Hoeve van het gesloten type, naar verluidt vroeger tevens molenaarswoning. De bijbehorende houten korenwindmolen die oostwaarts, aan de overzijde van de straat was gelegen, verdween circa 1925. Deels gekasseid rechthoekig binnenerf omsloten door gewitte bakstenen bedrijfsgebouwen onder snijdende zadeldaken (Vlaamse pannen). Een brede rechthoekige poort met doorrit naast de paardenstallen aan de straatzijde (zuidoosten); ten zuidwesten koestallen en ten noordoosten dwarsschuur.
Naar het zuidoosten georiënteerd boerenburgerhuis ingeplant aan de achterzijde van het binnenerf. Dubbelhuis van twee bouwlagen en vijf traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok parallel aan de straat), aanvankelijk slechts één bouwlaag in kern mogelijk uit eind 18de eeuw, eind 19de eeuw of begin 20ste eeuw verhoogd en aangepast. Verankerde en beraapte lijstgevel op gecementeerde plint met schijnvoegen. Gewitte en bepleisterde imitatiehoekkettingen, vensteromlijstingen en horizontale banden. Getoogde vensters met hardstenen lekdrempel. Een omlijsting van grijze klompjes met oren en druiplijst rondom de getoogde deur, voorts bekroond door een okergeelgekleurd beraapt driehoekig pseudofronton. Gevel afgelijnd door een gewitte houten kroonlijst.
Bron: BOGAERT C. & VERBEECK M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n2, Brussel - Turnhout. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)