Deze kerk was een kwartkapel van de Tongerse Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Ze bestond reeds in de 12de eeuw, een rector wordt vermeld in 1205. In 1421 wordt de kerk gerestaureerd, reeds eind 18de eeuw wordt ze als bouwvallig vermeld. In 1845 wordt een nieuwe kerk gebouwd, naar ontwerp van J. Dumont en onder leiding van architect Suys.
De kerk is omringd door het ommuurd kerkhof. Classicistische pseudo-basiliek, waarvan het grondplan een voorstaande westtoren, een driebeukig schip van vier traveeën en een koor van één rechte travee met halfronde sluiting en flankerende sacristieën beschrijft.
Bakstenen gebouw onder zadeldak (leien), de gevels van het schip voorzien van rondboogvensters met hardstenen bogen en doorgetrokken imposten. Bakstenen toren onder ingesnoerde naaldspits; drie geledingen, met afwerking van hardsteen voor de omlijsting van het rondboogportaal, het rondboogvenster, de oculus erboven, de galmgaten, de waterlijsten en de klauwstukken, die de tweede met de derde geleding verbinden.
Bepleisterd interieur. De middenbeuk is van de zijbeuken gescheiden door een rondboogarcade op zuilen. Overwelving door middel van een tongewelf, halve koepel boven het koor.
Twee grafkruisen op het kerkhof van 1551 en 1689.
- DANIELS P. & PAQUAY J., Inventaire archéologique des objets existant dans les édifices publics. Canton de Tongres, Vol. III, Hasselt, 1919, p. 31-34.
- GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Tongeren, Brussel-Sint-Truiden, 1976, p. 20-21.
- THYS C., Le chapitre de Notre-Dame à Tongres, vol. III, Antwerpen, 1889.