Voormalige hofstede en herberg zogenaamd De Vier Heymanskinderen (volgens archiefstukken), in de tweede helft van de 18de eeuw tot de eerste helft van de 19de eeuw toebehorend aan de familie Remory, nadien van de familie De Bosscher. Ruim herenhuis van twee bouwlagen en zes traveeën, onder schilddak (pannen, nok parallel aan de straat), in oorsprong waarschijnlijk opklimmend tot de 18de eeuw. Later herhaaldelijk aangepast en circa 1985 naar de toestand gekend uit oude prentbriefkaart gerenoveerd en omgevormd tot bankkantoor. Bepleisterde en ossenbloedkleurige lijstgevel geleed door de doorgetrokken platte bandomlijstingen van de rechthoekige muuropeningen. Vensters op cordonvormende lekdorpels. Smalle hoekbanden met imitatienegblokken. Deuropening verplaatst van de voorlaatste naar de tweede travee. Omlopende houten kroonlijst.

Rechts aansluitend driedelig ensemble in eclectische stijl met neo-Vlaamserenaissance-inslag; vroegere aanhorigheden gebouwd van baksteen en similinatuursteen, daterend van circa 1895. Vier traveeën heden een afzonderlijk winkelhuis (nummer 4).

Middelste lage bouw van drie traveeën en één bouwlaag, onder zadeldak (leien). Een steekboogvenster met hoekblokken aan weerszij van de uitspringende en verhoogde poorttravee onder een gebogen en geprofileerde druiplijst met bolbekroning; brede vleugelpoort met beglaasd gedeeld bovenlicht en diamantkopsluitsteen. Baksteenfries met overhoekse muizentand onder de houten kroonlijst. Links bijbouw van drie traveeën en één bouwlaag onder een half schilddak (leien). Hogere lijstgevel met sierankers onder de baksteenfries. Centraal steekboogvenster in een spaarveld tussen hoeklisenen en onder een gedrukte boogfries overeenstemmend met de traveeën.