is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Kloosterhof
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Hoeve Kloosterhof
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Hoeve Kloosterhof: omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Kloosterhof
Deze vaststelling was geldig van tot
is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Gulpvallei met omgeving
Deze bescherming was geldig van tot
is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Gulpvallei met omgeving
Deze bescherming was geldig van tot
Hoeve, op de Ferrariskaart vermeld als Cense Cloosterhof. Monumentale, gesloten hoeve in eclectische stijl, in 1892 door de eigenaar A. Collet van Verviers gebouwd na verwoesting door brand van de oorspronkelijke hoeve, een stichting van de abdij van Sinnich, die dezelfde omvang en vorm had als de huidige gebouwen. De hoeve wordt in de Franse tijd onteigend en verkocht aan de Compagnie Bodin. In 1830 wordt Soumagne als eigenaar vermeld. De huidige oriëntatie van de hoeve, met het poortgebouw aan de zuidwestzijde, verwijst naar een oudere toestand, toen de ingang aan een tot midden 19de eeuw vrij belangrijke weg lag die hier liep en leidde naar een kluis, op de Ferrariskaart aangeduid als Hermitage de Teuven; deze is reeds midden 19de eeuw volledig verdwenen.
Wat afgelegen ten opzichte van de straat. Bakstenen gebouwen, gegroepeerd rondom een rechthoekig, gekasseid erf met centrale mestvaalt (thans buiten gebruik). Verschillende dakvormen (Vlaamse pannen), de uitstekende dakranden geschoord door middel van korbelen. Baksteenfriezen, onder meer in de vorm van een muizentandfries, onder de kroonlijsten. Hardstenen afwerking van decoratieve en constructieve onderdelen.
De oprit leidt naar een poortgebouw in de zuidwestelijke vleugel. Bakstenen rondboogpoort in een boven de aanleunende vleugels uitstekend gebouw onder zadeldak, voorzien van een torenachtige verhoging onder tentdak (leien). Hardstenen plint, posten, imposten en sluitsteen. Steunberen op de muurpanden naast de poort.
Woonhuis ten noordwesten van het erf. Boerenburgerhuis van het dubbelhuistype, vier traveeën en twee bouwlagen onder wolfsdak, voorzien van twee dakkapellen. Licht verhoogde begane grond. Risaliet in de middentravee met puntgevelvormige verhoging. Getoogde bakstenen vensters, tweelichten in de linkertravee. Rechthoekige deur in een hardstenen omlijsting.
Het woonhuis wordt, evenals het poortgebouw, aan beide zijden geflankeerd door lagere stallen onder zadeldaken, één tot anderhalve bouwlaag hoog. Muuropeningen zoals in het woonhuis: getoogde vensters en rechthoekige deuren in hardstenen omlijsting. Ook de noordoostzijde van het erf wordt door een stalvleugel ingenomen, hier onder schilddak, met wagenhuis in de linkertravee.
Ten zuidoosten, voormalige, dubbele dwarsschuur, thans omgevormd tot stal, met toevoeging van aan de nieuwe functie aangepaste muuropeningen. De gedichte bakstenen korfboogpoorten bleven in voor- en achtergevel zichtbaar.
Bron: SCHLUSMANS F. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Voeren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Ten noorden en oosten van de hoevegebouwen bevindt zich een grote hoogstamboomgaard afgezoomd met meidoornhagen. Op de Kabinetskaart van de Ferraris waren de percelen bij de hoeve reeds hoogstamboomgaard, dit beeld bleef op latere topografische kaarten bewaard. Vanaf de kaarten van midden de 19de eeuw was het volledige blok in gebruik als hoogstamboomgaard.