De burcht van Millen wordt voor het eerst vermeld in 1366. Hij wordt achtereenvolgens bewoond door de families Proest (1369), van Guighoven (1456), van Berloz (1479), van Hautem (1531) en de Fléron (1625). De oorspronkelijke burcht, mogelijk opklimmend tot de 12de-13de eeuw wordt in de 14de eeuw omgevormd tot waterburcht. Arnold de Fléron bouwt in de eerste helft van de 17de eeuw de tot ruïne vervallen burcht om tot een kasteel. Het bleef in deze vorm bestaan tot 1811. Na verkoop in dit jaar door baron de Blisia wordt het geheel omgevormd tot hoeve; donjon en rechts toren zijn in 1842-1845 reeds verdwenen.
De burchtruïne omvat twee evenwijdige tegenover elkaar gelegen gebouwen, waarvan het oosten voorzien is van een ronde toren.
De oostvleugel bevat de oudste kern in de mergelstenen oost- en zuidgevel, met op de hoek van beide een ronde, mergelstenen toren. Het gebouw is thans verlaagd; zadeldak (Vlaamse pannen). De overige gevels zijn van baksteen, met gebruik van mergelsteen voor de speklagen, omlijstingen der muuropeningen en hoekbanden (eerste helft 17de eeuw). Een gevelsteen met datering 1820 verwijst naar de aanpassing van het gebouw als hoeve. De west- en noordgevels vertonen 19de-eeuwse muuropeningen; de oorspronkelijke muuropeningen in mergelstenen omlijsting zijn gedicht. De oost- en zuidgevels, evenals de toren vertonen een hoge sokkel met kernmetselwerk en parement (regelmatig verband) van silex. De muuropeningen zijn smalle spleten, gedichte kruiskozijnen en rechthoekige vensters met mijtervormige, mergelstenen ontlastingsboog. De toren is inwendig nog voorzien van een bakstenen kruisribgewelf met mergelstenen ribben.
De westvleugel telt vier traveeën en twee en een halve bouwlaag onder zadeldak. Huidig uitzicht uit 17de eeuw, doch oudere kern (mergelstenen westgevel). Bakstenen gebouw, voorzien van mergelstenen banden en hoekblokken. Gesmeed ijzeren muurankers met krullen. De oorspronkelijke mergelstenen muuropeningen met negblokken (waarschijnlijk kruiskozijnen) zijn gedicht. Huidige muuropeningen uit de 19de eeuw.
Tussen beide gebouwen bevindt zich een waterput. Ten zuiden bleef een deel van een oorspronkelijk mogelijk hogere ommuring van mergelsteen behouden.
- CLAASSEN A., Van mottoren tot kasteel, (Publicaties van het Provinciaal Gallo-Romeins Museum, Tongeren; 14) Tongeren, 1970, p.69.
- FORUM Ontwerpcollectief, Waterkasteel Millen. Studie. Conceptnota,. (1987).
- PAQUAY J., De heerlijkheid Millen, (Jaarboek van het Limburgsch Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, 47, 1933, p.115-124).