Watermolen op de Jeker, gelegen in de Daalbeemden, bij de Daalbron. Bestond reeds in de 13de eeuw (inferius molendinum) en was eigendom van het Sint-Kruiskapittel van Luik; in 1246 in bezit van de prins-bisschop, die hem in 1288 schenkt aan de premonstratenzerabdij van Beaurepart, die eigenaar blijft tot de Franse revolutie, waarna hij in privaat bezit overgaat (familie Baillien). Banmolen voor de dorpen Lauw, Villers-l'Evêque en Naveroul. Hij werd verpacht aan molenaars waarvan de eerst vermelde Jacob Boes (1380) is. Buiten bedrijf sinds 1965.
Gebouwen in kern opklimmend tot 1670 (gevelsteen), doch volledig verbouwd begin 20ste eeuw. Bakstenen gebouwen onder zadeldaken (Vlaamse pannen), met T-vormige opstelling, het metalen molenrad bevindt zich aan de noordelijke zijgevel.
Het molenhuis heeft een oude kern, aangeduid door enkele silex muurpartijen en de gesmeed ijzeren muurankers; het globale uitzicht dateert van 1916, zoals aangeduid door een gevelsteen: J.B.M./1916. Getoogde, bakstenen muuropeningen en een laadvenster.
De haakse vleugel aan het erf werd recent grondig aangepast; gevelsteen boven de deur: HIC ECCE PAX/ DOMUI.APRI/ ANNO 1817/ D.BAILLIEN.
De molen beschikt over drie lossluizen, in vervallen toestand nog steeds aanwezig. Het metalen molenrad werd in 1925 geplaatst ter vervanging van het houten rad. Het binnenwerk is niet meer aanwezig.
- BAILLIEN H., De Dalemolen te Lauw, (Het Oude Land van Loon, 2, 1947, p.31-36).
- Werkgroep Molenzorg Zuid-Limburg, Watermolens Zuid-Limburg, Tongeren, s.a., p.26-28.