Alleenstaand breedhuis, gelegen in een ommuurde tuin, bereikbaar via een rondboogdeurtje in een rechthoekige, geblokte kalkstenen omlijsting met neuten en geprofileerde druiplijst.

Bakstenen dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder wolfsdak (Vlaamse en mechanische pannen), uit 1722 (muurankers in de achtergevel). De voorgevel behield zijn oorspronkelijke ordonnantie (Maasstijl) met rechthoekige, kalkstenen vensters, met oorspronkelijke kruis- en kloosterkozijnen waaruit de onderverdeling verdwenen is; ontlastingsbogen op de benedenverdieping. Rechthoekige deur. De ordonnantie der achtergevel werd in de tweede helft van de 19de eeuw gewijzigd.