Teksten van Guillotinemolen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/36718

Guillotinemolen ()

Laat-18de-eeuwse stenen korenwindmolen (oorspronkelijk met oliestampkot) van het type bovenkruier (bergmolen).

De molen werd opgericht in 1798 als koren- en oliemolen door Jean Baptiste Platteau uit Balegem. Tegelijkertijd werd ook de nog bestaande molenaarswoning opgetrokken (Molenstraat 25). De benaming Guillotinemolen zou verwijzen naar dodelijke ongevallen in de molen in 1798 en 1832, en naar de bouwperiode (Franse Revolutie). Andere historische namen zijn "Stenen Molen", "Molen ten Berg" en "De Grote Kucher". De twee laatste benamingen houden verband met wijknamen in de onmiddellijke omgeving. De windmolen bleef in gebruik tot circa 1955. Van 1979 tot 1991 werd de molen hersteld (niet-maalvaardig). In 2012-2013 werden de houten kapconstructie, de wieken, de schotelvormige roeden en het staartwerk verwijderd in afwachting van een maalvaardige restauratie.

De Guillotinemolen is een vrij grote, ronde bakstenen bovenkruier (bergmolen) met een brede basis en een sterk conische kuip met vier zolderniveaus. Het noordelijke molenperron is voorzien van een korfboogvormige inrijpoort. Op molendamhoogte bevindt zich een omlopende boord van onregelmatige zandstenen blokken. Een smeedijzeren ring tussen twee zandstenen blokken aan de westkant dient voor vastlegging van het gevlucht. Het bouwjaar van de windmolen wordt vermeld op drie zandstenen gevelstenen, in verticale lijn aangebracht tussen de muuropeningen boven de inrijpoort, met opschrift: "L'An VII de la R(épublique)/ Anno/ 1798". De molenromp wordt geopend door segmentboogvormige muuropeningen met geprofileerde bakstenen druiplijst, bij de vensters met ijzeren roedeverdeling en luiken. De grote, overstekende zetelmolenkap is van het Oostvlaamse type (leien) met vrijwel horizontale nok en twee kleine raampjes in het kouveleinde. Kenmerkend is verder het zwaar zetelkruiwerk, de staart met lange en korte spruit en gietijzeren kruilier. Tijdens de restauratie werd gekozen voor een sterk hellende wiekenas en nieuwe fokwieken met porring opdat het gevlucht de sterk verbredende molenromp niet zou raken. De oorspronkelijke uitrusting van zowel de olieslagerij als het graangemaal is vrijwel geheel verdwenen met uitzondering van twee oude steenkoppels en het binnenluiwerk. Het houtwerk is grotendeels vernieuwd bij de restauratie.

  • BAUTERS P. 1985: Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, 216-220.
  • BAUTERS P. 1986: Het Oostvlaams molenbestand in 1986, in: Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oost-Vlaanderen, Bijdragen Nieuwe Reeks, 25, Gent, 108.
  • BOGAERT C. & VERBEECK M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N2, Brussel - Turnhout.

Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Guillotinemolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359141 (geraadpleegd op ).


Guillotinemolen ()

Impressionante windmolen vooral bekend staand als de zogenaamde Guillotinemolen, gebouwd op de hoek van Berg en Molenstraat. Vroeger ook zogenaamd "Stenen Molen", "Molen ten Berg" en "De Grote Kucher"; laatstgenoemde benamingen houden verband met wijknamen in de onmiddellijke omgeving. Oorspronkelijk korenwindgemaal met oliestampkot, nadien enkel graanmolen, in gebruik tot circa 1955. Gerestaureerd circa 1980 doch niet maalvaardig.

Vrij grote, ronde bakstenen bergmolen van het bovenkruiertype met brede basis en sterk conische knip waarin vier zolderniveaus. Noordelijk molenperron voorzien van korfboogvormige inrijpoort. Omlopende boord van onregelmatige zandstenen blokken op molendamhoogte. Een smeedijzeren ring tussen twee zandstenen blokken aan de westkant voor vastlegging van het gevlucht. Bouwjaar van de windmolen vermeld op drie zandstenen gevelstenen, in verticale lijn aangebracht tussen de muuropeningen boven de inrijpoort, met opschrift: "L'An VII de la R(épublique)/ Anno/ 1798". Segmentboogvormige muuropeningen met geprofileerde bakstenen druiplijst. Vensters met ijzeren roedeverdeling en luiken. Grote, overstekende zetelmolenkap van het Oostvlaamse type (leien) met vrijwel horizontale nok en twee kleine raampjes in het kouveleinde. Zwaar zetelkruiwerk, staart met range en korte spruit en gietijzeren kruilier. Sterk hellende wiekenas en nieuwe fokwieken met porring opdat het gevlucht de sterk verbredende molenromp niet zou raken. Oorspronkelijke uitrusting zowel van de olieslagerij als van het graangemaal vrijwel geheel verdwenen met uitzondering onder meer van twee oude steenkoppels en het binnenluiwerk. Houtwerk grotendeels vernieuwd bij de restauratie.

  • BAUTERS P. 1985: Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, 216-220.
  • BAUTERS P. 1986: Het Oostvlaams molenbestand in 1986, in: Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oost-Vlaanderen, Bijdragen Nieuwe Reeks, nummer 25, Gent, 108.

Bron: BOGAERT C. & VERBEECK M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Guillotinemolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/36718 (geraadpleegd op ).