erfgoedobject

Landbouwstokerij Van Damme

bouwkundig element
ID
36707
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/36707

Juridische gevolgen

Beschrijving

De stokerij maakt deel uit van een groot hoevecomplex van het semigesloten type. Het agrarische bedrijf is gelegen in het glooiende landschap van de Vlaamse Ardennen binnen de oude landelijke wijk Issegem, ten noordoosten van het dorpscentrum van de deelgemeente Balegem. De grote landbouwstokerij ligt geïsoleerd ingeplant aan een straatbocht binnen een landschapseigen omgeving. Het karakteristieke silhouet van het landelijke gebouwencomplex profileert zich visueel opvallend vanaf de omringende wegen. Het gedeelte van het bochtige straatje Issegem waaraan de landbouwstokerij paalt, bewaart zijn oude kasseibestrating die visueel-landschappelijk en historisch een bindelement vormt met de landbouwstokerij.

1.1 De voorgeschiedenis

Op 13 oktober 1864 diende Henri De Backer, landbouwer woonachtig in de wijk Issegem te Balegem, bij het gemeentebestuur volgende aanvraag in om op zijn hoeve een landbouwstokerij in te richten (RAG Provincie Oost-Vlaanderen 1851-1870, nr. 1508/1):

“Mijne heeren, Vertoond eerbiediglijk, Henri De Backer, landbouwer te Baelegem dat hij voornemens is eene genever branderij opterigten, ter door hem bewoonde hofstede gestaan in voormelde gemeente, wijk Issegem en bekend ter kadaster nummer 99 sectie A. Deze oprichting zou geschieden onder de volgende voorwaarden: 1e Het lokaal geschikt tot de branderij is gelegen op 28m van den gemeente weg des wijks, heeft eene lengte van 8m25 op 3m05 breedte, waarvan het dak is verveerdigt met pannen. 2e De te plaetsen beslag kuipen, aengeduid onder de letter A op het hier nevens gevoegd plan, zijn voor het oogenblik ten getalie van drij, inhoudende te samen 900 liters (afbeelding 1). 3e De stookketel met toebehoortens, aengeduid onder letter B is verveerdigt in koper en bevat ongeveer 300 liters inhoud 4e De pijp der schouw zal eene hoogte hebben van 10 meters, te rekenen van de grondlijn of basis. 5e Eijndelijk de jaerlijksche hoeveelheid te stoken genever zal de 15.000 liters niet te bovengaen. Deze interigten branderij zich op 90m van de naest bijgelegen gebouwen bevindende, en dus aen niemand nadeel kunnende toebrengen, durft vertooner hopen dat U zult gelieven zijne vraeg gunstig intewilligen Aenveerd Mijnheeren de verzekering zijner hoogachting. Baelegem den 13/10/1864 Henri De Backer"

De lokale overheid startte met een openbaar onderzoek en niemand diende bezwaar in. Het schepencollege bracht op 16 november 1864 een gunstig advies uit en zond het dossier op 8 december 1864 naar de gouverneur die nog dezelfde maand namelijk op 24 december 1864 aan Henri De Backer een vergunning van 30 jaar verleende om een jeneverbranderij op te richten

1.2 De stokerij Van Damme

Na het overlijden van Henri De Backer in 1885 werden de onroerende goederen onder de drie kinderen verdeeld. Sidonie De Backer erfde de hofstede en de stokerij te Balegem. Door het huwelijk van Sidonie op 9 mei 1885 met Gustaaf Van Damme ging de stokerij over naar de familie Van Damme die van dan af hun naam aan de Balegemse jenever verbonden.

Gustaaf Van Damme kreeg op 17 december 1898 de toelating van de burgemeester en de schepenen van Balegem om een stoomketel en stoommachine te plaatsen en vernieuwde meteen de hele stokerij. De nieuwe stoomstokerij werd door de firma Relecom et Fils uit Halle geleverd. In 1913 werd de koperen macerateur vervangen door een ijzeren beslagkuip. Tijdens de eerste wereldoorlog namen de Duitsers de koperen stookkolom in beslag. Het bovenste deel van de stookkolom werd echter in de grond verstopt. Na de oorlog werd deze stookkolom vervolledigd met het (eveneens verstopte) onderste deel van de stookkolom van de stokerij Thienpont (eveneens uit Balegem) die een gelijke installatie bezat maar met het stoken stopte. De stookwerkzaamheden werden in 1923 hervat. Wanneer Gustaaf Van Damme in 1929 overlijdt, neemt zoon Henri het bedrijf over. In 1931 wordt bij de firma Chaurobel uit Huizingen een nieuwe alambiek en gistingskuip aangekocht. In 1947 werd de stoomketel door een occasie stoomketel vervangen.

Henri van Damme bleef ongehuwd en bij zijn overlijden in 1950 volgen zijn broer Odilon en zijn vier zusters (Anna, Maria, Gabrielle en Celine) hem op. Odilon blijft eveneens ongehuwd en Maria Van Damme huwt Raphaël Ghijs. Dochter Cecile Ghijs huwt in 1958 met André Van Hecke die in de feitelijke vereniging "Stokerij Van Damme" komt en het bedrijf gaat leiden. Andre brengt in 1968 enkele kleine wijzigingen aan in de stokerij. Cecile Ghijs overlijdt in 1979 kinderloos. In 1980 komt Ludo Lampaert, de neef van André Van Hecke in de feitelijke vereniging. Wanneer André Van Hecke in 1993 komt te overlijden nemen Ludo Lampaert en zijn vrouw Dominique Kerckhof de leiding van het bedrijf over.

2. Aanleg

Het vrij monumentale hoevecomplex vertoont een karakteristieke en streekeigen semigesloten aanleg. De ruime onregelmatige vierhoekige binnenplaats is omgeven door diverse volumes van verschillende hoogte met bedrijfsgebouwen onder zadeldaken. De opening in de zuidoosthoek verleende vroeger toegang tot de achterliggende moestuin. Aan de straatkant (westelijke erfzijde) paalt de vleugel met vroegere koestallen (nu in gebruik als cafetaria bij het bedrijf). Deze vleugel bevat tevens de toegangspoort met erftoegang via een deels gekasseide, brede doorrit. Rechts van de toegang bevinden zich de bottelarij, met opslagplaatsen in het lagere gedeelte rechts.

Aan de noordelijke erfzijde, haaks ingeplant ten opzichte van de straat, paalt de grootste en hoogste vleugel van twee bouwlagen onder een schilddak. Deze vleugel herbergt de boerenwoning met op de noordoosthoek een aantal ruimten behorend tot het aanpalende stokerijbedrijf zoals de distillatieruimte. Voor de representatieve voorgevel van het boerenburgerhuis (ten noorden) vormt een smalle voortuin de scheiding met de vanouds ten noorden aanpalende bijhorende boomgaard. De lage constructie in de hoek gevormd door de woning en de koestallen, het vroegere spoellokaal maakt nu deel uit van de woning.

Achterin liggend aan de oostelijke erfzijde: de vleugel die het stokerijgebouw bevat met op het achtererf staande hoge ronde fabrieksschoorsteen en in het zuidelijk deel van dezelfde vleugel (rechts) de oude dwarsschuur die naast de vroegere aardappelkelder een jongere graansilo bevat. De zuidelijke erfzijde was volgens een archieffoto voor 1934 toen nog afgesloten door een muur; de lage stalvleugel die hier nadien werd opgericht is sinds 2004 bij renovatiewerken vernieuwd en verhoogd (in functie van de huidige bestemming ingericht voor hoevetoerisme).

3. Bouwhistorische gegevens

Op de Ferrariskaart van 1771-1778 is in de omgeving van de huidige landbouwstokerij Van Damme een gebouwengroep met losse elementen aangegeven, doch naar locatie en configuratie lijken ze niet direct verband te houden met het huidige gebouwenbestand aan Issegem 2. In de eerste helft van de 19de eeuw bevond zich hier zeker al een hoeve, mogelijk opklimmend tot eind 18de eeuw, waarop de huidige hoeve in aanleg gedeeltelijk teruggaat: kadastraal werd in 1820 al een kleiner gebouwenbestand met aanleg in U-vorm opgetekend rondom een binnenplaats waarop de grote huidige gekasseide binnenkoer teruggaat. Volgens de primitieve legger (1834) was landbouwer Joseph De Backer toen eigenaar van de hoeve (perceel 99) met bijhorende boomgaard (perceel 100) en tuin (perceel 98).

Volgens een grondplan (RAG) van 1864, horend bij de aanvraag van Henri De Backer om een stokerij te mogen oprichten op zijn landbouwbedrijf, omvatte de hoeve toen ten noorden een vleugel die naast het woonhuis de kleine eerste stokerij met enkele rij varkensstallen bevatte, een haaks aansluitende vleugel met stallingen aan de straat (ten westen) en een losstaande schuur ten oosten. In 1865 erfde schoonzoon Gustaaf van Damme de hoeve met stokerij. Volgens het kadasterarchief werd bij de oprichting van de stokerij dit bedrijf afgesplitst van de woning in de vergrote noordvleugel (ten laatste in 1868). De oostvleugel met dwarsschuur was op dat ogenblik ook al verlengd tot tegen de stokerij zodat de hoeve sindsdien een semigesloten aanleg bezat (onderbroken aan de zuidzijde).

Volgens plan van 1898 werd de stokerij in 1898 vernieuwd en daarbij vergroot. Volgens door de vroegere eigenaars mondeling verschafte informatie (genoteerd in 1985) telde de aanvankelijk kleinere boerenwoning voorheen maar één bouwlaag; in 1926 zou de woning vergroot zijn met een bovenverdieping. De schuur zou in 1923 gewijzigd zijn; achter het gedeelte ingelijfd bij de stokerij werd een fabrieksschoorsteen opgericht volgens plan van 1926. Naar verluidt bezat de doorrit voorheen op het dak een windwijzer met jaartal 1911 verwijzend naar het jaar waarin de houten zoldering van de westelijke vleugel werd vervangen door troggewelven tussen ijzeren liggers en waarbij tevens het dak ervan werd vernieuwd. Sinds Henri Van Damme in 1929 het bedrijf van zijn vader Gustaaf overnam verkreeg het bedrijf de benaming “Stokerij Van Damme”. Sinds 1989 werden een aantal renovaties doorgevoerd. Volgens plannen van 2002 naar ontwerp van architect Eric Boddaert (Melle) werd de hoeve deels verbouwd. De vernieuwingswerken hadden vooral betrekking op de zuidvleugel die herbestemd werd in functie van hoevetoerisme. Het vroegere spoellokaal op de noordwesthoek (huidige woonkamer naast de verbruikszaal) werd gewijzigd, het vroegere bakhuis op de zuidoosthoek vervangen door een nieuwe constructie. De vroeger gewitte straatgevel van de westvleugel verkreeg een nieuw bakstenen parement.

4. Beschrijving van de jeneverproductie

(zie ook de lijst met toestellen, de nummeraanduiding op plan en de beschrijving van de toestellen)

4.1 De granen en hun derivaten

De Balegemse jenever wordt geproduceerd met rogge, tarwe, tarwe- en maïszetmeel en mout. Rogge en tarwe komen van het eigen veld en worden opgeslagen in graantorens (nr. 2). Indien nodig worden deze granen gedroogd in de graandroogoven (nr. 1). In functie van het verbruik worden de granen in zakken afgevuld en met de katrol, aangedreven door de stoommachine, naar de graanzolder gebracht. Hier worden ook het in zakken aangekochte zetmeel en mout bewaard.

4.2 Het malen van de granen en het mout

De granen en het mout worden in de graanmolen geschroot (nr. 6). Deze molen wordt aangedreven door een stoommachine (nr. 13) die aangedreven wordt door stoom van de stoomketel (nr. 11).

4.3 Het beslaan en de versuikering van het beslag

De beslagkuip (weker) (nr. 15) wordt voor een derde gevuld met water van ongeveer 40 °C. Dat water komt uit de warmwatertank (nr. 22) waarin het (opgewarmde) koelwater van de stookkolom en de alambiek (overhaalketel) wordt opgevangen. Dat koelwater is boorputwater (nr. 8) dat wordt ontijzerd en verzacht (nr. 9) en in de koudwatertank (nr. 10) wordt opgeslagen. Het rogge- en tarwemeel en het zetmeel worden via de trechter in de beslagkuip gestort en door stoominblazing wordt het beslag op 100 °C gebracht. Om het neerzetten van bloemdeeltjes en graanpellen te voorkomen wordt er steeds geroerd. De stoommachine zorgt via de transmissie-as en de drijfriemen (nr. 14) voor de beweging van het roerwerk. Het gekookte beslag wordt afgekoeld tot 68 °C waarna men het moutmeel toevoegt. De versuikering van het graanzetmeel duurt ongeveer 1 uur. Hierna wordt het versuikerde beslag tot ongeveer 24 °C afgekoeld waarna het afgelaten naar de gistkuip (nr. 17).

4.4 Het gisten

De gist wordt onder roeren aan het versuikerde en afgekoelde beslag toegevoegd. De gisting duurt ongeveer 72 uur waarbij het alcoholgehalte tot 6 à 7 % vol oploopt.

4.5 Het ruw stoken

Het vergiste beslag wordt met de beslagpomp (nr. 18) in de stookkolom (nr. 19) gepompt. Hier worden alcohol en andere vluchtige componenten (het flegma of ruwbrand) van de niet-vluchtige componenten (spoeling) gescheiden. Het naar beneden stromende, vergiste beslag komt er met de opstijgende stoom in contact waarbij de alcohol en de andere vluchtige componenten met de stoom worden meegenomen.

Deze dampen worden in koelvat 1 (nr. 21a) afgekoeld. De gecondenseerde damp (het flegma of de ruwbrand met 40-45 % vol alcohol) stroomt via het meetglas 1 (nr. 20a) naar het meetvat (nr. 24) dat zich in het 'bijzonder lokaal' bevindt. De niet-vluchtige componenten (de spoeling) worden onderaan de stookkolom afgevoerd en stromen via de afloopput (nr. 23) naar de koeienstal. Het opgewarmde koelwater gaat naar de warmwatertank (nr. 22).

4.6 Het fijn stoken

Na het opmeten van het volume en de alcoholconcentratie van het flegma door de accijnsbeambten wordt het flegma met de flegmapomp (nr. 25) naar de alambiek (overhaalketel) (nr. 26) verpompt. Hier wordt het flegma gerectificeerd waarbij de kop (voorloop met o.a. methanol, aldehyden en esters) en de staart (naloop met de foezelalcoholen) van de middenloop (fijnbrand, granen eau-de-vie of moutwijn met maximum 75 % vol alcohol) worden gescheiden. De gescheiden fracties stromen via meetglas 2 (nr. 20b) en het koelvat 2 (nr. 21b) naar de vergaarbak voor de voor- en naloop (nr. 27) en de moutwijnvergaarbak (nr. 28). Deze vergaarbakken bevinden zich in het rijpingsmagazijn. De voor- en naloop worden bij een volgende stookbeurt weer overgehaald.

4.7 Het rijpen van de moutwijn en het afvullen van de jenever (niet voor bescherming)

De moutwijn (met  70 % vol alcohol) wordt gedurende minimum 6 maanden in de eikenhouten moutvergaarbak gerijpt. Hierna wordt de gerijpte moutwijn in tonnen (nr. 29) afgevuld en naar de afvulruimte gebracht. De moutwijn wordt gefiltreerd (nr. 30) en in een roestvrijstalen mengtank (nr. 31) met water verdund tot de gewenste concentratie (54, 41 of 31 % vol). Na een week wordt de jenever in de afvulmachine (nr. 32) in flessen van 1 liter afgevuld. In de etiketteermachine (nr. 33) worden de flessen van het juiste etiket voorzien en manueel in dozen van 6 flessen opgestapeld.

5. Beschrijving van de productieapparatuur

5.1 Lijst van de toestellen

 

GRANEN

I 1 graandrooginrichting

I 2 graansilo

II 3 toboggan

II 4 graanzeef of graanharp

II 5 wanmolen

I en II 6 graanmolen

STOKERIJ

I 7 accijnslokaal

I 8 boorput

I 9 ontijzeraar / waterverzachter

1 10 koudwatertank

I 11 stoomketel

I 12 schoorsteen

I 13 stoommachine

I en II 14 transmissie-assen en drijfriemen

I 15 beslagkuip of weker

I 16 drukgraankoker

I 17 gistkuip

I 18 beslagpomp of goederenpomp

I 19 stookkolom

I 20a / 20b meetglas 1 / meetglas 2

I 21a / 21b koelvat 1 / koelvat 2

I 22 warmwatertank

I 23 afloopput

I 24 meetvat

I 25 flegmapomp

I 26 alambiek of overhaalketel

I 27 vergaarbak voor de voor- en naloop

28 vergaarbakken voor de moutwijn

AFVULLEN I 29 tonnen

I 30 filtreereenheid

I 31 mengtanks

I 32 afvulmachine

I 33 etiketteermachine

Plannummers: I grondplan + tussenverdieping van de stokerij

II graanzolder van de stokerij

5.2 Beschrijving van de toestellen

Graandrooginrichting

Toestelnummer:1

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: drogen van vochtige granen

Beschrijving: de graandroger wordt gevuld met vochtig graan dat met lucht,verwarmd door een mazoutbrander, wordt gedroogd

Constructeur: Jules Theunynck en Zonen, Diksmuide

Bouwjaar: 1967

Capaciteit: 2500 kg per keer

Materiaal: staalplaat

Graansilo

Toestelnummer: 2

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: opslag van graan

Beschrijving: de granen worden met een elevator naar boven gebracht en via een horizontale goot met een schroef van archimedes in een van de 12 compartimenten van de silo gestort. Onderaan is er eveneens een horizontale goot met een schroef van archimedes die het graan uit een compartiment naar een bak brengt.

Constructeur: Molenbouw Alexis Meireleire, Gontrode

Bouwjaar: 1967

Capaciteit: 15.000 kg graan per compartiment

Afmetingen: 12 compartimenten met een hoogte: 6,00 m;breedte: 1,00 m;diepte: 2,00 m

Materiaal: hout, plastiek, zink, unalit

Toboggan

Toestelnummer: 3

Plannummer: II

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: triëren van graan

Type: toboggan n° 4

Beschrijving: de scheiding van grote, kleine en gebroken graankorrels en onkruidzaden gebeurt op basis van de middelpuntvliedende kracht (en zwaartekracht). Het te triëren graan wordt bovenaan in de toboggan gestort. Hoe groter de korrels, hoe meer ze onderhevig zijn aan die middelpuntvliedende kracht en hoe meer ze naar buiten worden geslingerd. Kleinere korrels, gebroken korrels en onkruidzaden zijn minder onderhevig aan de middelpuntvliedende kracht en worden minder naar buiten geslingerd. Onderaan de toboggan worden de verschillende fracties afzonderlijk opgevangen. Constructeur: Jean Bruyninckx & Fils, Brussel Bouwjaar: 1937

Materiaal: plaatstaal, hout

Graanzeef (graanharp)

Toestelnummer: 4

Plannummer: II

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: zuiveren en sorteren van granen

Beschrijving: hellend geperforeerd raam waarmee granen kunnen gezuiverd (bevrijd van steentjes, stofdeeltjes, onkruidzaden en gebroken graankorrels) en op grootte gesorteerd

Constructeur: Jean Bruyninckx & Fils, Brussel

Bouwjaar: 1937

Materiaal: hout, zink

Wanmolen

Toestelnummer: 5

Plannummer: II

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: zuiveren van graan

Beschrijving: het graan wordt via een tremel in de molen gebracht. De ventilator brengt een luchtstroom teweeg die over de aangevoerde dunne laag graan strijkt. Hierbij worden de lichtere deeltjes zoals kaf, strootjes, stof enz. met de lucht mee afgevoerd.

Constructeur: Jean Bruyninckx & Fils, Brussel

Bouwjaar: 1937

Materiaal: gietijzer, hout, zink

Graanmolen

Toestelnummer: 6

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: malen van het graan en het mout

Type: molen waarin granen en mout door maalstenen tot meel worden vermalen

Beschrijving: het graan komt via een tremel tussen de molenstenen van de graanmolen die rust op een molenstoel

Constructeur: onbekend

Bouwjaar: 1901

Restauratie: de molenstenen worden regelmatig gekapt

Capaciteit: 400 tot 450 kg meel per uur

Afmetingen: stenen: diameter:1,46 m, dikte: 0,25 m

Materiaal: brons (glijbus);hout (molenstoel);leder (drijfriem);kunststeen (molensteen) ;staal, gietijzer

Accijnslokaal

Toestelnummer: 7

Plannummer: I

Functie: lokaal van de accijnsbeambte waarin de aangifteformulieren en meetstaten worden bewaard en waar de temperatuur en de densiteit van het flegma worden gemeten

Bouwjaar: 1901

Boorput

Toestelnummer:8

Plannummer: I

Herkomst: de artesische put (17,50 m) werd in 1946 geboord door de firma Kamiel De Baere, Bottelare

Functie: levert water voor de aanmaak van de jenever

Type: artesische put

Beschrijving: waterput waarbij een ondergrondse waterader met voldoende druk wordt aangeboord om het water boven de grond te brengen

Constructeur: Kamiel De Baere uit Bottelare

Bouwjaar: 1946

Restauratie: in 1955 werd de bestaande artesische put verdiept tot 32 m door firma De Maertelaere, Wetteren

Afmetingen: diepte: 32 m

Ontijzeraar / waterverzachter

Toestelnummer: 9

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: verwijdert het ijzer uit het opgepompte water en verzacht het nadien bij middel van een ionenuitwisselaar

Type: Aqua Service ontijzeraar FG200; Aqua Service waterverzachter 2500

Beschrijving: de ontijzeraar bestaat uit een fles, een klep, filtermassa en 50 kg silex; de waterverzachter bestaat uit een klep, sproeier, hars en een zoutbak van 300 kg

Constructeur: Aqua Service, Stasegem-Harelbeke

Bouwjaar: 1998

Restauratie: regelmatig onderhoud

Afmetingen:ontijzeraar: hoogte :1,86 m; diameter: 0,81 m; ionenuitwisselaar: hoogte: 1,30 m; diameter: 0,57 m

Materiaal: fles uit staalplaat, zoutbak uit kunststof, koper, hars

Koudwatertank

Toestelnummer: 10

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: voorraadtank van ontijzerd putwater

Beschrijving: een open, plaatijzeren bak

Constructeur: firma Relecom uit Halle

Bouwjaar: 1898

Capaciteit: 60,00 hl

Afmetingen:hoogte: 1,00 m; lengte: 3,00 m; breedte: 2,00 m

Materiaal: plaatijzer

Stoomketel

Toestelnummer: 11

Plannummer: I

Herkomst: in 1947 in occasie aangekocht bij de Zuivelfabriek Sint-Hubertus (Adiel van Quaethem) te Baaigem

Functie: opwekken en leveren van stoom voor de aandrijving van de stoommachine en de beslagpomp,het opwarmen van het beslag,de werking van de stookkolom en de overhaalketel

Type: stoomketel Germeau, type Cornwall, horizontale tankketel met een gegolfde vuurgang

Beschrijving: tankketel waarbij al het ketelwater of een groot deel ervan in een cilindervormig reservoir aanwezig is en waarin stoom wordt ontwikkeld

Constructeur: Usines de K. Jumet, Jumet

Restauratie: in 1947 voor ingebruikname nagezien en in werking gesteld door de firma G. Mahy uit Gent en goedgekeurd door de Technische Arbeidsinspectie op 26 juni 1947

Capaciteit: hoogste drukking: 7 kg/cm2; verwarmend oppervlak: 25 m2

Afmetingen:ketel: lengte 5000 mm; doorsnede 1600 mm; ronde bodem: 750/850 mm doorsnede; vuurgang: lengte: 5000 mm Materiaal: smeedijzeren platen, gietijzeren vuurgang

Schoorsteen

Toestelnummer: 12

Plannummer: I

Herkomst: nieuw

Functie: verwijdering van de rookgassen van de stoomketel Type: gemetste schoorsteen

Beschrijving: de gemetste schoorsteen is verstevigd met 16 banden en is voorzien van een bliksemafleider

Constructeur: H. Louwette & F. Van Gils, Brussel

Bouwjaar: 1926

Restauratie: in 1964 werden door Michel De Vogel uit Eke de banden vernieuwd, kloven en barsten gedicht, waar nodig opgevoegd, de kroon afgenomen en terug opgemetst, de bliksemafleider afgenomen en vernieuwd

Afmetingen: hoogte: 20 m boven de grond waarvan een sokkel van 2 m hoog waarin de rookbuis van de stoomketel is Aangebracht. De sokkel rust op een betonfundering. inwendige diameter aan de top: 0,70 m

Materiaal: kleine mechanisch gevormde Boomse baksteen. Fundering uit beton. Gegalvaniseerde banden en bliksemafleider.

Stoommachine

Toestelnummer: 13

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: zorgt voor de beweging van de graanmolen, roerwerk, pomp,…

Type: liggende stoommachine zonder condensatie (Gouvernor stoommachine Tangye, Birmingham)

Beschrijving: de stoom komt in de cilinder via een Rederschuif. Het aantal paarden wordt geregeld door een stoomwurgklep op de ingang van de cilinder en de regeling gebeurt door de bollen van Watt

Constructeur: Le Phoenix, Gent

Bouwjaar: 1898

Restauratie: in 2005 werd de zuigerveer hersteld door de West-Vlaamse Stoomstichting

Capaciteit: 120 toeren per minuut.kracht: 8 pK

Afmetingen: diameter van de cilinder: 0,180 m; loop van de stoomzuiger: 0,360 m

Materiaal: gietijzer, lagerbrons, glijlagers bezet met wit antimoon, rood koper, glas, verenstaal voor de cilindersegmenten

Transmissie-assen en drijfriemen

Toestelnummer: 14

Plannummer: I en II

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: via de transmissie-as wordt de beweging van de stoommachine overgebracht naar de graanmolen, het roerwerk van de beslagkuip, de beslagpomp, het meetvat en de takel voor het naar bovenbrengen van het graan naar de graanzolder

Beschrijving: de centrale transmissie-as in de stookzaal is met hangende lagersteunen aan de ijzeren draagbalken in zoldering aangebracht. Deze centrale transmissie-as bevat verschillende riemschijven waarop riemen lopen die de beweging van de stoommachine overbrengen naar de beslagkuip en het meetvat. Verder wordt via deze centrale transmissie-as de beweging overgebracht naar een transmissie-as met lagersteunen gevestigd op de muur in de stookzaal (voor het aandrijven de beslagpomp). Op de graanzolder is er een transmissie-as op een houten constructie voor de aandrijving van de graanmolen, de elevator en de takel voor het naar boven brengen van het graan.

Constructeur: firma Relecom uit Halle

Bouwjaar: 1898

Materiaal: gietijzer, staal, hout, leder

Beslagkuip (weker)

Toestelnummer: 15

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: in de beslagkuip wordt het graanzetmeel met behulp van de moutenzymen omgezet tot gistbare suikers

Type: cilindrische open kuip met roerwerk, rechtstreekse stoominblazing en koelspiraal

Beschrijving: de cilindrische open stalen kuip is bewerkt met klinknagels. Ze staat op een platform dat rust op 4 poten. De kuip is voorzien van een koperen roerwerk dat aangedreven wordt door de stoommachine. De kuip bevat een klokvormige stoominjector, een tegen de wand opgedraaide spiraalvormige koperen koelslang en een uitlaat voor het versuikerde beslag dat na afkoeling door zwaartekracht naar de gistkuip loopt.

Bouwjaar: 1913

Capaciteit: inhoud: 47,48 hectoliter

Afmetingen:hoogte: 1,10 m;uitwendige diameter: 2,28 m

Materiaal: staalplaat, koper, messing

Drukgraankoker

Toestelnummer: 16

Plannummer: I

Herkomst: firma Relecom, Halle

Functie: in de graankoker wordt het graanzetmeel ontsloten

Type: Henze-koker

Beschrijving: het cilindroconisch drukvat rust op 3 poten zodat de conus met uitlaatopening los van de grond staat. De vulopening voor het water en het graan is bovenop de cilinder aangebracht. De stoominlaat bevindt zich op de conus en bovenaan staat een drukventiel afgesteld op 3 atmosfeer. De uitlaat bevindt zich onderaan de conus.

Constructeur: Relecom, Halle

Bouwjaar: 1898

Capaciteit: inhoud: 32,24 hectoliter

Afmetingen: cilinder: diameter: 1,50 m; hoogte: 1,10 m; conus: diameter boven: 1,50 m; diameter beneden 0,34 m; hoogte: 1,70 m

Materiaal: staalplaat

Gistkuip

Toestelnummer: 17

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: in de gistkuip worden de gistbare suikers door bakkersgist in alcohol en koolzuurgas omgezet.

Type: open cilindrische gistkuip.

Beschrijving: cilindrische gistkuip. Bovenaan binnenin is met klinknagels een versterkte rand aangebracht die voorzien is van 4 gaten om de kuip te kunnen takelen. De bodem is aan de cilinder gelast. Om het uitzakken van de bloem en het kaf te voorkomen is er een elektrische roermotor met propeller aanwezig. Onderaan is er een uitlaatbuis met kraan die verbonden is met de beslagpomp.

Constructeur: Chaurobel, Huizingen

Bouwjaar: 1931

Capaciteit: inhoud: 56,70 hectoliter

Afmetingen:binnendiameter: 1,875 m;diepte: 2,050 m;wanddikte: 0,008 m

Beslagpomp

Toestelnummer: 18

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: de beslagpomp verpompt het vergist beslag naar de stookkolom

Type: zuigerperspomp

Beschrijving: de zuigerperspomp wordt aangedreven door de stoommachine

Constructeur: firma Relecom, Halle

Bouwjaar: 1898

Materiaal: gietijzer, brons

Stookkolom

Toestelnummer: 19

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: in de stookkolom worden de vluchtige stoffen (flegma) van de niet-vluchtige stoffen (spoeling) gescheiden

Type: continu werkend distilleerapparaat volgens het systeem Cellier-Blumenthal

Beschrijving: de stookkolom staat op een voet in gietijzer. Men heeft 16 distillatieschotels met elk met drie klokken en een overloop. Hierboven staat een compartiment waarin het vergiste beslag in een spiraalbuis wordt aangevoerd en opgewarmd en op de bovenste distillatieschotel loopt. Boven het compartiment staan nog 2 rectificatieschotels met elk drieklokken en een overloop. De stoom wordt onder de onderste distillatieschotel ingebracht en neemt de vluchtige componenten met zich mee die via de zwanenhals naar het koelvat stijgen. De gecondenseerde damp stroomt vervolgens via het meetglas naar het meetvat. De spoeling loopt naar de afloopput en verder naar de koeienstal.

Constructeur: Relecom, Halle

Bouwjaar: 1898

Restauratie: in 1923 wordt het bovenste deel van de stookkolom aangevuld met het onderste deel van een gelijke stookkolom uit de stokerij Thienpont te Balegem; in 1939 werden twee schotels door de firma Chaurobel uit Huizingen vernieuwd; in 1945 werden 5 schotels en de verdichter door de firma J. Lievens-Eeckhout uit Bevere-Oudenaarde vernieuwd; in 1960 werden enkele stukken van de kolom door A.C.W. ( Ateliers de Construction de Willebroek) vervangen

Capaciteit: inhoud stookkolom: 18,86 hectoliter

Afmetingen:hoogte kolom: 3,60 m;hoogte buis naar koeler: 1,30 m; buitendiameter kolom: 0,72 m

stookkolom: rood koper, brons, glas

Meetglas 1 en 2

Toestelnummer: 20a en 20b

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: meten van de densiteit en de temperatuur van het gecondenseerde distillaat tijdens het ruw stoken

Beschrijving: het gecondenseerde distillaat stroomt door het glazen meetglas dat voorzien is van een thermometer en een densimeter. Op basis van de gemeten temperatuur en densiteit kan worden bepaald of de vluchtige stoffen (flegma) voldoende van de niet-vluchtige stoffen (spoeling) zijn gescheiden

Constructeur: firma Relecom, Halle

Bouwjaar: 1898

Materiaal: koper, glas

Koelvat 1 en 2

Toestelnummer: 21a en 21b

Plannummer: I Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: afkoelen van de ruwstook (flegma)

Beschrijving: het rechtopstaande, cilindrische koelvat is gevuld met koud putwater. Hierin is een spiraalvormig opgerolde buis gedompeld waardoor het te koelen flegma stroomt

Constructeur: firma Relecom, Halle

Bouwjaar: 1898

Capaciteit: 19,63 hl

Afmetingen hoogte: 2,50 m; diameter: 1,00 m

Materiaal: koelvat:staalplaat; koelbuis: koper

Warmwatertank

Toestelnummer: 22

Plannummer: I

Herkomst: een melktank, in 1995 in occasie aangekocht bij de firma Marysse, Balegem

Functie: opvangen van het opgewarmde koelwater van de stookinstallatie

Beschrijving: een liggende, dubbelwandige roestvrijstalen tank met een isolatielaag van 10 cm Capaciteit: 11, 72 hl

Afmetingen: lengte (buiten): 2,5 m; ovale doorsnede (buiten): hoogte 1,3 m en breedte 1,5 m

Materiaal: Roestvrij staal, isolatiemateriaal uit glaswol

Afloopput

Toestelnummer: 23

Plannummer: I

Functie: afvoeren van de spoeling naar de koeienstal

Beschrijving: een gemetst putje

Bouwjaar: 1898

Materiaal: steen, mortel

Meetvat

Toestelnummer: 24

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: meetvat ter bepaling van de hoeveelheid geproduceerde alcohol.

Type: meetvat voorgeschreven door de Belgische Douane en Accijnzen

Beschrijving: cilindrisch ijzeren vat voorzien van glazen vensters waarop schaalverdelingen zijn gegraveerd waardoor men het volume van het flegma kan bepalen (de schaalverdelingen zijn door de Douane en Accijnszen geijkt). Aan het vat zijn vijf kranen gekoppeld: de inlaat van het flegma, de (door de Douane en Accijnzen verzegelde) aftapkraan en drie monsternamekraantjes. Deze zijn op verschillende hoogten aangebracht. Een roersysteem zorgt voor de homogenisering van het flegma. De drie monsternamekraantjes monden uit in een buis waarmee een verzamelmonster kan worden genomen waarvan men de densiteit en de temperatuur bepaalt. Door het meten van het volume van het flegma en de temperatuur en de densiteit van het verzamelmonster kan men de hoeveelheid geproduceerde alcohol bepalen.

Bouwjaar: 1898

Restauratie: in 1958 werd het meetvat door de firma Chaurobel uit Huizingen hersteld

Capaciteit: inhoud: 7,30 hectoliter

Afmetingen: - hoogte: 1,92 m - kranen op 0,20 m, 0, 64 m en 1,08 m - buitendiameter: 0,83 m

Materiaal: gietijzer, staal, brons, glas

Flegmapomp

Toestelnummer: 25

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: verpompen van het flegma uit het meetvat naar de alambiek

Type: DUBA-pomp, type 12Y

Beschrijving: zuigerpomp

Constructeur: DUBA, Wetteren

Capaciteit: 2,5 m3 per uur

Materiaal: gietijzer, brons

Alambiek (overhaalketel)

Toestelnummer: 26

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: in de overhaalketel wordt het flegma gerectificeerd waarbij de voorloop (methanol, aldehyden, ethylacetaat, …) en de naloop (foezelalcoholen) van de middenloop (moutwijn) worden gescheiden

Type: discontinue distillatie

Beschrijving: de alambiek bestaat uit een cilindrisch vat. Tegen de wand van de alambiek is een spiraalvormig opgerolde stoomleiding aangebracht. Op het lichtjes naar boven gebombeerd deksel van de alambiek staat een driedelige rectificeerkolom die met bouten aan elkaar zijn vastgemaakt. Deze rectificeerkolom bevat zes schotels, elk voorzien van drie klokken en een overloop. De vulopening staat op het deksel, zijdelings is er een kijkglas en onderaan een afloopkraan. De drieledige rectificeerkolom is verbonden met een buis die naar koelvat 2 gaat. De gecondenseerde voor-, midden- en naloop lopen via het meetglas naar de vergaarbak voor de voor- en naloop en naar de vergaarbak voor de moutwijn.

Constructeur: Chaurobel, Huizingen

Bouwjaar: 1931

Capaciteit: inhoud alambiek: 17 hectoliter

Afmetingen: - alambiek: diameter: 1,60 m; hoogte: 1,00 m - stoomleiding 0,042 x 0,045 m - rectificeerkolom: diameter: 0,45 m; hoogte: 0,70 m - buis naar koelvat 2: diameter: 0,05 m, lengte: 1,50 m

Materiaal: - alambiek, rectificeerkolom, stoomleiding: koper - kraan: brons - kijkglas: brons en glas - bouten: ijzer

Vergaarbak voor de voor- en naloop

Toestelnummer: 27

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: verzamelbak van de voor- en naloop

Beschrijving: houten gesloten kuip (n° 6) waarin de voor- en naloop worden opgevangen

Capaciteit: 7,56 hl

Materiaal: hout, ijzeren hoepels

Vergaarbakken voor de moutwijn

Toestelnummer: 28

Plannummer: I

Herkomst: de houten vaten werden nieuw aangekocht, de roestvrijstalen melktanks zijn occasies Zero)

Functie: de moutwijn wordt minstens 6 maanden gerijpt in gesloten houten kuipen. Hierbij heeft men een afronding van de smaak doorhet verdampen van ongewenste (maar ook van gewenste) componenten, de oxidatie van alcohol tot aldehyden en zuren, de estervorming tussen alcohol en zuren, de afgifte van houtlactonen. Na de rijping kan de moutwijn gelagerd worden in roestvrijstalen vaten

Type: gesloten houten kuipen; liggende, dubbelwandige, cilindrische roestvrijstalen tanks met isolatielaag; roestvrijstalen tanks: n° 7: ZERO, Packo, Zedelgem; n° 8: MEKO, Assen Nederland

Capaciteit: houten gesloten kuipen - n° 2: 64,20 hl - n° 3: 50,20 hl - n° 4: 15,00 hl - n° 5: 39,60 hl - n° 21: 111,40 hl roestvrijstalen tanks - n° 7: 7 hl - n° 8: 8 hl

Materiaal: hout, ijzeren hoepels;roestvrijstaal, isolatiemateriaal uit rotswol

Tonnen

Toestelnummer: 29

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: transport van de gerijpte moutwijn naar de afvulruimte

Beschrijving: buikvormige houten tonnen

Capaciteit: - n° 3: 588 l - n° 5: 601 l - n° 6: 587 l - n° 10: 759 l - 14B: 570 l

Materiaal: hout, ijzeren hoepels

Filtreereenheid

Toestelnummer: 30

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht

Functie: filtreren van de gerijpte moutwijn

Type: de filtreereenheid bestaat uit een zelfaanzuigende centrifugaalpomp: Lowara; een voorfilter CONDIFLUID zakfilter type MINI-2; een filter: CUNO ZETA-PLUS filter type 12ZPC2

Beschrijving: de zelfaanzuigende centrifugaalpomp duwt de moutwijn door de voorfilter (zak) die de grove bestanddelen tegenhoudt en verder door de kaarsenfilter die de fijne troebel wegneemt.

Constructeur: - pomp: Lowara, Vicenza, Italië; - filters: Condifluid Filtration Separation s.a., Tinlot

Bouwjaar: 1997

Capaciteit: - pomp: 10 tot 60 l / min - filters: tot 3000 l / uur

Afmetingen: - opvoerhoogte pomp: 36,5 tot 17,5 m - werkdruk filters: voorfilter: 10 bar op 110 °C filter: 5 bar op 90 °C

Materiaal: - pomp: gietijzer, messing, roestvrij staal - voorfilter: filterhuis in roestvrij staal, zak: polypropyleenvilt - filter: filterhuis in roestvrij staal, siliconen dichtingen - kaarsen: cellulose vezels en fijne diatomeeënaarde, dichtingen in nitrile

Wachttank / mengtank

Toestelnummer: 31

Plannummer: I

Herkomst: in occasie gekocht bij firma Marysse, Balegem Functie: de wachttank bevat ongefiltreerde moutwijn. In de mengtank wordt de graanjenever op de gewenste alcoholsterkte gebracht.

Type: wachttank: liggende, dubbelwandige, halfcilindrische tank met isolatielaag en tussenschot; mengtank: liggende, cilindrische tank met isolatielaag en roerder

Beschrijving: in de mengtank wordt de moutwijn verdund met water tot de gepaste alcoholsterkte.De mengtank wordt ook gebruik voor de aanmaak van citroenjenever en bevat een roerder.

Constructeur: mengtank: ZERO, Packo, Zedelgem; roerder: SIREM s.a, Villeurbanne, Frankrijk

Capaciteit: - wachttank: 2 maal 1100 l; - mengtank: 2000 l; - roerder: tot 2700 toeren / min Afmetingen: wachttank: lengte: 2,20 m; doorsnede: hoogte: 0,80 m; breedte: 1,20 m;

mengtank: lengte 2,50m, diamater: 1,10 m

Materiaal: wacht- en mengtank: roestvrij staal, rotswol

Afvulmachine

Toestelnummer: 32

Plannummer: I

Herkomst: in 1994 nieuw aangekocht bij FIMER, Canelli, Italië

Functie: afvullen van de jenever

Type: FIMER, Monobloc RT/9

Beschrijving: deze compacte afvulmachine vult niet alleen jenever in flessen van 1 liter af, maar gaat de gevulde flessen tezelfdertijd met schroefdoppen sluiten. Constructeur: FIMER, Canelli, Italië Bouwjaar: 1993

Capaciteit: 1000 flessen per uur

Etiketteermachine

Toestelnummer: 33

Plannummer: I

Herkomst: nieuw aangekocht in 2007

Functie: de flessen voorzien van een etiket

Type: Linear labeling machine for self adhesive labels, Model Spinner C - FB - 40

Beschrijving: de flessen worden via een aanvoerlijn aangebracht en met een wiel op afstand gehouden. De flessen worden vastgenomen door een rotatiesysteem bestaande uit een gefixeerde, gemotoriseerde roller en twee bewegende tegenrollers. Tijdens de draaibeweging van de flessen worden de etiketten aangebracht.

Constructeur: PackLab s.r.l., San Giorgio, Italië

Bouwjaar: 2006

Capaciteit: 800 tot 2500 flessen per uur

Materiaal: aluminium, roestvrij staal, polyvinylchloride, delrin

6. Hoevegebouwen van landbouwstokerij van Damme

6.1 Beschrijving

Het brede boerenburgerhuis van twee bouwlagen bewaart aan de voorgevelzijde een decoratieve gevelafwerking waarvan de toepassing karakteristiek is voor de tweede helft van de 19de eeuw en ook nog in de eerste decennia van de 20ste eeuw toepassing vond. Het betreft de typerende combinatie van een donkergrijze gerotste cementbepleistering met decoratie in accentuerende banden van gewit pleisterwerk. Voor de begane grond loopt deze gevelafwerking van de huidige woning deels door onder het stokerijgebouw. De brede geprofileerde puilijst met golvende onderrand evenals de platte banden op de bovenverdieping benadrukken de horizontale gerichtheid van de voorgevel. De twee getraliede linker vensters, evenals de bovenvensters bewaren markerende gewitte vensteromlijstingen met oren. De vier overige benedenvensters zijn nu gevat in vereenvoudigde gecementeerde omlijstingen voorkomend als hardsteen imitatie (vroegere rolluikkasten verwijderd). Voorts is de gevel versierd met concentrische cirkelmotieven met goudkleurige kern op de borstwering en in het paneel dat de begane grond rechts begrenst. De jongere bovenverdieping is zijdelings afgewerkt door imitatie hoekkettingen. De voordeur is gevat in een vlakke rechthoekige hardstenen omlijsting. Schrijnwerk voordeur vervangen door kunststof. Gevel bovenaan afgewerkt met een omlopende gewitte kroonlijst.

De erfgevel is nu boven de hardstenen plint afgewerkt met lichtgrijze cementering. Volgens oude foto’s bezat de erfgevel voorheen een gelijkaardige bekleding als de voorgevel (zwarte beraping met vlakke witgepleisterde banden en omlijstingen). Vrij smalle rechthoekige vensters in per twee gekoppelde traveeën (houtwerk vervangen door PVC). Deze ordonnantie komt mogelijk nog voort van het aanvankelijke boerenhuis. De deur is zoals de overeenkomstige voordeur gevat in een vlakke rechthoekige hardstenen omlijsting. Gewitte houten deur met geprofileerde houten tussendorpel en bovenlicht. Rechthoekige uitbouw van vroegere keuken (nu bureau) onder plat dak, midden tegen de woning toegevoegd in het 2de kwart van de 20ste eeuw. Toegangsdeur rechts opzij onder een met hout beklede luifel rustend op decoratieve ijzeren schoren.

6.2 Interieur

De benedenverdieping van de woning bewaart aspecten die teruggaan op een in kern traditioneel boerenhuis dat opklimt tot begin 19de eeuw, mogelijk nog eind 18de-eeuws. Kenmerkende indeling en interne circulatie met grote centrale woonkamer voorzien van 9 deuren waaronder de voordeur, kelderdeur, vroegere zoldertrapdeur, slaapkamerdeuren. Tweedelige kelder met twee gedrukte gebogen gewelven en rechte gemetste keldertrap met treden van blokken Balegemse zandsteen. Beide kelderruimten voorzien van één getralied keldergat en grijze vierkante vloertegels. In de centrale woonkamer is een traditionele brede Vlaamse haard bewaard, later bekleed met faiencetegels en vernieuwde haardlijst. Karakteristiek houten tochtportaal in de kamerhoek met erfgeveldeur. De latere evolutie naar een ruimer opgevat boerenburgerhuis, gepaard aan de uitbouw van de bijhorende stokerij, weerspiegelt zich nog in een aantal jongere aspecten van een veeleer burgerlijke interieuraankleding, eigen aan eind 19de en eerste helft 20ste eeuw. Benedenkamers met diverse polychrome ceramische tapijttegelvloeren (vermoedelijk jaren 1920). Vlakke zoldering met meegepleisterde moerbalk in de woonkamer en neoclassicistische ornamentiek met reliëfdecoratie in de korte aansluitende gang: twee consoles en een centraal plafondornament. Fraai ensemble in de centrale woonkamer van herschilderde paneeldeuren. Boven de huiskelder, de één trede hoger gelegen ruime beste kamer met een dubbele deur en een elegante witte marmeren schouwmantel in neoclassicistische stijl. Voormalige stallen met toegangspoort. De tien traveeën lange westvleugel met toegangspoort verkreeg recent een nieuw bakstenen parement aan de straatzijde. Zadeldak met recente windwijzer boven de poort in de vorm van ruiter te paard. De erfgevel met doorrit in verankerde en gewitte baksteenbouw met aflijnende getrapte daklijst en gepikte plint bewaart hiermee nog zijn traditioneel voorkomen. Metselwerk van zijwand doorrit tot halverwege met hoge plint in grote zandstenen blokken en afgeronde gevelhoeken. Deels aangepaste staldeuren met traditioneel groen geverfd houtwerk. In de vroegere koeienstal (nu gelagzaal): behouden kribben, bakstenen vloer en bakstenen troggewelven tussen ijzeren liggers, een paar met ijzeren ringen. Rechts aanpalende deels vernieuwde lokalen van bottelarij en opslagplaats onder een weinig lager rood pannen zadeldak. In de gecementeerde rechter zijpuntgevel met afgeronde straathoek opschrift: “Stokerij / Van Damme”. Behouden gewitte bakstenen troggewelven tussen ijzeren liggers.

6.3 Voormalige dwarsschuur en stokerijgebouw

Resterend deel van oude dwarsschuur in het zuidelijk deel van de oostvleugel. De gewitte verankerde erfgevel op gepikte plint afgelijnd door een getrapte daklijst bewaart een rij verluchtingsspleten eigen aan de gebouwfunctie en een brede poort met doorrit. Behoudt tevens een tweedelige voormalige aardappelkelder met buitenkeldertrap. Lage toegangsdeur en twee flankerende kelderluikjes met groen geschilderd houtwerk. Rechte steektrap met 6 treden van blokken Balegemse zandsteen en baksteen. Twee gedrukte gebogen bakstenen gewelven aanzettend op metselwerk van blokken Balegemse zandsteen. Zoldergebinte deels met telmerken. Houten silo binnen de schuur opgericht naar verluidt ongeveer 35 jaar geleden. Vernieuwde lage aanbouw onder lessenaarsdak tegen de rechter zijpuntgevel en achtergevel. Onder het doorlopende zadeldak van de schuur: deel van het bakstenen stokerijgebouw van één bouwlaag met ketelhuis. Daarachter vrijstaande hoge ronde fabrieksschoorsteen, volgens ter plaatse bewaard plan van 1926. Het twee bouwlagen hoge gedeelte van de stokerij aansluitend bij het boerenhuis bewaart sporen van een zijpuntgevel die op een aanvankelijk lager bedrijfsgebouw wijzen. Kleine bijlokalen aan de oostzijde in uitbouw met lessenaarsdaken. Een aantal muuropeningen met houten latei zoals het smalle houtdeurtje in de achtergevel en diverse vensters, voorts enkele typische industriële vensters met ijzeren roedeverdeling, bovenvensters met ijzeren I-latei (noordgevel). Bedrijfsruimten met bakstenen vloeren, gewitte bakstenen wanden met gepikte plint, troggewelven tussen ijzeren liggers. Bovenverdieping met samengestelde balkenlaag en enkele ijzeren steunen, in de maalderij met grijze bakstenen tegelvloer, maalzolder met plankenvloer. Enkele recent vernieuwde aanbouwen waaronder pomplokaal en kippenhok.

De boomgaard, vanouds ten noordenoosten aangrenzend bij de woning en stokerij gelegen is door recent toegevoegde bedrijfsgebouwen met stallen gereduceerd. Toch is dit aan de agrarische architectuur specifiek eigen cultuurlandschappelijk fenomeen hier nog steeds goed herkenbaar aanwezig. De boomgaard is historisch, functioneel en visueel onlosmakelijk gelieerd aan de landbouwstokerij.

  • Kadasterarchief Gent, plannen, schetsen, mutaties, register 208 en 223.
  • Vlaams ministerie van Ruimtelijke ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, archief.
  • BOGAERT C.- VERBEECK M., Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België Architectuur Deel 12n 2. Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Gent Kantons Destelbergen – Oosterzele, Turnhout, 1989, p. 469-471.
  • DE HERDT R., In en om de alambiek. Jenever en alcoholstokerijen, Gent, 1981.
  • De laatste landbouwstokerij te Balegem. Een Europees erkend streekproduct, VVV “De Heerlijkheid Oosterzele”, s.d.
  • DELBERT A., Balegemse steen en nog wat anders…, in Toerisme Oost-Vlaanderen, XVII, 1, 1978, p. 13-15.
  • DE SMET L. – HAEGEMAN A. – e.a., Balegem Niet Vergeten! De geestrijke geschiedenis van Balegem over de periode 1946-2000, Balegem, 2007, p. 46-49.
  • DE SMET L., Bijdrage tot de geschiedenis van de gemeente Balegem. Vanaf De Brabantse Omwenteling tot 1900, Aalter, 1977, p. 106-114; p. 138-143.
  • VANSCHOONENBERGHE E., Klasseringsaanvraag stokerij Van Damme.

Bron: Beschermingsdossier DO002336 (2008)
Auteurs: Moermans, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Landbouwstokerij Van Damme [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/36707 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.