Landbouwuitbating waarvan de archiefstukken teruggaan tot begin 18de eeuw. In 1787 eigendom van J.F. de Causmaecker, heer van 's Graven Hazele. Achterin gelegen hoeve met losse bestanddelen op verhard en met gras begroeid binnenerf met grote notelaar die de mestvaalt beschaduwt. Ervoor, wetland en omhaagde moestuin. Toegangsweg en ijzeren hek tussen vierkante gemetste pijler en het woonhuis in de noordoosthoek.
Ten noorden, woonhuis van zes + twee traveeën onder mank zadeldak (pannen, nok parallel met de straat) met rechter zijaandak met vlechtingen, uit de 18de eeuw. Verankerde witgekalkte erfgevel op gepikte plint met licht getoogde deur en vensters met wit- en bruingeschilderde luiken. Bakstenen achtergevel met rechthoekige vensters onder de daklijst.
Interieur: bewaarde grote haard (oorspronkelijk dubbele haard) en beschilderde balkenzoldering met versierde moerbalk.
Ten oosten, imposante dwarsschuur opgetrokken uit baksteen met deels bewaarde natuurstenen hoekblokken en bij de korfboogpoort, onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat). Doorrit onder doorgetrokken dakschild. Luchtgaten in voor- en zijgevels. Aflijnende geprofileerde daklijst. Binnenin eiken gebint onder meer met graffiti en jaartal 1824. Aanbouwsel met houten bebording. Ernaast, bakhuis met oven op twee parallelle open tongewelven.
Ten westen, 19de-eeuwse bakstenen stallen onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat) met mestvaalt ervoor.
- SMITH K., Over de hoeven van Deinze, in Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, LIII, 1986, p. 120-123.