is aangeduid als beschermd monument Pastorie Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuwparochie met koetshuizen en pastorietuin
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuwparochie met tuin
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie
Deze vaststelling was geldig van tot
De pastorie van Destelbergen, omgeven door een deels omgrachte pastorietuin, dateert van 1744. Zij werd onder abt Filips III Standaert gebouwd op kosten de Gentse Sint-Pietersabdij. Kenmerkend is de aanleg van de gebouwen, namelijk in een U-vorm met twee gelijkaardige voormalige koetshuizen die het naar de straat gerichte woonhuis aan weerszij flankeren.
De pastorie van Destelbergen werd gebouwd in 1744, in het jaar na de aanstelling van Antonius Franciscus T'Servranckx (1708-1792) tot pastoor van de parochie Destelbergen. Na zijn intrede en professie als religieus had hij van 1730 tot 1740 verbleven in de Gentse Sint-Pietersabdij. In 1743 werd hij door bisschop M.A. Van der Noot tot pastoor benoemd in Destelbergen, een heerlijkheid die volle eigendom was van de Gentse Sint-Pietersabdij. De abt was heer van Destelbergen en bezat ook het patronaatschap over de kerk. Onder pastoor A.F. T'Servranckx verkreeg Destelbergen naast een nieuwe pastorie ook een nieuwe parochiekerk (1784-1785) die eveneens bewaard gebleven is. Volgens bewaarde archiefstukken werd de pastorie van Destelbergen op kosten van de Gentse Sint-Pietersabdij gebouwd in opdracht van abt Filips III Standaert en wellicht onder leiding van J.A. Danneels, bouwmeester van de abdij. De rekeningen van bouwmaterialen en werklonen voor de bouw van het pastoraal huis van Destelbergen dateren van 1744, 1745 en 1746 en zijn ondertekend door voornoemde bouwmeester en voornoemde abt van de Sint-Pietersabdij.
Begin 1917 zou een overbuur geïnstalleerd zijn in de achterkeuken van de pastorie (niet bewaard). In 1937-1938 werden belangrijke renovatiewerken aan de pastorie uitgevoerd omdat ze niet meer bewoonbaar werd genoemd. De erkervormige polygonale uitbouw tegen de achtergevel zou omstreeks die tijd zijn toegevoegd.
Eind de jaren 1980 vonden nogmaals restauratiewerken plaats aan de pastorie. In 1995 werd aan het dak gewerkt (plaatsen van onderdak en nieuwe dakpannen) en werd een schouw hermetst.
De pastorie omvat meerdere gebouwen met een symmetrische aanleg in U-vorm geopend naar de straat. Het pastoraal huis, een woning van het landelijke type, is namelijk aan weerszij geflankeerd door twee haakse en ermee verbonden gelijkaardige bijgebouwen. Het geheel bakent de voortuin grotendeels af.
De pastoriewoning telt slechts één bouwlaag en vijf traveeën onder een geknikt zadeldak of mansardedak (pannen en leien). De twee rechtertraveeën zijn deels onderkelderd. De bakstenen woning vertoont de kenmerkende symmetrische dubbelhuisopstand met een lijstgevel als voor- en achtergevel. Opvallend is de contrastwerking tussen de rode gevelbeschildering en de gewitte platte banden die de muuropeningen omlijsten, de gevel begrenzen en eveneens in horizontale banden aangebracht zijn. De grijsgeschilderde gecementeerde plint met schijnvoegen en de brede gelede en bepleisterde lijst boven de vensters dragen evenals de platte banden bij tot het horizontaliserend karakter van de gevel. In de plint rechts van de deur zijn twee kleine getraliede keldergaten gestoken. De bredere centrale deurtravee is verhoogd met een dakvenster met een stenen kruiskozijn en bekroond door een driehoekig fronton. De verbredende stoep van de deur telt vier treden. Onder het zandstenen kruiskozijn van het opvallende dakvenster is een vierkante gesculpteerde gevelsteen aangebracht met cartouche voorzien van een geschilderd wapenschild (drie standaarden met een wimpel voorzien van kruis) boven een band met opschrift "IN HOC SIGNO"; dit zijn het wapen en de kenspreuk van Filips III Standaert, van 1730 tot 1759 abt van de Gentse Sint-Pietersabdij. De rechthoekige vensters vertonen sponning, houten kruiskozijnen en kleine roedeverdeling. De venstertraveeën zijn boven de geknikte dakoverstek telkens gemarkeerd door een houten dakkapel met driehoekig fronton. Waarschijnlijk werden die pas toegevoegd in de 20ste eeuw.
De achtergevel is op een gelijkaardige wijze uitgewerkt afgezien van volgende elementen:
In de linker zijgevel, een geknikte puntgevel met vlechtingen, zijn op de zolderverdieping vier steekboogvensters in vlakke bepleisterde omlijstingen met oren te zien. Twee ervan zijn met baksteen volledig gedicht. De twee behouden vensters zijn getralied. In de geveltop komt een oculusvormig zolderluik voor, eveneens in een gewitte vlakke bepleisterde omlijsting. De rechter zijgevel is gecementeerd en bewaart twee zoldervensters aan de achtergevelzijde.
De pastorie vertoont de traditionele plattegrond van dit woonhuistype, namelijk een middengang met aan weerszij twee kamers. Afgezien van zijn originele indeling behield het interieur van de pastorie nog vele elementen van zijn oorspronkelijke aankleding. De vier oorspronkelijke toegangsdeuren in de gang naar de benedenkamers evenals de deur tussen het rechtersalon en de keuken erachter bleven behouden. Typisch is de paneeldecoratie met spiegelboog. Eveneens kenmerkend zijn de bepleisterde zolderingen met brede hollijst in de hoeken. De zolderingen van de benedenkamers zijn door een bepleisterde moerbalk in twee gedeeld en van een verschillende eenvoudige decoratie aan de hand van stucprofiellijsten voorzien. In het salon aan de tuinzijde zijn in twee centrale cirkelmotieven een Christus- en een Mariamonogram in stucwerk aangebracht. Aan de zijgevelzijden van het huis bezit iedere benedenkamer een schouw; daarvan zijn twee bovenboezems verrijkt met stucversiering in rococostijl (salon vooraan rechts en salon achteraan links). In de linker voorkamer hangt een 17de-eeuws olieverfschilderij op doek "Christus op het stro" voorstellend, volgens een bron toegeschreven aan het atelier van Rubens, volgens een andere aan A. Van Den Heuvel, dat bij het meubilair van de pastorie behoort. De twee bovenkamers aan de voorzijde van het huis zijn eveneens van een schouw voorzien waarvan de bepleisterde boezems hun eenvoudige stucdecoratie bewaren.
Vanuit de keuken leidt de keldertrap naar de tweedelige kelder onder de rechter voorkamer. Elke kelderruimte vertoont een tongewelf en een getralied kelderraam. In de verste kelderruimte komen naast de toegang twee schouderboogvormige wandnissen voor, wellicht lamp- of kaarsnissen.
De twee uitwendig dezelfde bijgebouwen in de voortuin deden voorheen wellicht voornamelijk dienst als koetshuis en stallen. Deze bakstenen gebouwen tellen slechts twee traveeën en zijn afgedekt met een pannen zadeldak. De zijpuntgevels zijn voorzien van vlechtingen en aan de straatkant van een steekboogvormig zoldervenster in een bepleisterde rechthoekige omlijsting met oren. De voorgevels zijn roodgeschilderd en ieder voorzien van twee rondbogen in rechthoekige spaarvelden met bepleisterde en gewitte imposten, sluitsteen en zwikken. In de ene boog komt een rechthoekige poort voor, in de tweede een deur met houten latei. In het linker koetshuis ligt een houten balklaag. Het rechter koetshuis vertoont geen plafond. De achterste travee ervan is gedeeltelijk onderkelderd (vroegere aardappelkelder) met toegang op de zuidwesthoek; de twee balken die de voor- en achtergevel van deze travee verbinden vertonen een eenvoudige voluutvormige decoratie.
Beide vroegere koetshuizen zijn door een smalle muur in hetzelfde vlak als de voorgevel van de pastorie verbonden met dit huis. Beide muurtjes vertonen aan de voorzijde een laag en licht getoogd poortje. Aan de rechterzijde van de pastorie gaat achter dit muurtje een annexe schuil (met achterkeuken). De vroegere serre rechts naast de tuingevel van de woning is gesloopt met uitzondering van de achterste bakstenen muur.
De pastorie ligt op een rechthoekig, nog deels omgracht perceel aan het einde van de Pastorijstraat en aan de zuidelijke straatkant ervan, schuin tegenover de hoek Beukendreef / Kerkstraat die de begrenzing vormt van het park van het Kasteel te Lande. Zijdelings bewaart de pastorietuin nog zijn walgrachten.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Destelbergen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuwparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/35719 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.