Gesloten hoeve met woonhuis uit de tweede helft van de 19de eeuw en dienstgebouwen met oudere kern, zichtbaar in het resterende vakwerkgedeelte. Bakstenen gebouwen onder zadeldaken (Vlaamse pannen), gegroepeerd rondom een erf met onregelmatige vorm, bereikbaar via een ijzeren inrijhek in de westhoek.
Ten zuidwesten, boerenburgerhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen op een verhoogde begane grond. Getoogde, bakstenen vensters, oorspronkelijk beluikt, met kalkstenen lekdrempels. Rechthoekige deur in een vlakke kalkstenen omlijsting met trap.
De zuidoostvleugel bevat sterk aangepaste stallingen, anderhalve bouwlaag hoog en op een gevelsteen gedateerd 1829/A.M.. Plint gedeeltelijk van silex.
De noordwestvleugel omvat eveneens stallingen en behield -voornamelijk in de straatgevel- zijn vakwerkconstructie: een ankerbalkgebint met op regelmatige afstand geplaatste tussenstijlen tussen de gebintstijlen en vier regels; het kapgebint is een ankerbalkstandjuk; bakstenen vullingen; verhoogde bakstenen stoel. zuidwestgevel voorzien van een mergelstenen nis met opschrift J.J.A./M.187(?)4. Aangepaste muuropeningen, houten kozijnen in het vakwerkgedeelte.
Ten noordoosten, dwarsschuur in stijl- en regelwerk, waarvan de (hergebruikte ?) timmer een ankerbalkgebint vertoont confer noordweststal; bakstenen vullingen, gedeeltelijke verstening; verhoogde bakstenen stoel; aangepaste muuropeningen; rechthoekige poort in houten omlijsting.