Teksten van Langgestrekte vakwerkhoeve

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/37470

Vakwerkhoeve ()

Het primitief kadasterplan geeft op de plaats van de hoeve al een kleiner monovolume weer, dat in kern in het huidige complex vervat kan zitten. De kadastrale mutatieschetsen geven een beeld van de verdere evolutie: omstreeks 1848 werd het monovolume onderdeel van het noordelijk gelegen perceel, waarop al een primitief gekadastreerde, langgestrekte hoeve stond; de twee parallelle volumes gingen nu een gezamenlijk leven leiden; omstreeks 1860 werd het zuidelijk volume verbreed door uitbreiding in de richting van de straat, omstreeks 1906 volgde een verbreding door achterwaartse uitbreiding; omstreeks 1936 werden de noordelijke en zuidelijke eigendom opnieuw gescheiden; het zuidelijk volume had niet meer hinterland dan een stukje grond tussen de kopgevel-straatzijde en de straat; ook schijnt de uitbreiding van 1906 toen ongedaan te zijn gemaakt; omstreeks 1952 wordt de hoeve in zijn huidige breedte, met voorerf geregistreerd. Dwars op de straat ingeplante, langgestrekte hoeve met ordonnantie stal/schuur-woonhuis, acht traveeën breed, één bouwlaag hoog, in stijl- en regelwerk (ankerbalkgebint met zichtbare regels, kapgebint, ankerbalkstandjuk met geschoorde nokstijl), gedeeltelijk met lemen vullingen, het geheel wit gekalkt boven een lage, gepikte bakstenen stoel en afgedekt door een zadeldak met Vlaamse pannen. Tegen de achterste kopgevel is – in het verlengde van de hoeve – een lagere bijbouw opgetrokken, in baksteen onder een zadeldak met Vlaamse pannen. Mogelijk betreft het versteend vakwerk. De vakwerkstructuur is gaaf.

Links van de hoeve, langsheen de voorgevel, strekt zich een voorerf uit, aan straatzijde afgesloten met ijzeren poortwerk, rechts, tegen het huis, een smal voetgangerspoortje, door een pijler gescheiden van een brede dubbele poort voor getuig.

De erfzijdegevel van het hoofdvolume omvat van links naar rechts een stalvenstertje, twee staldeuren, de tweede met een zolderluik erboven, vervolgens een bolkozijn, een vak waarvan de vulling verdween, daarnaast een venster, een woonhuisdeur en een venster. De vensters aan weerszijden van de woonhuisdeur zijn vergroot. De kopgevel-straatzijde heeft twee venstertjes op zolderniveau, op het gelijkvloers schijnt een venster te zijn gedicht (?). De achtergevel is blind. Het aangebouwde dienstgebouwtje kon niet van nabij worden onderzocht.


Bron: Beschermingdossier DL002470
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Langgestrekte vakwerkhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/159381 (geraadpleegd op ).


Langgestrekte hoeve ()

Hoeve uit de 19de eeuw, met ordonnantie stal/schuur-woonhuis. Acht traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen). Stijl- en regelwerk met lemen vullingen; ankerbalkgebint met zichtbare regels; kapgebint: ankerbalkstandjuk met geschoorde nokstijl. Lage, gepikte bakstenen stoel. Aangepaste vensters op een zolderluik en een klein bolkozijn na. Twee oorspronkelijke staldeuren en een aangepaste woonhuisdeur.


Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van VANTHILLO C. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Riemst - Tongeren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Langgestrekte vakwerkhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/37470 (geraadpleegd op ).