Landelijk complex met herenhoeve-allures. Aanvankelijk vrijwel gesloten aanleg rondom een rechthoekig binnenerf en in oorsprong minstens opklimmend tot de tweede helft van de 18de eeuw. Opmerkelijke inplanting van het geheel, namelijk in een bocht van de Molenstraat op nauwelijks 250 m van de "Schelderomolen", waardoor dit lange tijd de meeste nabije woning van de molen bleef. Oostelijk en westelijk bijgebouw recent gesloopt. Gewitte bakstenen omheiningsmuur langs de straatzijde, met hoofdtoegang via het poortgebouw midden tegenover het woonhuis. Verankerd en witgekalkt bakstenen poortgebouw onder schilddak (rode Vlaamse pannen, nok parallel aan de straat). Centrale rechthoekige doorrit met ijzeren hek. Wagenpoort aan weerszij van de poort aan de erfzijde. Aan weerszij een ijzeren hek tussen hekpijlers in de muur.
Huidig alleenstaand onderkelderd boerenburgerhuis op de plaats van een ouder huis gebouwd circa 1870. Ruim dubbelhuis van twee bouwlagen en zes traveeën met schilddak (zwarte Vlaamse pannen). Gewitte bakstenen lijstgevels begrensd door hoekpilasters en onder de omlopende houten kroonlijst, afgelijnd door baksteenfriezen. Voorgevel met hoge getoogde muuropeningen met druiplijsten. Bakstenen ruitmotief in de casementen van de borstwering.
Ten zuidwesten van de woning: lang wagenhuis van één bouwlaag en vijf traveeën met zadeldak (Vlaamse pannen), uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Verankerde en gewitte bakstenen lijstgevel met brede korfboogpoorten met imposten. Getrapte daklijst die ook de punttop van het steekboogvormig zoldervenster boven de middentravee aflijnt.
Bron: BOGAERT C. & VERBEECK M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n2, Brussel - Turnhout. Auteurs: Bogaert, Chris; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)