Voormalige hoeve met losse bestanddelen nabij de vroegere "beirendriesch" (zie Driesstraat), heden zogenaamd "La treille". Georiënteerde boerenwoning achter boomgaard; één bouwlaag en acht traveeën, met zadeldak (Vlaamse pannen), in kern waarschijnlijk opklimmend tot de 17de eeuw waarvan nog duidelijke sporen in de twee rechter traveeën en in het interieur. Later vergroot en gerenoveerd onder meer aan de achterzijde (tweede helft van de 20ste eeuw). Verankerde en gewitte bakstenen lijstgevel op gepikte plint en afgelijnd door een getrapte daklijst met nieuwe hanggoot. Rechts lage korfboogdeur in een zandstenen omlijsting met kwarthol profiel, neggen en een gewitte gebogen druiplijst met kleine sleutel. Rechts daarvan: smal zandstenen bolkozijn met getraliede bovenhelft en luik eronder. Voorts hoge getoogde vensters met luiken.

Bewaarde houten zoldering met kinderbalken op moerbalken versierd met een ruw gesneden voluutmotief en rustend op geprofileerde natuurstenen consoles. Brede Vlaamse haard met geprofileerde houten haardbalk. Oorspronkelijke zwarte tegelvloer in de woonkamer en plankenvloer in de opkamer.

Ten zuiden, lang vroeger bedrijfsgebouw (dwarsschuur en stallen), aangepast tot architectenatelier. Gewitte bakstenen constructie met zadeldak (Vlaamse pannen), met jaartal 1817 op een gebintebalk. Bewaarde verhoogde schuurpoort. Ten noorden enkelvoudig laag bakstenen bakhuisje met zadeldak (pannen).