Voormalig lakenhuis (in de 13de eeuw), later "Hof van Schoofs" (in de 15de eeuw) naar de toenmalige eigenaars.
In 1474 werd het verkocht aan Jean Carondelet, eerste voorzitter van de Grote Raad, en daarna aan een Duits koopman zodat het huis "Den Duitsch" genoemd werd. In 1561 aangekocht door Claude Ruts, een wijnhandelaar die de mooie huistoren oprichtte. In 1604 gildehuis van de kruisboogschutters die de voorgevel vernieuwden. In 1797 als nationaal goed verkocht; in 1912 gerestaureerd onder leiding van Ph. Van Boxmeer. In 1981-1982 nogmaals gerestaureerd met vernieuwing van materiaal, naar ontwerp van G. Deheyder en J. Roosemont.
Breedhuis met dubbelhuisopstand: zeven traveeën en twee bouwlagen onder een steil zadeldak (leien) met dakkapellen. Lijstgevel met zandstenen parement op afgeschuinde sokkel; tweeledige topgevel boven middenpartij met aansluitende haakse bedaking met renaissance-elementen. Rechthoekige benedenvensters met gedeeld bovenlicht en kruiskozijnen op de bovenverdieping als resultaat van de restauratie; arduinen kordon ter hoogte van de onderdorpels en doorlopende "klassiek" getinte kroonlijst op klossen.
Centrale travee gemarkeerd door poorttravee opgebouwd naar renaissance-traditie, "klassiek" hoofdgestel en rondboogpoort in arduinen omlijsting; flankerende Toscaanse zuilen op hoge sokkel onder driehoekig fronton met vruchten- slingers en wapenschild; zwikken, getooid door gevleugelde vrouwenfiguren met lauwerkrans. Smalle bekronende nis onder segmentboogfronton met siervaas; beeld van kruisboogschutter.
Tweeledige toppevel met strakke compositie er aflijnende kroonlijsten onder driehoekig fronton; eerste geleding gemarkeerd door rondboogluik onder gekorniste druiplijst en flankerende kruiskozijnen onder oculus. De smallere bovenste geleding bevat twee rondboognissen met beelden en centraal een rechthoekig luik, alle in arduinen omlijstingen; ijzeren schutterssymbolen op kleine sokkels, als het ware als overgang geplaatst op uiteinden van de eerste geleding.
Zijgevels van bak- en zandsteen met speklagen en steigergaten en rolwerkmotieven in de aflijning en schouderstukken. Houten zolderluik in zandstenen omlijsting in de linkerzijgevel.
Achtertrapgevel(tien treden en overhoeks topstuk) in traditionele bak- en zandsteenstijl: voormalige kruiskozijnen met bewaarde zandstenen hoek- en negblokken. Horizontaliserende speklagen en waterlijsten. Tweeledige top met rechthoekige muuropeningen en oculus.
Centraal tegen de achtergevel, hoge huistoren van bak- en zandsteen op rechthoekig plattegrond met hoger opgetrokken achtzijdig trappenhuis. Laatstgenoemde gemarkeerd door zandstenen speklagen, hoekblokken en steigergaten waaronder accoladevormige overkragingen op consooltjes; bekronende leien naaldspits en vier dakkapellen. Toren aan straatzijde getypeerd door topgeveltje met renaissance-inslag: kantonnerende voluten onder gebogen fronton; rondboogvenster. Voorts rechthoekige muuropeningen in zandstenen omlijsting. Het geheel vormt een interessant voorbeeld van een traditionele bouwvorm waarin ten dele nieuwe renaissance getinte ordonnanties en motieven worden toegepast maar nog vermengd met eerder laatgotische ornamenten.