is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Op de Eiken
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Op de Eiken
Deze vaststelling was geldig van tot
is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Altenbroek en Voervallei met omgeving
Deze bescherming was geldig van tot
is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Altenbroek en Voervallei met omgeving
Deze bescherming was geldig van tot
Belangrijke, voorheen gesloten hoeve, afhankelijk van het leenhof Van den Bongart, op de Ferrariskaart aangeduid als U-vormig, met de open zijde naar het zuidwesten; reeds midden 19de eeuw ontwikkeld tot volledig gesloten hoeve. Oude kern waarschijnlijk uit de 18de eeuw (woonhuis), vrijwel volledig aangepast eind 19de eeuw en voor kort nogmaals grondig aangepast (toevoeging van zeer ruime stallen). Bakstenen gebouwen onder zadel- en schilddaken, gegroepeerd rondom een rechthoekig erf, bereikbaar via een lange oprit en een inrijpoort in de zuidvleugel.
Woonhuis ten noorden van het erf. Het gebouw behield van de oude kern alleen een rechthoekige venster in een geprofileerde kalkstenen omlijsting.
De westelijke en zuidelijke stalvleugels dateren uit eind 19de eeuw, zoals aangeduid door de datering 1890 op de sluitsteen van de inrijpoort. Twee verdiepingen hoge gebouwen, voorzien van rechthoekige muuropeningen in kalkstenen omlijsting. Korfboogvormige, bakstenen inrijpoort met hardstenen imposten en sluitsteen.
Bron: SCHLUSMANS F. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Voeren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Ten westen van de hoevegebouwen bevindt zich een jonge hoogstamboomgaard. Deze bevindt zich op een plek die sinds de Kabinetskaart van de Ferraris ononderbroken hoogstamboomgaard is geweest.
Ten noorden van de hoeve ligt in het weidencomplex een pomphuisje, mogelijk uit de eerste helft 20ste eeuw. Omdat er geen bronnen of waterlopen in deze weiden liggen, werd het waarschijnlijk gebruikt voor het oppompen van water om het vee te laten drinken. Het is een kleine rechthoekige bakstenen constructie onder zadeldak. In het interieur zijn nog tandwielen bewaard die wijzen op een mechanische aandrijving van een pomp, mogelijks door een dieselmotor.