Klepmolen ()

De Klepmolen is een stenen korenwindmolen van het type bovenkruier (bergmolen), gebouwd in 1889 ter vervanging van een door brand vernielde houten standaardmolen (koren- en oliemolen) die dateerde van 1792 en die op een oude molendam was opgericht.

De bergmolen werd opgericht door Denis Meireleire die in 1913 in de nabijgelegen schuur een stoommolen liet plaatsen. Een familietwist over het verwerven van de molen bij het overlijden van de derde laatste molenaar was medeoorzaak van het slecht functioneren van de molen sinds 1922. Een hoge nieuwe bouw (zie nummer 1), palend aan de westzijde van de molendam, belemmerde een goede windvang. In 1959 werden daarom de maalactiviteiten in de molen stopgezet. In 1983-1985 werd de molen maalvaardig gerestaureerd door de firma Cottenier uit Aalbeke, naar plannen van architect Renaat Callebout uit Gent. Kap, kruiwerk en zolder werden nagenoeg vernieuwd en er kwam een nieuw gelast gevlucht ter vervanging van de vroegere geklinknagelde roeden van Verhaeghe uit Ruddervoorde. In 2011-2012 werden grote onderhouds- en restauratiewerken uitgevoerd (onder andere nieuw wiekenkruis door Wieme) onder leiding van architecte Sabine Okkerse. Schrijnwerkerij Karel Verscheure uit Hundelgem (Zwalm) voerde de molentechnische werken uit.

De Klepmolen is een ronde bakstenen bovenkruier met vier niveaus en een typische Oost-Vlaamse molenkap (leien) met gelijk afgewolfde zijvlakken op een paternosterring. De molen heeft een gevlucht met een kleine, rechte gietijzeren askop, en houten staartwerk. Voor de restauratie was de molen voorzien van een eg uit ijzeren I-profielen. Een getoogde inrijpoort bevindt zich aan de zuidoostkant, tussen de schuin geplaatste klimmende zijmuurtjes. Twee getoogde vensters en twee dito deuren staan tegenover elkaar op molendamhoogte. Verder heeft de molen vier dezelfde vensters op de steenzolder en twee op de luizolder, en vijftien steigergaten boven een strekse baksteenlijst. Binnenin bleven drie steenkoppels en een haverpletter bewaard.

De 19de-eeuwse molenaarswoning (verbouwd tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw) staat ten oosten van de molen. Ten westen van de molen staat de in 1922 opgerichte graan- en bloemmaalderij Meireleire met aanpalend breedhuis.

  • BAUTERS P. 1985: Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, 83, 106, 222-225.
  • BOGAERT C. & VERBEECK M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in BelgiĆ«, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N2, Brussel - Turnhout.
  • DE SMET L. 1985: De stenen korenwindmolen te Balegem (Oosterzele), Land van Rode, Jaarboek, 53-69.

Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Klepmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/358051 (geraadpleegd op ).


Klepmolen ()

Kleine bakstenen bergmolen op een kleine molenberg gebouwd in 1889 ter vervanging van een door brand vernielde houten standaardmolen die dateerde van 1792 en op een oude molendam was opgericht. Een familietwist aangaande het verwerven van de molen bij het overlijden van de derde laatste molenaar was medeoorzaak van het slecht functioneren van de molen sinds 1922. Een hoge nieuwe bouw (zie nummer 1), palend aan de westzijde van de molendam, belemmert sindsdien een goede windvang. Stopzetting van de maalactiviteiten in de molen in 1959. Restauratie van de klepmolen in 1984-1985 en opnieuw in gebruik genomen sinds de plechtige inhuldiging op 20-10-1985.

Ronde bakstenen bovenkruier met vier niveaus. Typische Oost-Vlaamse molenkap (leien) met gelijk afgewolfde zijvlakken. Voor de restauratie voorzien van een eg uit ijzeren I-profielen. Getoogde inrijpoort aan de zuidoostkant tussen de schuin geplaatste klimmende zijmuurtjes. Twee getoogde vensters en twee dito deuren tegenover elkaar op molendamhoogte. Vier dezelfde vensters op de steenzolder en twee op de luizolder. Vijftien steigergaten boven een strekse baksteenlijst. Drie steenkoppels en molenkap op paternosterring. Gevlucht met kleine, rechte gietijzeren askop. Houten staartwerk.

  • BAUTERS P. 1985: Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, 83, 106, 222-225.
  • DE SMET L. 1985: De stenen korenwindmolen te Balegem (Oosterzele), Land van Rode, Jaarboek, 53-69.

Bron: BOGAERT C. & VERBEECK M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Klepmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/36686 (geraadpleegd op ).