In 1619 gebouwd door Hubert de Juprelle voor zijn dochter Maria. Oorspronkelijk één breedhuis, in 1671 onderverdeeld in twee woningen van samen zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse en mechanische pannen); gedateerd door middel van muurankers en twee cartouches in de voorgevel: ANNO/ 1619. Opgetrokken in de vroege Maasstijl uit het begin van de 17de eeuw, gekenmerkt door de mergelstenen afwerking voor de geprofileerde kroonlijst, de banden en hoekstenen, de cartouches en de medaillons; gesmeed ijzeren muurankers met krullen.

In het midden van de gevel, mergelstenen rondboognisje, afgewerkt met een schelpmotief en pinakeltjes; madonnabeeldje. In de tweede helft van de 17de eeuw werden de muuropeningen aangepast en werden de huidige vensters aangebracht: kruiskozijnen in een kalkstenen omlijsting met negblokken en geprofileerde neg aan het benedengedeelte. Rondboogdeur in een rechthoekige kalkstenen omlijsting, waarschijnlijk uit dezelfde periode.