde omlijsting, voorzien van kwarthol beloop, imposten en sluitsteen. Houten deur en bovenlicht met initialen MAR (?) tussen gesculpteerd rankwerk onder kroon.
Zichtbare linkerzijgevel van vijf traveeën, geritmeerd door steunberen waartussen getoogde vensters.
Interieur: door tussenvloer opgesplitst: gelijkvloerse vestiaire en marmeren trap leidend naar de verbruikzaal op de bovenverdieping, oorspronkelijk tongewelf en muurpanelen met rocaillestucversiering.
Bron: EEMAN M., KENNES H. & MONDELAERS L. 1984: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Mechelen, Binnenstad, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 9n, Brussel - Gent.
Auteurs: Eeman, Michèle; Mondelaers, Lydie; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Keizerstraat
Is gerelateerd aan
Zwartzustervest
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Paleis Margaretha van York [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/3467 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.