is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Overblijfselen van het penitentenklooster
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Overblijfselen van het penitentenklooster
Deze vaststelling was geldig van tot
Reeds in de 15de eeuw bestond er een gasthuis (in de huidige Cyriel Buyssestraat) waarover de heren van Nevele het beschikkingsrecht hadden. Dit werd in 1502 door Jehan de Montmorency omgevormd tot klooster van grauwe zusters of penitenten. Kort daarop betrokken de zusters twee huizen met een tuin in de Langemunt. Een kapel werd ingewijd voor 1513. Zoals te zien op oude kaarten, moet een groter klooster aan de Langemunt gebouwd zijn tussen 1638 en 1681. Na de hervorming van de kloosterregel werd in 1663 een residentie voor twee paters rekollekten of "paterije" gebouwd naast het klooster van de zusters. Het klooster werd afgeschaft in 1783 maar de kapel en de paterije bleven bestaan. In 1785 werd het kloosterpand verkaveld in elf percelen. In 1795 werd de kapel omgevormd tot toneelzaal.
De vernieuwde woningen bewaren sporen van de 16de-eeuwse kapel van het penitentenklooster in de overwelfde ruimte die over beide huizen doorloopt. Ook is een gedeelte van de westelijke puntgevel van de kapel bewaard in de gecementeerde zijgevel van nummer 21 met behouden aanzet van een pilaster.
Naast nummer 23 is er een doorgang naar een achterin gelegen constructie, ontstaan door sloping van het koor van de kloosterkapel. De achterbouw van nummer 23 bewaart onder meer een groot gedeelte van het vroegere klooster (17de eeuw): ook wasserij, bakkerij en brouwerij. Baksteenbouw van twee bouwlagen onder pannendaken, waarvan de nok loodrecht op de straat staat. Rechthoekige vensters, op de bovenverdieping vlak onder de daklijst, met zandstenen neggen. Erachter de voormalige refter van het klooster; eertijds op de penanten gedateerd 1634, afgedekt met pannendak (nok evenwijdig met de straat). Het bakstenen gebouw met verwerking van zandsteen rondom de vensters telt na een gedeeltelijke afbraak nog twee traveeën van oorspronkelijk twee bouwlagen met gedichte vensters en twee traveeën van één bouwlaag met dezelfde bouwhoogte waarin oorspronkelijk kruiskozijnen (nu gedicht) en de jaarcijfers 1 en 6. De vensters van de refter zijn volgens archiefstukken vernieuwd in 1736.
Bron: LANCLUS K. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kanton Nevele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bij recente werken werd de achterbouw van nummer 23 ingrijpend verbouwd. Het baksteenparement met zandstenen neggen rond de bovenvensters is niet langer zichtbaar, muuropeningen werden gewijzigd en de gevel werd verhoogd. Dit deel verloor zijn architecturale waarde. Het resterende volume van de achterliggende refter werd gehalveerd: het deel op het perceel van nummer 23 werd gesloopt. De 17de-eeuwse kern van dit volume is echter herkenbaar bewaard in de noordwestelijke zijgevel met aandak.