Prachtige arduinen rococogevel uit de tweede helft van de 18de eeuw, afkomstig uit de Befferstraat. Met de bouw van het huidig stadhuis werd volgens L. Godenne, M. Kocken en F. Berlemont de gevel in 1902 afgebroken en circa 1905 hier in oorspronkelijke toestand heropgebouwd, volgens oude archieffoto's op de plaats van een vroeger diephuis van drie bouwlagen met lijstgevel.

Hoekhuis met de Scheerstraat, twee en een halve bouwlaag en drie traveeën onder een zadeldak (kunstleien). Harmonische voorgevelordonnantie met steekboogvensters in geprofileerde omlijsting, uitgewerkte sluitsteen en lekdrempels op rocailleconsoles. Geaccentueerde middentravee in licht vooruitspringend risaliet. Schouderboogvormige deur in rococo-omlijsting op neuten, met geprofileerd versierd beloop; rijkelijk gesculpteerde gestrekte tussendorpel en fraai vergulde waaier; sluitsteen en rocailleconsoles schragen de gekorniste balkonplaat met opschrift. Aansluitend spiegelboogvormig deurvenster op de bel-etage in een geprofileerde omlijsting, onder gebogen druiplijst en voorzien van smeedijzeren balkonleuning.

De hoogste verdieping is als het ware opgevat als mezzanino, met een klein centraal spiegelboogvenster tussen flankerende oculi. Gekornist hoofdgestel met consoles; sierlijk bekronend kuifstuk met oeil-de-boeuf onder weelderige rococo-ornamenten. Houtwerk overal vernieuwd in het begin van de 20ste eeuw. Vernieuwde zijgevel van drie traveeën.