Teksten van Vrije lagere school en bijhorend klooster

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/36577

Vrije lagere school en bijhorend klooster ()

Achter het kloosterhuis, dat paalt aan de straat, zijn enkele bijgebouwen, de speelplaats en het schoolgebouw gelegen. Het ontwerp van de schoolgebouwen en klooster werd gemaakt door architect Vande Velde uit Oudenaarde. De school opende op 1 september 1905.

Historiek

Aanvankelijk katholieke lagere meisjesschool van de congregatie van de zusters van Onze-Lieve-Vrouw Visitatie daterend van 1905 gesticht op initiatief van de toenmalige pastoor van Munte, Frans Van Havermaet. De dorpsschool is gelegen op een diep rechthoekig perceel, naast de pastorie en tegenover de zuidgevel van de parochiekerk. Dit perceel maakte voordien deel uit van de pastorietuin. Van bij de oprichting bezaten de gebouwen hun huidige aanleg: het kloosterhuis palend aan de straat met aan de linkerperceelgrens aansluitende lage bakstenen annexen en daarachter tegen de bakstenen scheidingsmuur een vernieuwde overdekte speelplaats; het eigenlijke schoolgebouw achter het kloosterhuis paalt achterwaarts aan de rechter perceelgrens en grenst aldus aan de pastorietuin. Het ontwerp van de schoolgebouwen en klooster werd gemaakt door architect Vande Velde uit Oudenaarde, de werken werden toegewezen aan aannemer Verhauwen van Munte. De school opende op 1 september 1905.

Het kloosterhuis werd door de zusters van Onze-Lieve-Vrouw Visitatie definitief verlaten in 1974 en is heden afzonderlijk als woning verhuurd. De basisschool hing een tijdlang af van het Paus Johannescollege van Merelbeke, nadien van het Sint-Gregoriuscollege van Ledeberg en thans van de Vereniging Katholieke Scholen regio Gent-Zuid Land van Rode. Wegens het geringe huidige aantal leerlingen was de wijkschool in 2000 met sluiting bedreigd.

Beschrijving

Het kloosterhuis is in baksteenbouw uitgevoerd waarbij de voorgevel een neogotische inslag vertoont en door het kleurrijk bouwmateriaal duidelijk aansluit bij de eclectische architectuur uit het begin van de 20ste eeuw.

Het bakstenen kloosterhuis telt twee bouwlagen en in totaal vijf traveeën met afwisselend verschillende breedte. Het hoger opgaande rechterdeel onder pannen zadeldak van drie traveeën met dubbelhuisopstand vertoont een uitspringend deurrisaliet verhoogd door een getrapt dakvenster; lisenen beklemtonen dit verticaliserend element van de gevel. Onder de topanker is een hardstenen gevelsteen met bouwjaar 1905 aangebracht. In het spaarveld onder het dakvenster is een hardstenen herinneringssteen met opschrift bewaard : "GESTICHT/ ... F. VAN AVERMAET/ PASTOOR ... MUNTE/ 1905".

Bovenaan is de gevel afgewerkt door een dubbele rechte tandlijst. Een smalle muurdam met lagere bovenverdieping vormt de overgang naar de uitspringende linker venstertravee bekroond door een trapgevel; de huiskapel op de bovenverdieping van het vroeger klooster is van buitenaf herkenbaar aan de twee hoge spitsboogvormige bovenvensters. De voorts overwegend rechthoekige vensters van de voorgevel zijn in spaarvelden ingeschreven met al dan niet gekoppelde bogen. Boven de voordeur is er een nis met wit heiligenbeeldje, een element dat refereert aan het oorspronkelijk religieus karakter van de woning, aangebracht. De voorgevel rust op een sokkel van donkere baksteen met hardstenen afschuining. Drie keldervensters van de kelder zijn onder de rechtertravee aangebracht. In de felrode bakstenen voorgevel worden de doorlopende vensterregisters horizontaal belijnd door drie dubbele banden van donkergrijze baksteen. Hardsteen is nog aangewend voor de vensterdorpels en consoles. IJzeren I-lateien met contrasterende witte rozetten vallen sterk op evenals het gewit origineel houtwerk met kleine roedeverdeling in de bovenlichten. Sierankers verhogen het decoratief aspect van de voorgevel. De vlakke achtergevel met verspringende lijstgevel van donkere baksteen heeft een sober karakter, eenvoudiger sierankers en is door een baksteenfries afgelijnd. De travee met lage achterdeur en vensters op tussenniveaus geeft aan de trapgang te bevatten.

De zeer lage en ondiepe haakse bakstenen bijgebouwen onder lessenaarsdak (vroegere stal en berging) zijn tegen de bakstenen scheidingsmuur met de tuin van Munteplein 4 aangebouwd; heden enigszins aangepast en grotendeels met eternieten golfplaten afgedekt.

Binnenshuis bewaart het kloosterhuis naast zijn oorspronkelijke indeling onder andere volgende authentieke interieurelementen:

  • gang: zwarte tegelvloer met wit ruitmotief en lopende hondmotief in de omlopende boord; houten trap met ronde geprofileerde trappaal en fijne balusterleuning tot de zolderverdieping
  • twee achter elkaar aansluitende salons met brede driedelige tussendeur, plankenvloer, centraal stucorament tegen het plafond en een verschillende marmeren schoorsteenmantel
  • linker voorkamer voorzien van vloertegels met geometrisch motief (in zwart, wit en grijs), marmeren schoorsteenmantel waarvan haardwand (naderhand) bezet met decoratieve faiencetegels; plafond met omlopende holle boordlijst en centraal stucormanent.
  • originele binnendeuren

De interessante vroegere huiskapel is voorzien van originele, typisch neogotische gepolychromeerde wanden en dito beplanking van de gebroken tonvormige houten zoldering (met twee trekstangen). De zijwanden en wand aan de straatkantzijde vertonen voornamelijk groene sjabloonmotieven op lichtere groene achtergrond, de korte binnenwand, wellicht vroegere altaarzijde, motieven in rode tinten. Diverse gekleurde omlopende lijsten en boorden ook voor de gewelfvlakken waarop vier omlijste medaillons met Mariamonogram, Christusmonogram IHS, een monogram met Christusmonogram PX in een doornenkroon midden de top van de tussenwand. Het kleine kamertje achter de huiskapel met vlakke zoldering bewaart een eenvoudige polychromie eveneens met sjabloonmotieven.

Het schoolgebouw telt zes klaslokalen ondergebracht in een rechthoekig bakstenen gebouw van twee verdiepingen en zes traveeën afgedekt door een pannen zadeldak. De voorgevel vertoont enige overeenkomstige kenmerken met het kloosterhuis: per bouwlaag telkens drie dubbele banden van donkergrijze baksteen die de vensterregisters horizontaal belijnen, ijzeren I-lateien met witte rozetjes voor de vensters. De ruime rechthoekige vensters zijn in gebogen spaarvelden ingeschreven met verwerking van grijze baksteen in de bogen. Het oorspronkelijk houtwerk van de vensters is verdwenen, en vervangen door nieuwe ramen.

De inkom in de smallere derde travee bezit een deels beglaasde dubbele deur met roedeverdeling, ook in het bovenlicht. De rondbogige beglaasde gevelnis boven de deur is met grijze baksteen omlijst boven een geprofileerde hardstenen sokkel. De gevelkapel bevat een gepolychromeerd beeldje van Jezuskind.

Binnenin zijn van de oorspronkelijke aankleding onder andere nog volgende elementen aanwezig :

  • de houten trap met ronde geprofileerde trappaal en fijne balusterleuning
  • de houten tussenwand tussen de twee rechter klaslokalen op beneden- en bovenverdieping
  • een gepolychromeerd beeld van Jezus aan het kruis op de overloop boven

De verharde speelplaats werd opnieuw geplaveid. Tegen de bakstenen scheidingsmuur met de tuin van Munteplein 4 leunt een typische overdekte speelplaats aan van het type open galerij met lessenaarsdak (reeds vernieuwd) en verder een lage bakstenen berging met lessenaarsdakje.


Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002139, Dorpskern Munte.
Auteurs:  Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vrije lagere school en bijhorend klooster [online], https://id.erfgoed.net/teksten/174457 (geraadpleegd op ).


Vrije lagere school en klooster ()

Vrije lagere school, opgericht in 1905 door de zusters van Onze-Lieve-Vrouw Visitatie. Bakstenen kloosterhuis en aansluitend schoolgebouw met neogotische inslag. Onderkelderd dubbelhuis van twee bouwlagen en drie traveeën onder zadeldak (mechanische pannen, nok parallel aan de straat). Lijstgevel voorzien van sierankers op sokkel met natuurstenen afschuining. Licht uitspringende deurtravee eindigend op getrapt dakvenster en met beeldnis boven de deur. Muuropeningen onder ijzeren I-lateien met rozetten, ingeschreven in boogvelden. Links smalle lagere muurdam als overgang naar de risalietvormige trapgevel van twee traveeën met spitsboogvormige bovenvensters.

  • DE CALUWE R. 1968: 300 jaar ontwikkeling van de congregatie der zusters van O.-L.-Vrouw Visitatie, De Oost-Oudburg, Jaarboek Vl, 43.

Bron: BOGAERT C. & VERBEECK M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vrije lagere school en bijhorend klooster [online], https://id.erfgoed.net/teksten/36577 (geraadpleegd op ).