Voorheen een ovaalvormige omgrachte site door een binnengracht waarschijnlijk verdeeld in een opper- en neerhof (zie kaart van P.J. Benthuys van 1725). Vroeger met rechte toegangsdreef vanaf de Meersstraat (huidig uiteinde van de Steenakkerstraat) en via een voetweg verder verbonden met de "dries". Volgens archiefstukken te identificeren met het pachthof van het "goed ten Durpe", een heerlijkheid die al wordt vermeld sinds 13de eeuw en terug zou gaan op een oudere nederzetting de "villa Hemthorp". De heerlijkheid "ten Durpe" hing rechtstreeks af van het leenhof van de Oudburg, bezat middelbaar en laag recht van justitie en beschikte over een eigen baljuw en schepenbank die in de dreef van het hof zetelde. In 1684 behoorde het "goed ten Durpe" toe aan Joris van Crombrugghe, heer van Lovelde en Kerkhove. In eerste helft 18de eeuw bezit van de familie Reylof; later verkocht aan Pieter-Frans Pycke, heer van Idegem en ten Durpe. In 1782 is Dionisius Bernaerdus Frans hopsomere, heer van Kerkhove en ten dorpe, eigenaar van de hofstede genaamd "'t goed ten durpe" en de bijbehorende stokerij. In eerste helft 19de eeuw ging de hofstede, samen met de ten noordwesten aanpalende, omgrachte bijbehorende afhangen (nummers 25 en 27), van hopsomere over in het bezit van de familie de Kerchove de Denterghem uit Gent. Circa 1850 in twee eigendommen gesplitst en sindsdien herhaaldelijk verkocht.

Nummers 17-19. Voormalige dwarsschuur vooraan ingeplant op het half ovaalvormig omgrachte deel van de site, naar verluidt gedateerd 1722. Lange gewitte en verankerde bakstenen dwarsschuur met getrapte daklijst, verhoogde schuurpoort en zadeldak (Vlaamse pannen), eind 19de eeuw omgevormd tot een woning met koetshuis en paardenstal en recent gewijzigd tot twee woningen.

Nummer 21. Bak- en natuurstenen villa van twee verdiepingen, onder snijdende zadeldaken en wolfsdaken (leien), met eclectische inslag, gebouwd circa 1894 op de plaats van een ouder landhuis dat minstens opklom tot de 18de eeuw. Polygonale hoektoren van drie geledingen onder een achtzijdige leien spits en geflankeerd door afgeknotte punttoppen met zoldervenster onder dakoverstek. Voorts nog twee puntvormige dakvensters. Getoogde muuropeningen verbonden door omlopende platte banden en doorgetrokken druiplijsten. Een bordes met dubbele gebogen toegangstrap met balustrade naar de deur in de linkergevel. Achterin de tuin gesitueerde voormalige hovenierswoning (nummer 23).