Voormalig Sint-Julianusgasthuis of Passantengodshuis, heden Evangelische kerk. Gesticht in 1293 om passanten of pelgrims op hun doorreis te herbergen. Aanvankelijk eigendom van het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen, sinds 1856 stadseigendom.
Van 1763 tot 1786 herstellingen, onder meer aan de bedaking. Begin 19de eeuw ingericht als gevangenis, in 1820 als infirmerie van het garnizoen; kapel sinds 1844 bediend door de Anglicaanse kerk.
Het oorspronkelijke gasthuis omvatte drie vleugels U-vormig ingeplant rondom een rechthoekige binnenplaats: ten noorden en parallel aan de straat de kapel met ernaast de toegangspoort; ten oosten en haaks op de kapel: het vrouwen- en mannenkwartier (gesloopt in 1975); ten westen de portierswoning met puntgevel aan straatzijde (heden nummer 26 en volledig heropgebouwd).
Heden rest enkel nog de kapel die in kern opklimt tot eind 13de eeuw en in de loop der eeuwen een aantal aanpassingen onderging. Sober éénbeukig gotisch gebouw onder zadeldak (nok parallel aan de straat, leien) met vernieuwde dakkapel. Zandstenen gevel op lage sokkel, aan straatzijde; twee traveeën met spitsboogvensters, voorzien van afgeschuinde dagkanten en afzaat; aangepaste drieledige tracering, ijzeren harnas en gekleurd glas in lood.
Op de begane grond, in de as opnieuw gevoegd metselverband en bouwnaden (gedicht toegangsspoortje?); links een verbouwde korfboogvormige deur.
Bakstenen achtergevel met drie gedichte spitsbogen, heden verdoken achter de nieuwe bouw van het Gerechtshof. Linkerboog met rechthoekige muuropening; rechts twee gekoppelde spitsbogen op verweerde zandstenen zuil met sokkel en kapiteel, eertijds als verbinding met het aansluitende mannen- en vrouwenkwartier (sporen van gebint en aanzet haakse bedaking).
Gedeeltelijk zichtbare zijpuntgevels: links van baksteen, met aandak; rechts bepleisterd.
Interieur. Behouden stucplafond uit de tweede helft van de 18de eeuw; voorts volledig aangepast in 1965 en 1975, namelijk bepleisterd en witgeschilderd met gedeeltelijk houten wandbekleding.
Naar verluidt: bewaard 15de- of 16de-eeuws dakgebint.
Ernaast (deel van nummer 28): vernieuwde bakstenen muur met behouden arduinen (hergebruikte?) rondboogvormige poortomlijsting uit de eerste helft van de 19de eeuw: kwarthol geprofileerd beloop op imposten en neuten, voorzien van sluitsteen en gevat in een rechthoekige omlijsting onder gestrekte druiplijst.
- STADSARCHIEF MECHELEN, C 7249: Plattegrond van het St.-Julianusgasthuis (of Passantengasthuis) in de Keizerstraat, gekleurde pentekening op papier (begin 19de-eeuw).
- VANDENBERGHE ST., Het St.-Julianusgasthuis of Passantengodshuis, in Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, deel 83. 1979, p. 86-114.