Hoeve met losstaande bestanddelen op een met gras begroeid erf met ijzeren hek, gelegen op het einde van een met populieren (her)beplante oprit.
Boerenwoning van acht traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (pannen, nok parallel aan de straat); 1753 gedateerde moerbalk in de woonkamer. Fraai geordonneerde bakstenen gevel op gepikte plint met per twee gekoppelde houten kruiskozijnen voorzien van houten diefijzers en groen-witgeschilderde luiken en gevat in witgekalkte omlijsting met oren. Korfboogdeurtje met ontlastingsboog met imitatiehoek- en sluitstenen. In uiterst rechtse travee gedichte deur met behoud van gewitte ontlastingsboog, naar verluidt van vroegere weefkamer. Aflijnende bepleisterde en witgeschilderde kroonlijst. Zijgevels afgewerkt met muurvlechtingen.
Interieur. Huiskamer met grote schouw en eiken moerbalk versierd met verschillende motieven zoals voluut, rozet, duif met olijftakje en jaartal 1753.
Ten zuidwesten, dwarsschuur, grotendeels verbouwd, met sporen van muurvlechtingen in de linker zijgevel.
Ten noordwesten, latere stal onder pannendak. Ten oosten, bakhuis van het samengestelde type, met muurvlechtingen op voor- en achterpuntgevel van voorhal.