Zogenaamd Molenhoeve, naar de verdwenen nabij gelegen houten korenwindmolen, met jaartallen 1704-1724, in 1960 omvergewaaid. Achterin gelegen hoeve met losse bestanddelen, bereikbaar via een zandweg. Toegang aan de oostelijke erfzijde via gewitte, bakstenen hekpijlers met gepikte sokkel en pannen afdekking. Omhaagde moestuin ten zuiden van het boerenhuis met één bouwlaag en zes traveeën, onder zadeldak (rode Vlaamse pannen). Rechts zijpuntgevel met aandak, muurvlechtingen en ijzeren topanker met jaartal 1762 en letter M. Lichtblauwgeschilderde, verankerde bakstenen voorgevel (ten zuiden) op een grijsblauwgeschilderde, gecementeerde plint. Verschillende, aangepaste rechthoekige vensters, rechts twee onder een zelfde houten latei. Lage steekboogdeur in een grijsblauwgeschilderde bakstenen omlijsting met oren en gebogen kroonlijst. Een klein vierkant bovenlicht. Noordelijke erfgevel met kleine rechthoekige vensters met kleine roedeverdeling en bepleisterde omlijsting met duimen. Lage rechthoekige deur tussen bepleisterde rechtstanden met oren. Rechts een opkamervenster en kleine oculus.

Interieur: een opmerkelijke deuropening in de centrale gang naar de pronkkamer, namelijk een steekboogdeur in een groengeschilderde bakstenen omlijsting met oren, bekroond door een omlijste rondboognis met porseleinen Onze-Lieve-Vrouwebeeldje. Bewaarde brede Vlaamse haard en houten zoldering met versierde moerbalk. Bakoven in de keuken. Rode gebakken tegelvloer bewaard in de opkamer.

Ten westen van het boerenhuis, haaks aangebouwde maalderij, naar verluidt uit de 20ste eeuw en sinds 1949 aangedreven door een tractor. Recente kleine dienstgebouwen aan de oostelijke erfzijde.