Teksten van Romp van de Teerlingmolen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/34775

Romp van de Teerlingmolen ()

Romp van een stenen grondzeiler, Teerlingmolen genaamd, rond 1854 opgetrokken als oliewindmolen, ter vervanging van een houten staakmolen. In 1882 werd tegen de molen een aanbouw gerealiseerd voor een stoommachine.

Historiek

Op één van de hoogste punten van Aalter stond in 1777 een houten staakmolen, die als oliemolen was bedoeld. Deze molen was gekend als de Teerlingmolen. In de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw woonde en werkte de molenaarsfamilie De Smet op de molen. In 1833-1834 had deze familie de molen aangekocht.

In 1854 werd de houten staakmolen vervangen door een stenen windmolen op dezelfde plaats. Deze molen stond op een lage molenberg. Het gevlucht was ongeveer 24 meter.

In 1882 werd een stoommachine in gebruik genomen. Het uitzicht van de molen wijzigde toen drastisch: de wieken en kap werden weggenomen, de molenromp kreeg een nieuwe kap, er werd een stenen bijgebouw tegen de romp aangebouwd met een aanpalende hoge schoorsteen voor de stoommachine. De stoommolen diende als graanmolen. Vanaf 1924 werd de Teerlingmolen gebruikt als magazijn.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de molenromp gebruikt als uitkijktoren. Uit deze periode dateren de observatie- of schietopeningen ter hoogte van de vroegere raamopeningen.

In 1965 werd de molenromp ingericht tot uitkijktoren naar ontwerp van architect A.E. Cocquyt. Na de instorting van de meelzolder in 1968, waarbij een dodelijk slachtoffer viel, bleef de molen voor het publiek gesloten. De 19de-eeuwse molenaarswoning en bijgebouwen ten noorden van de molen werden rond 2005 afgebroken bij de bouw van appartementsblokken.

Beschrijving

Bakstenen molenromp van een stenen grondzeiler, waartegen aan noordelijke zijde een bakstenen bijgebouw onder lessenaarsdak is opgetrokken voor het onderbrengen van een mechanische maalderij met stoommachine. De molen was opgetrokken op een lage molenberg en had oorspronkelijk twee poorten op het gelijkvloers. De oorspronkelijke rondboogvensters, vier op de eerste zolder en vier op de tweede zolder, geschrankt ten opzichte van elkaar geplaatst, met de verzorgde detaillering van de rollagen kunnen nog afgelezen worden. Sommige vensteropeningen zijn omgevormd tot rechthoekige observatie- of schietopeningen (Tweede Wereldoorlog). Bovenaan de molen is een bakstenen uitkijkpost ingericht, dat afgedekt werd met beton.

Op het gelijkvloers staat een maalstoel met steenkoppel, die via onderaandrijving werd aangedreven door een horizontale as die op haar beurt via riemen kon worden aangedreven door een elektromotor. Deze elektromotor kon via de horizontale as ook het luiwerk op de eerste zolder aansturen, via een touw over een houten katrol. Er was een lichtsysteem onder de maalstoel gemonteerd, waardoor de positie van de stenen bijgesteld kon worden. Op de maalstoel is een galg gemonteerd.

Op het gelijkvloers is ook de kollergang met twee grote arduinen pletstenen met een diameter van 2,4 meter op een groot doodsbed in baksteenmetselwerk grotendeels bewaard. Het grote kamwiel dat ingreep in een kamwiel op de koning zorgde voor de aandrijving van de kollergang.

  • Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002270, Oliewindmolen Warande (DE SCHEPPER J. 2004).
  • LANCLUS K. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kanton Nevele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n1, Brussel - Turnhout.
  • OKKERSE S. 2015: Teerlingmolen, onuitgegeven beheersplan.

Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Lanclus, Kathleen; De Schepper, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Romp van de Teerlingmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359012 (geraadpleegd op ).


Windmolen De Teerlingmolen ()

De Teerlingmolen zou rond 1780 opgetrokken zijn als oliemolen. In 1882 werd een stoommachine in gebruik genomen en in 1924 werden de kap en het gevlucht verwijderd. De ten noorden gesitueerde molenaarswoning is niet langer bewaard.

Teerlingmolen

De Teerlingmolen zou rond 1780 zijn opgetrokken. In 1830 was Ignace Gernaeye uit Ruiselede eigenaar. In 1862 ging het eigendomsrecht naar Ferdinand De Smet-De Roo, net zoals zijn voorganger, olieslager. In 1882 werd een stoommachine in gebruik genomen en in 1924 werd de olieslagerij verwijderd, op de kollergang na, die nog steeds in de molen staat. Rond 1924 werden kap en gevlucht verwijderd en werd de kuip afgeknot. De nakomelingen van De Smet bleven eigenaars tot in 1955. De molen ging dan toebehoren aan Oscar Van Wonterghem-Danneels. Dit bedrijf blijkt uitsluitend olieslagerij te zijn geweest. Omstreeks 1955 werd op de molen een bizarre constructie opgetrokken om er een uitkijktoren in te richten. Deze bestemming is van korte duur geweest. In 1968 begaf een vloerbalk onder een molensteen, waarbij een bezoeker werd gedood. Hierop werd de molentoren gesloten voor het publiek. Tegen de molen werd een bedrijfsgebouw met zadeldak opgetrokken. Hierin zou de stoommachine gestaan hebben. Op de benedenverdieping staat ook nog een maalstoel.

Inrichting

Binnenin bleef de volgende inrichting bewaard:

  • Kollergang met houten verticale as en groot doodbed in baksteenmetselwerk. Hoge kantelstenen. Ligger voorzien van opstaande ijzeren wand. IJzeren slepers of aanstrijkers nog aanwezig.
  • Kleine houten maalstoel met gietijzeren raderwerk. Volledig houten toebehoren inclusief de goot voor het aanvullen van de graankaar.
  • Lichtsysteem met ijzeren hefbomen en zwengeltje.
  • Houten galg met hoepelstukken in rond gesmeed ijzer
  • Aandrijving met elektrische motor en ‘démarreur’ of rheostaat
  • Traditioneel luiwerk

Molenaarswoning

Ten noorden van de romp bevond zich minstens tot 2002 een molenaarswoning van acht traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op straat), daterend uit tweede helft 19de eeuw. Circa 2006 was het gebouw gesloopt en werd een appartementsgebouw op het perceel opgericht.

De dienstgebouwtjes die zich ten noorden en zuidoosten van het woonhuis bevonden, werden eveneens gesloopt.

  • Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002270, Oliewindmolen Warande (DE SCHEPPER J., 2004)
  • LANCLUS K. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kanton Nevele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N1, Brussel - Turnhout.
  • Geoportaal Onroerend Erfgoed, Orthofoto’s 2002, 2006, Weibroekdreef 8-12, zonder nummer, Aalter [online], https://geo.onroerenderfgoed.be (geraadpleegd op 20 januari 2016).

Auteurs:  Lanclus, Kathleen; De Schepper, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Romp van de Teerlingmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/172050 (geraadpleegd op ).


Oliewindmolen De Teerlingmolen ()

Stenen oliewindmolen met molenaarshuis en dienstgebouwen. Circa 1780 gebouwd in de Warande, één der hoogste punten van de gemeente. De oorspronkelijk houten oliemolen werd in 1853 vervangen door een stenen windmolen. In 1882 werden na de plaatsing van een stoommachine de kap en de wieken verwijderd. In 1965 door de plaatselijke VTB afdeling ingericht tot uitkijktoren naar ontwerp van architect A.E. Cocquyt. Na de instorting van de meelzolder in 1968 voor het publiek gesloten.

Stenen grondzeiler met enkel nog bewaarde romp. Op begane grond nog een kollergang en een maalstoel.

Aanbouwsel onder lessenaarsdak waarin eertijds de stoommachine stond.

Molenaarshuis van acht traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op straat); daterend uit tweede helft 19de eeuw. Bakstenen lijstgevel met rechthoekige deur en vensters met witte luiken. Eenvoudig aflijnend hoofdgestel met muurankers.

Ten noorden en zuidoosten van het woonhuis, dienstgebouwtjes.

  • STOCKMAN L. 1979: Geschiedenis van Aalter, Aalter, 394, 553.

Bron: LANCLUS K. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kanton Nevele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Romp van de Teerlingmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/34775 (geraadpleegd op ).