Zetel van de gelijknamige heerlijkheid, vermeld in 1480 en afhankelijk van het Markizaat van Deinze. Sinds 1614 in het bezit van de familie Baelde tot midden 18de eeuw. Volgens landboek van 1760 eigendom van en bewoond door de pastoor. Oorspronkelijk rechthoekige omgrachte hoeve met losse bestanddelen. Deels vernieuwd woonhuis ten westen en dienstgebouwen ten noorden en ten zuiden op het erf. Nieuw straathek geflankeerd door oude linden.
Boerenhuis van zeven traveeën onder zadeldak (pannen, nok parallel aan de straat) tussen zijaandaken met vlechtingen, opklimmend tot de 18de eeuw. Verankerde gewitte erfgevel op gepikte plint (gerestaureerd na vernieling tijdens de Eerste Wereldoorlog). Rechthoekige vensters met luiken en korfboogdeur in nieuwe bakstenen omlijsting, onder geprofileerd waterlijstje. Zijgevels met onder meer blinde getoogde vensters, oculi en getoogde zolderluikjes; rechts gestut door steunberen.
Interieur met behouden balkenzoldering met een moerbalk op schoorstuk (versteende vakwerkbouw?).
Rijksarchief Gent, Fonds Deinze, nummer 554.
Monumenten, merkwaardige gebouwen en landschappen, Stad Deinze.
Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Deinze - Nazareth, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n3, Brussel - Turnhout. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)