Hoeve met losstaande bestanddelen rondom boomgaard; daterend uit eind 18de eeuw en 19de eeuw. Linde aan het groengeschilderde ijzeren hek. Notelaar voor het huis.
Ten noordwesten, boerenhuis van zeven traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (pannen). Witgekalkte gevel op gepikte plint. Vier hoge rechthoekige vensters met houten diefijzers en groen-witgeschilderde luiken voorzien van ovale lichtopening. Laag getoogd deurtje. Eenvoudige daklijstbalkjes onder overkragend dakschild. In rechter zijgevel, versterkt met soort steunbeer, sporen in muurvlechtingen van een lager geveltje; voorts enkel geopend met keldervenstertje en zolderdeur. Links aangebouwde stal onder zadeldak (golfplaten).
Interieur. Twee moerbalken in woonkamer, op schouwmantel bordenrek en ernaast twee deurtjes naar slaapkamer en zolder. Een slaapkamer (rechts van de voordeur) heeft ook nog een grote schouw en een bewaarde moerbalk.
Aan de straat gelegen bakstenen dwarsschuur onder zadeldak (pannen, nok parallel aan de straat); naar verluidt gedateerd 1869 en binnen op deur inscripties met verschillende namen en data (1812 en 1848) en voorstelling van een staakmolen. Rechthoekige schuurpoort en doorgang naar wagenhuis.
Kleiner bedrijfsgebouwtje met diverse functies ten oosten van het huis.