Achterin gelegen boerenhuis van één bouwlaag en acht traveeën, onder zadeldak (rode en zwarte Vlaamse pannen), uit eind 18de eeuw. Linker zijpuntgevel met aandak en muurvlechtingen. Verankerde en gewitte baksteenbouw met bepleisterde en gepikte plint. Rechthoekige vensters onder houten latei, op lekdrempel van rode tegels, met duimen en houtwerk uit de tweede helft van de 19de eeuw. Bepleisterde boog van de korfboogdeur aanzettend op gepikte bakstenen imposten en afgelijnd door een dito, gebogen druiplijst met sluitsteen. Een gedichte korfboogdeur uiterst rechts in de voorgevel. Aflijnende getrapte daklijst. Lage rechthoekige staldeur en bijbehorend venstertje in de twee linker traveeën. Een opkamervenster onder de daklijst en boven het getoogd kelderraam naast de achterkeuken. Vernieuwde rechter zijpuntgevel.