Merkwaardige hoeve, thans gerestaureerd en niet meer in bedrijf, uit de 18de eeuw. Gebouwen in stijl- en regelwerk onder zadeldaken (Vlaamse pannen), gegroepeerd rondom een rechthoekig erf, geplaveid door middel van een keienmozaïek en bereikbaar via een overluifelde, rechthoekige inrijpoort met resten van een kalkstenen omlijsting, in de straatzijde. De gebouwen sluiten ten westen aan bij die van huis nummer 8.
Woonhuis ten noorden van het erf. Zes traveeën en twee bouwlagen, waarvan de twee westelijke traveeën versteend werden in de tweede helft van de 19de eeuw; de overige traveeën bleven behouden in stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen. Eénzijdig overstekend kopbalkgebint (verspreidingsgebied: Nederlands Limburg), met zes kopbalken en vier regels op een gepikte bakstenen stoel. De muuropeningen zijn aangepast.
In de onderbouw versteende stal ten zuiden van het erf; de verstening gebeurde door middel van baksteen en kalkstenen breuksteen; het ankerbalkgebint der bovenbouw, die zijn stijl- en regelwerk met lemen vullingen behield, werd -waarschijnlijk bij deze aanpassing- gewijzigd. Gewijzigde muuropeningen. Gesmeed ijzeren muurankers met krullen (eerste helft 18de eeuw).
Achteraan het erf, de voormalige dwarsschuur; stijl- en regelwerk met lemen vullingen. Gewijzigde muuropeningen.
In de westzijde een dienstgebouw dat aansluit bij de gebouwen van de hoeve ernaast. Stijl- en regelwerk met lemen vullingen op een hoge bak- en breukstenen stoel. Ankerbalkgebint; het kapgebint is een ankerbalkstandjuk met geschoorde nokstijl.