Grote hoeve met losse bestanddelen, voormalig 't Goed te Idegem en zogenaamd hoeve Tidegem. Vroegere pachthoeve van de Gentse Sint-Pietersabdij. Reeds melding van een goed "Idegem" in 965. Volgens K.G. Van Acker hoeve ontstaan na schenking in 1038 van grond aan de abdij, waarschijnlijk door de heer van Idegem. Abdijhoeve in 1281 bewoond door Boudewijn van Idegem, een nazaat van de familie waaraan de hoeve haar naam ontleent. Vroeger omgrachte achterin gelegen hoeve met geasfalteerde toegangsweg aanvangend bij twee bakstenen hekpijlers. Lang zuidelijk georiënteerde boerenwoning, vroeger opgevat als tweegezinswoning.
Eén bouwlaag en negen traveeën, met zadeldak (nieuwe donkere pannen), uit de tweede helft van de 18de eeuw maar aangepast in de 19de en 20ste eeuw. Linker zijpuntgevel met muurvlechtingen, rechter zijgevel wijzend op vernieuwing van het dak en vergroting van de woning naar achteren. Verankerde en gewitte bakstenen voorgevel op gepikte plint. Licht getoogde, hoge vensters met groen- en witgeschilderde luiken, lekdrempels van rode tegels, en met uitzondering van de twee middelste vensters met sponning. In de eerste travee: steekboogdeur in een geschilderde omlijsting met sponning en oren. Rechthoekige deur met geschilderde omlijsting in de zevende travee. Brede dakoverstek met nieuwe hanggoot. Vernieuwd interieur met twee opkamers aan de achterzijde.
Ten zuidoosten in U-vorm gebouwde dienstvleugels (dwarsschuur, stallen, wagenhuis) rondom gemetste mestvaalt. Verankerde bakstenen gebouwen met zadeldaken en schilddak (Vlaamse pannen).
- KERCKHAERT N. 1981: Oude Oostvlaamse huisnamen 2, Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oost-Vlaanderen, Bijdragen Nieuwe Reeks 16, Gent, 171.
- VAN ACKER K.G. s.d.: Bijdrage tot de geschiedenis van Merelbeke , onuitgegeven nota's, 35.