is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein Notax
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Kasteel Notax
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Kastelen met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteelhoeve Goet of Hof te Notax
Deze vaststelling was geldig van tot
Voormalig "Goet" of "Hof te Notax", heden "Kasteel Notax", in de volksmond voorheen ook zogenaamd Spookkasteel.
Omgracht kasteel in bijbehorend park met kasteelhoeve, bijgebouw en toegangspoort nabij de Ledebeek, in de noordwesthoek van de gemeente. In oorsprong zou de site met omgrachting opklimmen tot de vroege middeleeuwen. Ook de naam "Notax" wijst op de vroegmiddeleeuwse oorsprong. Vermelding van de heren van Notax sinds begin 13de eeuw. Deze familie bezat met zekerheid in begin 14de eeuw het hof en leen te Destelbergen. De heerlijkheid Notax was een leengoed van de Sint-Pietersabdij met 58 achterlenen, een eigen baljuw en leenhof. Het belang van de heren van Notax bleek ook uit het feit dat zij sinds 1313 beschikten over een eigen kapel gebouwd aan de parochiekerk van Destelbergen. Na afschaffing van de heerlijkheid in 1794 werd het kasteel herhaaldelijk verkocht.
Toegangspoort ten noordwesten van het omgrachte kasteel op het einde van de toegangsdreef, die, vertrekkend van de Kwadenplasstraat, in het verlengde van de Zevensterrede langs de westelijke kasteelgracht noordwaarts loopt tot aan de Ledebeek. Dubbele bakstenen gevelpoort met twee brede korfboogvormige doorritten, bovenaan afgedekt door een rechte ezelsrug (Vlaamse pannen), waarschijnlijk uit begin 17de eeuw. Aanzetsteen van beide bogen in zandsteen; enkele zandstenen hoekblokken aan de linkse poort met ijzeren hek. Achterzijde verstevigd door verzwaarde steunberen.
Toegangsbrug midden tegenover het kasteel over de kortste walgracht (ten noorden). Lange en smalle bakstenen brug op vier gedrukte bogen en voorzien van eenvoudige ijzeren leuningen. Eindigend bij twee gemetste en bepleisterde vierkante hekpijlers.
Heden onderkelderd kasteel op U-vormige plattegrond met achthoekige traptoren in de noordoosthoek; ingeplant midden het omgrachte hof met ingesloten vijver op de noordoosthoek. De oudste weergave van kasteel Notax op een kaart van 1583 toont een rechthoekig gebouw omringd in het vierkant door een walgracht. 18de-eeuwse kaarten laten eerst een L-vormig en wet later een U-vormig gebouw zien. Precieze gegevens in verband met de bouwgeschiedenis ontbreken. Opeenvolgende verbouwings-, vergrotings- en aanpassingswerken tot midden 20ste eeuw bemoeilijken het aflezen van de verschillende bouwfasen uit het metselwerk. Een beperkt bouwfysisch onderzoek ondernomen in 1986 in het vooruitzicht van restauratiewerken, liet toe een hypothetische bouwchronologie te schetsen. Bij graafwerken tegen de oosthoek van de tuingevel (ten zuiden) bleek de bakstenen keldermuur daar aan te zetten op een plint van Doornikse steen met erboven metselwerk van Balegemse kalksteen: overblijfselen of recuperatie van een eerste gemetst middeleeuws gebouw, een donjon of mottetoren en van een 15de-eeuwse constructie, waarschijnlijk verdwenen eind 16de eeuw door verwoesting tijdens de godsdienstoorlogen. Begin 17de eeuw zou Notax heropgebouwd zijn tot een kasteel dat typologisch aansluit bij de bescheiden kastelen uit de eerste helft van de 17de eeuw: een hoofdgebouw met rechthoekige plattegrond en zijtrapgevels, een tegenaan gebouwde achthoekige traptoren met aansluitende kleine haakse bijbouw tegen het hoofdvolume om de bovenverdieping te bereiken. Deze oorspronkelijke bouw bleef bewaard in het oostelijk deel van de huidige hoofdvleugel en in de toren. De plattegrond ervan is het duidelijkst herkenbaar in de kelderverdieping. Tweedelige kelder met kruisgewelven en middenscheimuur waarin een korfboogvormige doorgang naast een recente gebogen opening. Voorts twee verschillende ronde zuilen als middensteunpunten, één zandstenen en één van grijze hardsteen (waarschijnlijk ouder recuperatiemateriaal die in vroegere beschrijvingen aanleiding gaven tot het dateren van de kelder in de romaanse tijd). Wang met gotisch profiel van een haard tegen de westelijke kelder- en vroegere buitenmuur. Op de zolderverdieping geeft het oorspronkelijk dakspant met telmerken eveneens de aanvankelijke grootte van de hoofdvleugel weer. Een deur verleent vanuit de kelder toegang tot een gang met tongewelf en het trappenhuis in de toren dat in oorspronkelijke toestand bewaard bleef. Zandstenen wenteltrap met kruisgewelven op de begane grond en op de L-vormige galerij van de bovenverdieping. Twee korfboogdeuren in de hoek van de gang op de zolderverdieping: één met afgeschuind profiel en één in een verdiept rechthoekig spaarveld. De twee bovenste niveaus van de torentrap dragen een houten zoldering.
Vermoedelijk liep het kasteel ook schade op van de Franse invallen in 1677. Nadien, eind 17de eeuw of begin 18de eeuw, werd de kleine torenaanbouw (waarvan nog sporen aanwezig) vervangen door de huidige noordoostvleugel: grotendeels onderkelderd met gedrukte overwelving en met twee stergewelven ernaast in de gang op de benedenverdieping naar de toren. Vervolgens werd het hoofdgebouw in de 18de eeuw in westelijke richting verlengd en de bedaking gewijzigd tot geknikte schilddaken. Een krantenbericht uit 1832 vermeld Notax als "een schoon en onlangs nieuw gebouwd speelgoed..." waarmee waarschijnlijk globale aanpassingswerken met wijzigingen aan vensters en deuropeningen werden bedoeld. De kleine westelijke dwarsvleugel werd nog later in de 19de eeuw aangebouwd mogelijk als aanpassing van een reeds in de 18de eeuw bestaand dienstgebouw. In 1949 volgde een laatste uitbreiding tegen de westelijke zijgevel tot aan de walgracht. Tezelfdertijd werd de oostgevel gewijzigd: voorzien van een klein terras met deur en venster; een lage korfboogdeur als nieuwe kelderdeur met gerecupereerde (?) zandstenen dagkanten en gevelsteen met opschrift: "MAPERTHUUS/ 1349 1949". Verwijst naar de legendarische woonst uit het epos van de vos Reinaert die soms hier in de omgeving werd gelokaliseerd. In diezelfde optiek werden de getraliede rechthoekige keldervensters voorzien van een reeks gekleurde glas-in-loodramen met illustraties uit de Reinaertlegende gesigneerd door kunstglazenier De Graeve en gedateerd 1954.
Gewit bak- en zandstenen kasteel van twee bouwlagen onder snijdende schilddaken (Vlaamse pannen). Boven de daknok uitstijgende achthoekige traptoren met achtzijdige leien spits. Lijstgevels met omlopende grijsgeschilderde plint. Bepleisterde zuidgevel (tuinzijde) van tien traveeën met twee registers van rechthoekige vensters op hardstenen lekdrempel, met 19de-eeuws houtwerk en persiennes. Twee benedenvensters gewijzigd tot vensterdeuren met gemeenschappelijke trap. Beglaasde rondboogdeur met waaiervormig bovenlicht gevat in een grijsgeschilderde en vrij vlakke rechthoekige omlijsting onder een rechte kroonlijst. Voorts verankerde lijstgevels met zichtbare stroker van de zandstenen plint. Sporen van door baksteen vervangen zandstenen negblokken rondom de grote rechthoekige vensters, heden in grijsgeschilderde omlijstingen. Vier gedichte oorspronkelijke venstertravee in de oostgevel met sporen van ontlastingsbogen en zandstenen dorpels. In de westgevel van de oostelijke dwarsvleugel naast de toren: hoge spitsboogdeur met afgekapte zandstenen booglijst en drie oude boogstenen en voorts een vernieuwde bak- en zandstenen, geblokte omlijsting. In de noordgevel: lage rechthoekige deur met kwarthol profiel in een vlakke grijsgeschilderde rechthoekige omlijsting met kroonlijst.
Traptoren van vier geledingen voorzien van kleine rechthoekige vensters met zandstenen dorpels, de onderste met tralies, de vier bovenste op dezelfde hoogte en voorzien van sponning en duimen. Twee waterlijsten op de derde geleding.
Lage haakse westvleugel van één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen) met resten van een tuitvormig dakvenster op de zuidwesthoek. Brede verankerde voortuitgevel met muurvlechtingen, aangepaste muuropeningen met zandstenen dorpels en sporen van een gedichte brede boog links. Eén zandstenen kruiskozijn met getralied bovenlicht (recuperatie ?) in de westgevel. Twee spitsboogvormige vroegere koetspoorten (?) in de andere zijgevel.
Bron: BOGAERT C. & VERBEECK M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Het domein is op de Ferrariskaart (ca. 1778) herkenbaar als een omgrachte site met de hoofdtoegang in het noorden en een brug leidend naar een boomgaard in het zuiden. De aanleg van het kasteelpark gebeurt waarschijnlijk in de late 19de of vroege 20ste eeuw, waarbij ook een toegang richting de Alfons Braeckmanlaan wordt gecreëerd.
Is deel van
Kastelensite Destelbergen en Sint-Amandsberg
Is deel van
Kwadenplasstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Notax [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/35704 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.