Teksten van Burgerhuis Den Phijsant

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/3612

Burgerhuis Den Phijsant ()

De kern van het pand genaamd "Den Phijsant" gaat mogelijk terug tot de 14de-15de eeuw. Het wordt vanaf de 16de eeuw vermeld als een huis van betekenis met hof, waterput en achterhuis. In 1822 werd de voorgevel verbouwd tot een lijstgevel door bouwmeester Jos Ardies. In 1980 werd de bovenste verdieping vervangen door een moderne hout- en glasconstructie.

Historiek

Het pand "den Phijsant" of "Phisant" heeft een eeuwenoude geschiedenis. De kern van het pand gaat mogelijk terug tot de 14de-15de eeuw. Het wordt vanaf de 16de eeuw vermeld als een huis van betekenis met hof, waterput en achterhuis. De tot nog toe oudste teruggevonden vermelding van de huisnaam "den Physant" dateert van 1689.

Dit huis was onder meer in het bezit van Hendrik Luytens kanunnik van Sint-Rombouts (1563), Jan Van Harlingen notaris (1610-1614), Jan Roblin procureur bij de Grote Raad (eerste helft van de 16de eeuw) en de familie De Meester de Ravestein (voor 1866).

In 1822 liet de toenmalige eigenares Mevrouw Douglas dit Schott, geboren De Meester, de voorgevel van het huis verbouwen tot een lijstgevel door bouwmeester Jos Ardies. Het eigendom werd in 1866 te koop aangeboden door de familie De Meester de Ravestein samen met de aanpalende panden en percelen (G. de Stassartstraat 6-8, Sint-Janskerkhof 3 en Sint-Jansstraat 9 met het ernaast liggende perceel).

In 1977 kochten de heer en mevrouw M. Pluymers het huis van de kathedrale kerkfabriek Sint-Rombouts. Het huis werd aangepast in 1980 zodat de zolderruimte ten volle benut kon worden: de toegevoegde lagere hoogste verdieping (19de-eeuws) werd ten dele afgebroken en vervangen door een moderne hout- en glasconstructie naar ontwerp van architect M. Pluymers, aansluitend bij het oude gebint.

Op het moment van de bescherming (1999) was het pand in gebruik als woning en architectenbureau.

Beschrijving

Het betreft een middeleeuws diep- en enkelhuis van zeven balkvakken diep en twee bouwlagen hoog onder één steil zadeldak. De kern van het pand gaat mogelijk terug tot de 14de-15de eeuw. Sporen van de oorspronkelijke korbeelconstructie in het voorste deel wijzen in die richting. Zowel op het gelijkvloers als op de verdieping vertonen de moerbalken inkepingen en de zijmuren kraagsteenresten. Tot de oudste elementen van het pand behoren ook de kelder met tongewelf, de muur in vakwerkbouw en het dakspant zonder de nok.

De voorgevel werd in de loop der eeuwen meermaals aangepast. In zijn huidige vorm is het een skeletgevel van drie traveeën uit de eerste helft van de 18de eeuw met geveltop uit 1980.

Volgens de teruggevonden bouwvergunning van 22 augustus 1832 had de 18de-eeuwse gevel een in- en uitzwenkende top welke mocht vervangen worden door een bovenverdieping met lijstgevel. Deze gepleisterde en geschilderde lijstgevel werd op zijn beurt terug aangepast omstreeks 1978-1979. Na ontpleistering kwamen de witstenen sokkel, penanten en pilasters in het zicht. De bovenverdieping werd vervangen door een hout- en glasconstructie aansluitend bij het oude gebinte. De achtertuitgevel met typische muurvlechtingen en schouderstukken heeft een bolkozijn in de top. De rechthoekige vensters op de eerste en tweede bouwlaag, werden later verlaagd en voorzien van arduinen lekdrempels. De rechthoekige deur wordt voorafgegaan door twee treden van arduin.

Het interieur bewaart waardevolle elementen uit de verschillende bouwfasen. De gang heeft een tegelvloer van blauwe hardsteen en een hoge plint van geglazuurde witte tegels afgelijnd door een fraaie boord met rozen. De achterkamer bezit een 18de-eeuwse schouwmantel in roze marmer. Tussen het voor- en achtervolume bevindt zich het trappenhuis met houten trap uit de eerste helft van de 19de eeuw. Uit diezelfde 19de-eeuwse bouwfase dateren vermoedelijk de deuren met portiekomlijsting en ovaal bovenlicht van de bovenverdieping. In de voorkamer van de eerste verdieping zijn naast de reeds vermelde sporen van een korbeelconstructie eveneens nog enkele beschilderde kinderbalken en vage sporen van een wandbeschildering zichtbaar.


Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DA002256, Huis Den Phijsant
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis Den Phijsant [online], https://id.erfgoed.net/teksten/166703 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis Den Phijsan ()

Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder gecombineerde afgesnuite zadeldaken (nok parallel aan en loodrecht op de straat, Vlaamse pannen). Oudere kern van twee bouwlagen aangeduid door gebint en achterpuntgevel met aandaken en bolkozijn in de top. Voorheen bepleisterde, heden gedecapeerde lijstgevel op zandstenen sokkel uit de eerste helft van de 18de eeuw. Skeletstructuur: smalle zandstenen penanten doorgetrokken tot zandstenen pilasters op de bel-etage, bakstenen pilasters met deels weggebroken sokkel en kapiteel op de bovenverdieping; horizontaal accent door middel van waterlijsten.

Kroonlijst op zandstenen hoekconsoles. Rechthoekige vensters op de eerste en tweede bouwlaag, later verlaagd en voorzien van arduinen lekdrempels. Rechthoekige deur met twee treden van arduin.

Huis aangepast in 1980 zodat de zolderruimte ten volle kan benut worden: de toegevoegde lagere hoogste verdieping (19de-eeuws) werd ten dele afgebroken en vervangen door een moderne hout- en glasconstructie naar ontwerp van architect M. Pluymers, aansluitend bij het oude gebint.


Bron: EEMAN M., KENNES H. & MONDELAERS L. 1984: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Mechelen, Binnenstad, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 9n, Brussel - Gent.
Auteurs:  Eeman, Michèle; Mondelaers, Lydie; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis Den Phijsant [online], https://id.erfgoed.net/teksten/3612 (geraadpleegd op ).