erfgoedobject

Neoclassicistisch burgerhuis

bouwkundig element
ID
36597
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/36597

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het neoclassicistisch burgerhuis uit het vierde kwart van de 19de eeuw telt vijf traveeën en twee en een halve bouwlaag onder leien schilddak. De voortuin is aan de straat afgesloten door een ijzeren hekwerk op een lage bakstenen muur.

Historiek

Volgens archiefgegevens van het kadaster werd het huis met bijgebouw in 1878 geregistreerd als nieuwe constructie, eigendom van Vander Schueren Celestin, een oliefabrikant; voor diens opvolger Buyle-Vander Schueren C., eveneens fabrikant, werd in 1904 de vergroting van het huis aan de linker zijde genoteerd. Omstreeks 1988 werd deze woning gerenoveerd; de linkerzijaanbouw werd door een groter volume vervangen (bureel). Aan de achterzijde werd de benedenverdieping van de woning vergroot met een uitbouw onder plat dak. Na perceelwijziging werd op vroegere delen van de tuin aan weerszij van het huis een nieuwe woning opgetrokken; daarbij verdween een groot bijgebouw.

Beschrijving

Als alleenstaand neoclassicistisch burgerhuis uit het midden van de tweede helft van de 19de eeuw valt het huis door zijn oorspronkelijk karakter, zijn volume en als typisch burgerhuis met stedelijke allures sterk op tussen de overige woningen in de onmiddellijke omgeving van de kerk; bovendien is het het enige huis van dit type in het centrum van Schelderode. Ook zijn inplanting, ten oosten van de kerk aan de overkant van de Gaversesteenweg in een buitenbocht van voornoemde straat aan de hoek met de Molenstraat maakt het huis tot een zeer beeldbepalend en integraal element van de oude dorpskern.

De voortuin is aan de straat afgesloten door een gewit ijzeren hekwerk op een lage bakstenen muur met midden tegenover de voordeur een breed hek, aan decoratieve ijzeren hekpijlers. De woning is van het type dubbelhuis van vijf traveeën en twee en een halve bouwlaag met leien schilddak (vorstkam en centrale dakkapel sinds de recente renovatie van het dak verdwenen).

Het pand wordt gekenmerkt door een voor de bouwperiode en het woningtype karakteristieke bepleisterde en beschilderde lijstgevel met stuclijstwerk, imitatiebanden en hardstenen kordons die de symmetrische voorgevelopstand en horizontale opdeling met vensterregisters ondersteunen. Het licht uitspringend centraal deurrisaliet is voorzien van een balkon met een decoratieve gietijzeren leuning op rolwerkconsoles. De gevel is opengewerkt met steekboogvormige muuropeningen met bewaard houtwerk en vensterluiken aan de benedenvensters. De bovenvensters zijn verrijkt met geprofileerde omlijstingen en een siersluitsteen. Bij de voordeur en de vensters in de voorgevel (met uitzondering van balkondeurvenster) bleef het houtwerk bewaard, net zoals het origineel sluitwerk van de vensters met sierlijk uitgewerkte handgrepen. De gevel wordt beëindigd door de gerestaureerde, uitspringende, getande en gekorniste houten kroonlijst op uitgelengde modillons. De beraapte achtergevel en blinde zijgevels werden later bepleisterd en geschilderd.

Vernieuwde zijaanbouw verkreeg een bouwstijl in overeenstemming met de woning en met een zeer aanvaardbaar volume in verhouding tot de woning; dit geldt eveneens voor de lage achterbouw. Oorspronkelijke openingen van de vensters in de achtergevel; decoratief gegraveerd glas met typisch centraal vaasmotief voor het venster van het trappenhuis.

Het interieur bewaart volgende oorspronkelijke elementen:

  • gewitte houten trap met typische balustervormige trappaal en fijne spijlenleuning tot de zolderverdieping
  • stucwerk van zoldering in de trapgang namelijk lijstwerk, centraal kleine stucornament in het voorste deel van de gang en twee gedecoreerde stucconsoles (dubbele deuren van elders gerecupereerd)
  • zwart-witte vloer van zeskantige tegels met omlopende boord in rood, zwart en wit en zwarte plint in het salon vooraan rechts
  • centrale stucdecoratie van plafond in de rechtervoorkamer
  • plankenvloer van bovenkamers.

De bijbehorende kleine stal met bakoven, W.C. en aangebouwde serre bevinden zich opzij in de achtertuin. Het tweedelig landelijk bakstenen bijgebouw onder verspringende pannen zadeldaken is voorzien van lijstgevels bovenaan afgewerkt door een getrapte bakstenen daklijst. Een lage getoogde deur is aangebracht in het smallere deel.

Tegen de blinde zijpuntgevel bevindt zich een gerestaureerde kleine serre.

De bijbehorende achtertuin kreeg een nieuwe symmetrische aanleg met hagen en een niveauverschil. Achteraan paalt de tuin aan voetweg nummer 25 en staat een beuk die door zijn omvang het karakter van de tuin mede bepaalt.


Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002136, Dorpskern Schelderode.
Auteurs: Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Dorpskern Schelderode


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/36597 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.