Op de hoek met Kerkstraat gebouwd gemeentehuis met rechts de later geannexeerde oorspronkelijke woning van burgemeester A. Hebbelynck. Volgens de archiefstukken en de aanwezige herdenkingssteen gebouwd in 1906 naar ontwerp van architect H. Geirnaert. L-vormig beeldbepalend neogotisch gebouw aansluitend bij de landelijke gemeentehuizen in neostijl. Sinds 2001 in gebruik als vredegerecht kanton Merelbeke.
Vrij imposant gebouw met bak- en natuurstenen lijstgevels van twee bouwlagen waarvan de benedenverdieping opgevat is als onderbouw. Oorspronkelijke voorgevel van drie traveeën met langs de gevel opklimmende trap en pui naar de hoofdtoegang; twee venstertraveeën rechts onder een getrapt dakvenster met smeedijzeren bekroning. Markante achtkantige traptoren van vier geledingen met leien spits op de hoek. Bredere linker zijgevel met ruime drielichten in Brugse travee eindigend op getrapte dakvensters. Rechts vroegere burgemeesterswoning van twee bouwlagen en vier traveeën met zijtrapgevel, hoger opgaande poorttravee en gemoderniseerde benedenvensters. De achtergevel toont dankzij de verschillende baksteen duidelijker dan de voorgevel de beide panden, die in elkaar verweven zitten. De oude burgemeesterswoning is achteraan breder dan vooraan. Het buitenschrijnwerk behield zijn ruitvormige glas-in-lood-verdeling.
De interne structuur van het gemeentehuis bleef bewaard ondanks enkele beperkte verbouwingen. De typische tweedeling is ook hier herkenbaar met een buitentrap die rechtstreeks naar de gemeenteraadszaal op de eerste verdieping leidt en functionele ruimtes op de benedenverdieping. De trap in het hoektorentje was de belangrijkste verbinding tussen beide verdiepingen. In de voormalige burgemeesterswoning bleef nog een diensttrap bewaard. Recent werd een nieuwe trap geplaatst om de circulatie te vereenvoudigen. De benedenverdieping wordt gekenmerkt door twee poorten, één aan elke buitenzijden van het gebouw. Op de benedenverdieping is verder het goed bewaarde cachot met verstevigde deur en kijkluik vermeldenswaardig. De bovenverdieping behield een in neogotische stijl aangeklede raadzaal met parketvloer, houten lambrisering (Pitch Pine?), gotische schouw en gepolychromeerde moerbalken op hardstenen consoles. In de gang een fraaie tegelvloer in de Belgische driekleur met een zwarte omranding. Het neogotische binnenschrijnwerk is kwaliteitsvol afgewerkt met bovendien een geschilderde houtimitatie op de deuren en omlijstingen. Het schijnwerk op de zolderverdieping is volledig overschilderd. Het pand behield zijn oorspronkelijke dakconstructie.
