Eertijds foncier van de gelijknamige heerlijkheid. De oudst bekende bezitter in de 15de eeuw is Daniel Van Hecke. De heerlijkheid van Voormezele had een baljuw en zeven schepenen en hing af van de heerlijkheid Voormezele bij Ieper. Vroeger "omwald", nu nog aan de noord- en westzijde behouden walgracht. Heden toegankelijk via blauw-witgeschilderd ijzeren hek.
Ten westen, boerenhuis vermoedelijk uit de 18de eeuw, bestaande uit samenstel van laag- en hooghuis van respectievelijk acht en drie traveeën en één en twee bouwlagen onder zadeldaken (pannen, nok parallel aan de straat) met klokkenstoel. Witgekalkte gevels op gecementeerde plint. Laaghuis met vernieuwde rechthoekige vensters en blauw-witte luiken. Rechts, venster van opkamer boven kelder. Getoogd deurtje in uitspringende bakstenen omlijsting (blauw-witgeschilderd) op neuten met sluitsteen en waterlijst; erboven bovenlicht. Uitgesneden modillons onder overkragend zadeldak met twee dakkapellen met zadeldakje. Links, vrijstaande zijgevel met zolderdeuren (+ trap), oculi en schouw, afgewerkt met muurvlechtingen. Achtergevel aan erfzijde later uitgebreid. Hooghuis met gedichte benedenvensters, vervangen door klein vierkant raampje en rondboogdeur. Twee rechthoekige bovenvensters en gedicht venster in rechter travee. Klassiek entablement met twee Lodewijk XVI-consoles ter hoogte van de middentravee. Sporen van muurvlechtingen op rechterzijgevel. Gecementeerde achtergevel.
Interieur. Rechter gedeelte (hooghuis), heden stal, met behoud van 18de-eeuws stucplafond en profilering op muren. In kamertje aan straatkant hoekschouwtje met stucversiering.
Ten noorden, grote dwarsschuur en stal uit de 19de eeuw, heropgebouwd na brand in 1951-53; dertien traveeën onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat). Ten westen, voormalig bakhuis.
- STOCKMAN L., Op bezoek te Bellem, Lotenhulle en Poeke, in Ons Meetjesland, X, 3, 1977, p. 102-104.