Ruime, thans in twee delen gesplitste gesloten hoeve, van 1829, doch met oudere kern uit de 17de eeuw. Bakstenen gebouwen onder zadeldak (Vlaamse pannen), gegroepeerd rondom een oorspronkelijk rechthoekig erf, in de tweede helft van de 19de eeuw aan de oostzijde doorbroken.
Elk erf is in de zuidvleugel aan straatzijde voorzien van een rondboogvormige inrijpoort, waarvan die van nummer 76 de oorspronkelijke is in een hardstenen omlijsting met negblokken, op de sluitsteen gedateerd B C/ M T C/ 1829; de inrijpoort van nummer 78 is van gecementeerde baksteen. De gevel aan straatzijde van dit gebouw is gecementeerd.
Een tweede poortgebouw bevindt zich aan de rechter zijde van de zuidelijke woonhuisvleugel; grotendeels versteende vakwerkbouw en bakstenen zijgevels met mergelstenen banden, onder steil zadeldak, aan de rechter zijde afgewerkt met een aandak met bolvormig topstuk. Boven de rechthoekige poort (houten latei) bevindt zich een duifhuis.
Het woonhuis, ten noorden van het erf telt in zijn huidige vorm drie (nummer 78) en vijf (nummer 76) traveeën en twee bouwlagen, en behield een gesmeed ijzeren S-vormig muuranker, verwijzend naar de 17de-eeuwse kern. De vensters zijn rechthoekig, in hardstenen omlijsting of onder hardstenen latei. De deur van nummer 76 is de oorspronkelijke woonhuisdeur, rechthoekig in hardstenen omlijsting.
Stallen in de noord-, west- en zuidvleugel, voorzien van rechthoekige en getoogde deuren in rechthoekige hardstenen omlijsting, met halfronde bovenlichten.
De westelijke vleugel bevat de langsschuur met rondboogpoort (hardstenen omlijsting met negblokken) aan straatzijde, op de sluitsteen gedateerd B C/ 1829. De zijgevel aan straatzijde is afgewerkt met een mergelstenen hoekband.
Losstaand stalgebouw uit de tweede helft van de 19de eeuw ten oosten van het erf.