Voorheen zogenaamd "Hoeve Etting" (volgens de topografische kaart van Oost-Vlaanderen van 1837 door P. Gérard). Achterin gelegen hoeve met losse bestanddelen, nog gedeeltelijk omringd door de aanvankelijk samengestelde rechthoekige omgrachting. Erf bereikbaar via een lange rechte toegangsweg eindigend bij twee hoge, gewitte bakstenen hekpijlers met ezelsrug (pannen); rechter hekpijler met aansluitende bakstenen muur tot de gracht, linker hekpijler aangebouwd tegen de zijgevel van een bedrijfsvleugel.
Achterzijde van het voorerf deels ingenomen door de boerenwoning met naar het zuiden georiënteerde voorgevel; één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen), vermoedelijk uit de 18de eeuw maar met gewijzigde binnenindeling en nieuw bakstenen gevelparement. Bewaarde zoldering met kinderbalken op moerbalken aan beide zijden versierd met voluutmotief; één balk met ijzeren ring, naar verluidt voor het ophangen van slachtvee. Linker zijgeveltop, enkel zichtbaar van op de zolder van de aangebouwde paardenstallen, vertoont resten van muurvlechtingen en twee zoldervensters met zandstenen latei en negblokken. Aansluitende paardenstallen van twee traveeën op de eveneens geïncorporeerde linker zijpuntgevel met jaartal 1804 door middel van bepleisterde cijfers. Verankerde en gewitte bakstenen erfgevel met een gedicht rondboogvenster; dakoverstek met houten dakzool op geprofileerde daklijstconsoles. Links aangebouwd lager bakstenen koets- en wagenhuis (19de eeuw) met gedichte muuropeningen.
Ten zuiden van het boerenhuis, midden en schuin op het erf ingeplant bakstenen bijgebouw van één bouwlaag en drie traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen), waarschijnlijk uit de 18de eeuw, oorspronkelijke functie onbekend. Zuidelijke erfzijde afgesloten door een lange rechthoekige bakstenen bedrijfsvleugel met dwarsschuur en stallen, onder zadeldak (pannen), uit de 19de eeuw met aangebouwd open wagenhuis. Bouwvallig enkelvoudig bakhuis ten westen.
- Rijksarchief Gent, Kaarten en plans, nummer 2160.