Buitenplaats, ook zogenaamd "Kasteel Mijl Eke", naar de gelijknamige wijk. Kasteelpark met onregelmatige rechthoekige vorm omgeven door grachten. Als omgrachte site een weinig ten zuiden van de Schellebellebeek minstens opklimmend tot de 18de eeuw. In 1782 een omwald speelgoed met hofstede toebehorende aan mijnheer Coene. Midden 19de eeuw bezit van de familie Claus en door huwelijk eind 19de eeuw gekomen aan de familie Leirens.
Toegang tot het domein via een gemetste bak- en natuurstenen brug met balustrade over de voorste kasteelgracht midden tegenover het kasteel. Toegangspoort in neo-Lodewijk XVI-stijl uit het begin van de 20ste eeuw. Twee gedecoreerde bepleisterde vierkante hekpijlers met pijnappelbekroning, voluutvormige zijsteunen met aansluitende kwartronde balustrade en een openzwaaiend decoratief ijzeren hek.
Lang rechthoekig kasteel voorzien van jaarstenen 1787 en 1914 bij de aanzet van de centrale geveltop. Algemene aanleg en opstand vermoedelijk grosso modo nog uit het vierde kwart van de 18de eeuw, doch vergroot aan de achterzijde in het vierde kwart van de 19de eeuw en waarschijnlijk in 1914 in zijn totaliteit aangepast met geveldecoratie in neo-Lodewijk XVI-stijl. Hoofdgebouw van zes traveeën en drie verdiepingen onder mansardedak (leien). Bepleisterde lijstgevel met symmetrische ordonnantie. Begane grond in afgevlakte bossage op hardstenen sokkel. Rechthoekige vensters en deurvensters voorzien van houten raamkozijnen met kleine roedeverdeling. Bovenvensters verrijkt met stucomlijstingen. Licht uitspringend middenrisaliet van vier traveeën eindigend op een klokgeveltop met siervaasbekroning. Een halfronde zuilenportiek waarboven een terras met balustrade tegen de twee middentraveeën.
Hoektraveeën en zijgevels afgelijnd door een omlopend hoofdgestel met balustrade en siervazen op postamenten. Gelijkaardige achtergevel met een vijf traveeën brede uitbouw onder terras tegen de begane grond. Zijvleugels van één bouwlaag, links van drie, rechts van vijf traveeën onder een afgeknot zadeldak met ijzeren nokhek en oeils-de-boeuf. Klokgevelvormige zijgevels.
Ten zuidoosten gedeeltelijk overgroeide rechthoekige ijskelder (volgens kadastergegevens gebouwd in 1858). Twee in een breed steekboogveld ingeschreven toegangsdeuren in de noordgevel (één gedicht, de tweede getralied). Polygonaal halfopen prieel met mansardedak rustend op zuilen, uit het begin van de 20ste eeuw; deels omsloten door een balustrade verlengd als afsluiting voor de achterliggende serre. Toegang tot de serre via een rondboogdeur uitgespaard in een gecementeerde schermgevel met zuilen die de gekorniste kroonlijst schragen.
Voorts in het park bewaarde ijzeren boogbrug met decoratieve ijzeren leuning (19de eeuw?) en twee bak- en natuurstenen bruggen over de parkvijvers.
