erfgoedobject

Schelderomolen

bouwkundig element
ID
36611
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/36611

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Schelderomolen
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Windmolen Schelderomolen
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Windmolen Schelderomolen met omgeving
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Schelderomolen
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

De Schelderomolen is een stenen korenwindmolen van het type bovenkruier (bergmolen), gebouwd in 1907 door molenmaker Baerdeman uit Velzeke.

Deze molen verving een houten staakmolen die zich sinds de 17de eeuw bevond op de Schelderodekouter (vermelding in het testament van Jacques Thienpont van 1669 maar nog niet aangeduid op de kaart van Antonius Sanderus uit 1641-1644). De stenen molen werd opgericht door de familie Van Cauwenberghe die sinds 1862 eigenaar was van de houten molen. Het is één van de laatste in Vlaanderen gebouwde molens van het type bovenkruier, die buiten met een kruiwiel gekruid wordt naar de wind. Nog recenter zijn de Plaatsmolen te Pittem (1909) en de Tombeelmolen te Avelgem - Outrijve (1923). In 1933 werd een elektrische molen geplaatst, in 1948 werd de molen volledig elektrisch uitgerust en sinds 1965 werkte hij niet meer op windkracht. In 1992-1996 werd echter een maalvaardige restauratie uitgevoerd door de firma Verstraete uit Rumbeke naar een ontwerp van architect Paul Gevers uit Kasterlee en met nieuwe geklinknagelde roeden (23 meter) van Verhaeghe uit Ruddervoorde.

De molen is circa 750 meter oostwaarts van de parochiekerk ingeplant op de hoek van de Burgemeester Van Cauwenberghestraat, op een driehoekig met beuk omhaagd perceel met molenbelt. De gewitte en deels bepleisterde bakstenen ronde molenromp staat op een dubbel molenperron met doorrit via rechthoekige inrijpoorten (in het zuidoosten en noordwesten). De conische kuip wordt verder geopend door twee getoogde deuren op molendamhoogte en acht getoogde vensters op drie verschillende niveaus met vaste ijzeren ramen van het industrieel type. Twintig steigergaten onder de typische Oost-Vlaamse molenkap (een rechte nok met gelijke, symmetrische, schuin afhellende dakvlakken boven de wolf, en licht gebogen zijflanken vanaf de breukgordingen) met losanges (ruitleien) in zink. De molenkap werd niet op rollen maar op wielen met flenzen gezet, die lopen op een omgaand spoor. De romp is gebouwd met zeer hard gebakken Scheldestenen (‘knurren’) van de steenbakkerij van Charles Van Cauwenberghe. Inwendig bestaat de molen uit een stapelvloer (begane grond) met bakstenen troggewelven boven de doorgangen, drie zolders (meel-, steen- en luizolder) en de kapzolder.

In de molen werd een merkwaardige combinatie gerealiseerd van een ambachtelijk en een mechanisch maalderijbedrijf. Nieuw is dat belangrijke onderdelen in gietijzer werden uitgevoerd zoals het spoorwiel, de sterrewielen en de bovenlantaarn. De staande as en assekop (waarschijnlijk van Westvlaamse makelij, van Sabbe-Masselis) zijn in staal en voor de eg en daklijsten werden I-profielen gebruikt (gekoppeld aan houten balken). Bovendien is al het draaiende werk ook elektrisch aandrijfbaar. De molen heeft drie steenkoppels, een kleine, elektrisch aangedreven maalstoel op de begane grond, een buil, een haverbreker en een graankuiser met Jakobsladder.

De kleine molenaarswoning die uit dezelfde periode dateert als de molen, bevindt zich een 50-tal meter ten noordwesten van de molen, aan de Molenstraat 110.

De Schelderodemolen heeft industrieel-archeologische waarde als een laat maar gaaf bewaard voorbeeld van een uitgeruste bergmolen met een kleine elektrisch aangedreven mechanische maalderij op de begane grond. De molen heeft daarnaast een technische waarde omwille van de toepassing van nieuwe verworvenheden (in het bijzonder de toepassing van metaal in combinatie met hout) en een historische waarde omwille van de lange voorgeschiedenis van de molen op deze plek, die zeker teruggaat tot midden 17de eeuw.

  • BAUTERS P. 1985: Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, 319-321.
  • BOGAERT C. & VERBEECK M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N2, Brussel - Turnhout.
  • DE BROUWER E. 1979: Schelderode voor u verteld..., Schelderode, 190.

Auteurs: Bogaert, Chris; Verbeeck, Mieke; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Schelderomolen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/36611 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.