In 1729 vermeld als eigendom van Arnold Hyacinth de Wijnants, hoogproost van het Sint-Servaaskapittel van Maastricht.
U-vormige hoeve, het huidig uitzicht grotendeels daterend uit de eerste helft van de 18de eeuw; bakstenen gebouwen gegroepeerd rondom een rechthoekig erf, dat aan de zuidzijde door twee lage dienstgebouwen met daartussen een inrijpoort is afgesloten. Door een dreef met de steenweg verbonden.
De inrijpoort is een verankerde kalkstenen rondboogpoort met negblokken, onder schikddakje.
Het woonhuis bevindt zich in de centrale vleugel, achteraan het erf. Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (leien) met klokkenruitertje. De voorgevel schijnt, waarschijnlijk in midden 19de eeuw, meer naar voren ten opzichte van het oorspronkelijke huis herbouwd met hergebruik van de materialen der oorspronkelijke muuropeningen; het dak kreeg hierbij waarschijnlijk zijn huidig uitzicht. Kalkstenen plint. De vensters zijn kalkstenen bolkozijnen met sponningbeloop, oorspronkelijk beluikt en op de eerste bouwlaag voorzien van diefijzers. De deuren zijn voorzien van een geprofileerde, kalkstenen omlijsting en houtwerk uit midden 19de eeuw. Onder het venster links van de centrale deur bevindt zich een getoogde kelderdeur.
De beide haakse dienstgebouwen zijn de voormalige dwarsschuren die eind 19de eeuw tot stal werden omgevormd. De gebouwen zijn vooral aan erfzijde sterk verbouwd; er zijn verschillende bouwnaden zichtbaar. Gedichte, rondboogvormige schuurpoorten in een verankerde omlijsting van gebouchardeerde kalksteen met regelmatig geplaatste negblokken. De overige muuropeningen zijn getoogd, in bakstenen omlijsting (eind 19de, begin 20ste eeuw). De gevels aan de buitenzijde van de hoeve behielden vrij goed hun uitzicht uit de eerste helft van de 18de eeuw: rondboogvormige staldeuren en laadvensters in een kalkstenen omlijsting met negblokken. Getoogde, bakstenen muuropeningen uit eind 19de, begin 20ste eeuw. De twee haakse vleugels bevatten in de twee noordelijke traveeën een gedeelte van het woonhuis, in de oostvleugel voorzien van een kalkstenen kruiskozijn.
De twee lage gebouwen naast de inrijpooort hebben aan erfzijde een volledig recent uitzicht (eind 19de-, begin 20ste eeuw). Aan de andere zijde zijn ze onder de dakrand afgewerkt met een bakstenen muizentandfries met dropmotief.
- BELONJE J., Stroevenbosch, in Heem, 3, 1959, 2, pagina 2-4.
- CRASBORN P., De familie Crasborn. Een historisch overzicht, Rotterdam, 1986, pagina 52.
- NIJSSEN J., Manuscript Voerense percelen, 1992.