Aanhorigheden van voormalig "Kasteel Ysebrant de Lendonck". Aanvankelijk een omgracht speelgoed met aanhorigheden beschreven in 1774 naar aanleiding van de verkoop ervan. Op de Oostenrijkse kabinetskaart van graaf de Ferraris vermeld als "campagne Ten Lassche" (?). Het buitengoed was van 1774 tot 1847 eigendom van de familie Odemaere, den van D. van den Bossche. In 1858 verkocht aan George William Drory die het oude zomerverblijf vernieuwde en een aantal bijgebouwen toevoegde. Neogotische buitenplaats door de erfgenamen van G. Drory, namelijk Ysebrant de Lendonck in begin 20ste eeuw (1902 en 1909) in dezelfde stijl uitgebreid tot een kasteel met de allures van een groot laatmiddeleeuws Engels landhuis. In 1950 door de Gentse Veeartsenijschool aangekocht domein van 20 hectare behelzend het kasteel met aanhorigheden in het omgrachte kasteelpark, de aanpalende kasteelhoeve en een deel van het achterliggende vroeger zogenaamd "Coottelhoekbos". Aanvankelijk werd de directeurswoning en het administratief onderdeel van het centrum ondergebracht in het merkwaardige kasteel, gesloopt in 1973 na de bouw van een modern instituut op het domein. Heden zogenaamd Kasteelhof, Proefcentrum voor Veeteelt en Veeartsenijkundige Opzoekingen van de Gentse rijksuniversiteit.
Twee bewaarde vroegere bijgebouwen van het kasteel, paardenstallen met koetshuis en stallen, gebouwd circa 1860 in dezelfde stijl als het gesloopte kasteel. Brede toegang met hek tussen twee vierkante bakstenen pijlers met muur verbonden aan de zijpuntgevels van beide parallelle gebouwen. Hoofdgebouw links voornamelijk inwendig aangepast tot woning, paardenstal, garage, smidse en werkplaats voor het proefcentrum. Lang rechthoekig gebouw van twee verdiepingen en elf traveeën, onder zadeldak (leien). Uitkragende, vierkante overhoekse hoektorentjes met gekanteelde bekroning markeren de vier gevelhoeken en de hoeken van de centrale uitspringende middenrisalieten. Referenties aan de middeleeuwse kasteelarchitectuur in de gevel gericht naar het verdwenen kasteel onder meer ridderbeeld in een rondboognis. Heden witgeschilderde gecementeerde bakstenen gevels met natuurstenen geprofileerde dak- en druiplijsten, kraagstenen. Aan weerszij van beide risalieten: vier steekbogen op pilasters met geprofileerd lijstkapiteel en voorzien van een venster, deur of poort. Rechte druiplijsten met afhangende uiteinden boven de vensters. Stervormig omlijste oculi in de brede zijtuitgevels.
Eenvoudiger uitgewerkte lagere vleugel met varkens- en kalverstallen. Rechthoekige gewitte bakstenen vleugel van één bouwlaag en elf traveeën, met zadeldak (kunstleien). Beide langsgevels geritmeerd door brede steekbogen op pilasters. Gewijzigde staldeuren en recente vensters.
- VAN DAMME M., Geschiedkundige kronieken 14, (Merelbeke, oktober 1988, p. 4-5).
- WILLEMS A.E.R., Het proefcentrum voor Veeteelt en Veeartsenijkundige opzoekingen "Kasteelhof" Merelbeke, s.l., p. 2-3.