Neoromaanse kruisbasiliek, in 1936-1937 gebouwd naar ontwerp van J. Deré; zwaar beschadigd in 1940 en gerestaureerd in 1941.
De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van vier traveeën, een transept van drie traveeën, een koor van één rechte travee met halfronde sluiting, geflankeerd door absidiolen en een sacristie aan de zuidzijde; voorstaande westtoren met ronde traptoren aan de zuidzijde.
Bakstenen gebouw onder zadel- en lessenaarsdaken, op een hoge breukstenen plint. De toren is voorzien van een onderbouw van breuksteen, waarin een geprofileerd rondboogportaal, en geprofileerde bakstenen vensters. Geprofileerde baksteenvensters, voornamelijk gegroepeerd als drielichten in de rest van het gebouw.
Bepleisterd interieur met onbepleisterde baksteen voor de dragende elementen en het gewelf. Scheiding tussen middenbeuk en zijbeuken door middel van een rondboogarcade op zuilen. Kruisribgewelven op bakstenen colonnetten.
Mobilair: Beeld van Sint-Franciscus Xaverius, gepolychromeerd hout (circa 1800).
- GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Tongeren, Brussel-Sint-Truiden, 1976, p. 83.