Alleenstaande woning van het voor een pastorie gebruikelijke type dubbelhuis van vijf traveeën.
In de eerste helft van de 18de eeuw bevond zich ter hoogte van de huidige pastorie reeds een huis. In 1783 kreeg de toenmalige pastoor toestemming om het aan te kopen en tot pastorie in te richten; veranderingen en herstellingen aan het bestaande huis waren in 1784 uitgevoerd. In 1858 werd de pastorie aangepast en met een verdieping verhoogd tot het huidige volume onder het pannen schilddak met omlopende witte gootlijst. In beide zijgevels zijn sporen van verschillend baksteenmetselwerk die op een oudere woning van één bouwlaag wijzen. In de linker zijgevel zijn nog sporen van de vroegere zijpuntgevel met vlechtingen te zien evenals twee gedichte rechthoekige zoldervensters waarvan het linker duidelijk een zandstenen bolkozijn en dito hoekblokken met luikduimen vertoonde. Na verwijdering van de 19de-eeuwse gevelbepleistering werd tegen de voorgevel in 1975 een nieuw bakstenen gevelparement aangebracht. De hoge getoogde vensters met luiken gaan wellicht op de vroegere vensteropeningen terug. De omlijste rondboogdeur is duidelijk een wijziging (vergelijk met archieffoto's van de vroegere toestand). Tegen de blinde rechterzijgevel is in de loop van de 20ste eeuw een aanbouw met plat dak toegevoegd. De vlakke gecementeerde achtergevel met schijnvoegen bewaart ankers op de begane grond. Twee van de getoogde vensters zijn enigszins verlaagd tot rechthoekige.
Het interieur bewaart zijn typische indeling van dubbelhuis met centrale gang van voor- tot achterdeur. De structuur van de benedenverdieping en de tonvormig overwelfde kelder (aan de straatzijde links) gaan wellicht op de 18de-eeuwse kern terug. De midden 19de-eeuwse aankleding is slechts fragmentarisch bewaard. Zo bezit de linker achterkamer een grijze marmeren schouwmantel (wellicht derde kwart 19de eeuw) waarvan de schouwboezem met geschilderd stucwerk in Lodewijk XVI-stijl is versierd onder meer met guirlandes, rozetten, een bloemenkorfmotief en lijstwerk; ook de zoldering bezit stucdecoratie doch de huidige veelkleurige beschildering ervan dateert pas van de jaren 1970. De kamer kreeg ook een nieuwe vloer als in de gang, de binnenluiken van de vensters met gewijzigd houtwerk zijn verwijderd. In de kleinere tweede kamer aan de tuinzijde bleef een marmeren schouwmantel van een veel voorkomend type bewaard; het stuclijstwerk van de zoldering is minder decoratief uitgewerkt. De trapkast is voorzien van een geschilderde houten leuning.
De achterliggende pastorietuin bezit nog gedeeltelijk een bakstenen tuinmuur aan Ruspoel geleed door lisenen en van hardstenen dekplaten voorzien. Aan de tuinzijde zijn er lage stallingen tegenaan gebouwd. Het voorste deel van de pastorietuin omvat een aangelegde tuin met cirkelvormig grasperk, rondom met struiken en een oude beuk (Fagus sylvatica) ongeveer tegenover de achterdeur van de pastorie.
In de boomgaard bij de pastorie zijn twee constructies opgericht in de jaren 1980-1990: een cultureel centrum, zijnde een vroeger schoolgebouwtje dat van elders uit Merelbeke zou zijn overgebracht en een houten clubhuis naast een staande wip van de Koninklijke Schuttersmaatschappij "Ons Vermaak" gesticht in 1932. Een groot deel van de appelbomen (naar verluidt vroeger tientallen verschillende soorten) zijn gekapt (stronken nog aanwezig). Achteraan is de moestuin door een haag afgesloten. In het gedeelte van de pastorietuin achter de school, namelijk de zuidoosthoek, is een aangelegd deel bewaard met kunstmatig heuveltje waarop zich vroeger een tuinprieel bevond met uitzicht op de beekvallei die de grensscheiding vormt met Scheldewindeke.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Sint-Bonifatiusparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/36578 (geraadpleegd op ).