Ronde bakstenen bovenkruier, type bergmolen, opgetrokken in 1810 ter vervanging van de nabijgelegen houten Eekhoutmolen te Kanegem.
De Artemeersmolen, Hartemeersmolen of Bollaerts molen, naar één van de laatste molenaars, is gelegen in een goed behouden open, licht golvend landschap op de grens van Poeke met Aarsele en Kanegem (West-Vlaanderen).
Deze bakstenen bergmolen werd opgetrokken in 1810 ter vervanging van de nabijgelegen houten Eekhoutmolen te Kanegem. Aanvankelijk diende de molen om olie te slaan en graan te malen. In 1846 werd een nieuw vangwiel aangebracht (zie jaartal op het oude kroonwiel) door Karel Wibo, dat bij de recentere restauratiewerken opnieuw vervangen werd. Diezelfde Karel Wibo kerfde zijn naam ook in het luiwiel. De aanvankelijk conische kuip werd in 1882 één meter cilindrisch verhoogd, zodat de molen meer wind kon vangen. Gelijktijdig werd de begane grond 1,2 meter uitgediept voor het plaatsen van de oliemolen en slagbank. Op 2,8 meter boven de nieuwe vloer op de begane grond werd de huidige maalzolder aangebracht, terwijl enkele deur- en vensteropeningen nieuw werden ingebracht of dichtgemetseld. De molenbelt werd ongeveer met één meter aangeaard. Het oliewerk werd rond 1914 verwijderd, de kollergang werd ter plaatse ingegraven. De helft van de oorspronkelijke wentelas van de olieslagerij diende sindsdien als steun voor de maalzolder. In oktober 1918 werd de molen zwaar beschadigd door aftrekkende Duitse troepen. In 1931 liet molenaar Bollaert de maalderij en koekbreker aandrijven met een dieselmotor van 15 pk, die in 1946 vervangen werd door een motor van 24 pk. In augustus 1952 draaide de molen voor het laatst.
Na jarenlang verval werd de molen in 1975-1977 maalvaardig hersteld door de molenbouwers Peel uit Gistel. Hierbij werd de dieselmotor verwijderd. In 1984 werd de molenkap hersteld, met toevoeging van een betonnen pad rondom de molen. Na een ongeval in oktober 1997 werd de zetelstructuur door molenbouwer Roland Wieme uit Deinze hersteld, waardoor de zware molenkap nu gedeeltelijk steunt op de zetel met ijzeren maan uit 1890. In 2009 werden de wiggen in de askop vernieuwd, in 2010 werden het hekwerk en de windplanken van de roeden vernieuwd door ’t Gebinte Molenbouw (Johan De Punt). In februari 2017 volgenden nieuwe werken, waaronder de vervanging van spruiten en schoren en een deel van de beplanking van het achterkeuveleinde. Het balkon uit 1975 werd toen verwijderd. De molen is momenteel professioneel in gebruik als bakkersmolen. Hiertoe werd ook de uitrusting uitgebreid.
De molen staat op een gedeeltelijk ommuurde belt met ingegraven maalstenen. De witgeschilderde verhoogde molenromp bevat een inrijpoort aan de zuidelijke zijde van het molenperron. Aan de oostelijke en zuidwestelijke zijde van de molenbelt zitten toegangsdeuren. Ter hoogte van de belt zitten vierkante vensters met roedeverdeling, daarboven zijn de vensters rechthoekig. De gerestaureerde molenkap van het West-Vlaamse type (mansardedak met wolfseind) is afgedekt met leien en bekroond met een windwijzer in de vorm van een trompetblazertje. Het gevlucht bestaat uit stalen gelaste roeden van 23 meter (fabricatie Peel uit Gistel). De kap draait op een gecombineerd Engels- en zetelkruiwerk. De 14 stellinggaten zijn in 1975 gemetseld.
De molen bestaat uit een bergruimte, een meelzolder, steenzolder, luizolder en kapzolder. De molen is onder meer uitgerust met een Engels en een Frans steenkoppel, met twee haverpletters, twee bloembuilen, twee mengketels, een elektrische maalstoel, een elektrische breeksteen, stofafzuiging, een dubbele elevator, een blaasleiding met cycloon en een stationaire dieselmotor (niet aangesloten).
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Lanclus K. 2020: Artemeersmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/358850 (geraadpleegd op ).
Hartemeersmolen, gelegen in een goed behouden open, licht golvend landschap op de grens van Poeke met Aarsele en Kanegem (West-Vlaanderen). Ronde bakstenen bovenkruier (zonder galerij) op molenberg. In de 19de eeuw ook oliemolen. Volgens P. Bauters gebouwd in 1810 ter vervanging van de nabijgelegen houten Eekhoutmolen te Kanegem. In 1846 vervanging van een nieuw vangwiel (zie jaartal op het oude kroonwiel) door Karel Wibo, bij de recente restauratiewerken opnieuw vervangen. De aanvankelijk conische kuip werd in 1882 verhoogd met een cilindrische vorm (zonder steigergaten) en de molenberg werd nadien aangevoerd. Restauratie in 1975-77 na 25 jaar leegstand en in 1984 herstelling van de molenkap en toevoeging van een betonnen pad rondom de molen.
Witgeschilderde molenromp met inrijpoort aan de zuidkant van het molenperron. Ingangsdeuren aan oost- en zuidwestkant van de molendam. Ter hoogte van de belt vierkante vensters met roedeverdeling. Erboven rechthoekige vensters. De gerestaureerde molenkap van het West-Vlaamse type met een recht voorkeuveleinde en een houten balkon boven de staart, is afgedekt met leien en bekroond met een windwijzer in de vorm van een trompetblazertje. De gedeeltelijk ommuurde belt (met ingegraven maalstenen) werd bij de restauratiecampagne voorzien van een bijkomende woonruimte.
Bron: LANCLUS K. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kanton Nevele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Lanclus K. 1989: Artemeersmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/34990 (geraadpleegd op ).