Van het oude Goed te Gampelaere in het westen op de grens van Astene met Petegem bleef een brede buitenwal van de oorspronkelijke site met walgracht met dubbel grachtensysteem en motte bewaard. Ze wijst op het belang van de hoeve en is de enige verwijzing van de vroegere belangrijkheid van de site.
Het Goed te Gampelaere was de zetel van een gelijknamige heerlijkheid waarvan archiefstukken teruggaan tot 1390. Het '-laer' toponiem wijst mogelijk op een nog oudere Germaanse oorsprong. Het ging om een moated site of site met walgracht met motte-toponiem, met afzonderlijk omgracht opperhof en neerhof. De omgrachting symboliseerde de macht van de heer en veruiterlijkte zijn prestige. Begin 15de eeuw was het goed eigendom van een zeer belangrijk en begoed Gents patriciër, Joos Vijd, opdrachtgever en schenker van het beroemde veelluik van de 'Aanbidding van het Lam Gods', in de Gentse Sint-Baafskathedraal. Een pachtovereenkomst van 1428 vermeldt onder meer dat de eigenaar "de woning op de wal, namelijk de kamers boven de grote overwelfde ingangspoort van 't goed, dat mede de zetel der heerlijkheid was", voor zich behield.
Het landboek van Astene van 1760 beschrijft het "hof, boomgaert ende motte", eigendom van de heer Opsomer en toont in kaart een circulaire walgracht met onbebouwde motte en min of meer rechthoekige buitenwal met neerhof, gelegen te midden van de bossen. Dezelfde toestand is terug te vinden op de Ferrariskaart van 1771-78.
Het primitieve kadasterplan van 1822 toont nog de dubbele omwalling en voor het eerst ook de dreven die het goed met de nabije straten en met het kasteel verbindt. Deze dreven moeten dus tussen 1778 en 1822 aangelegd zijn. Volgens kadastergegevens verdween de binnenwal en motte circa 1848. Op latere topografische kaarten is deze omwalde motte dan ook niet meer te zien. De oude hoevegebouwen werden eind 19de eeuw vernieuwd. De grote stallen, op het moment van bescherming (1995) deels woning, werden aangepast na de Tweede Wereldoorlog. De buitenwal bleef echter als duidelijke getuige in het landschap bestaan. De plaats van de motte en sporen van de binnenwal zijn nog afleesbaar in de weide voor het huis.
Eind 18de of begin 19de eeuw werd het goed door brede dreven verbonden met de steenweg in het noorden, met de Krekelstraat in het zuiden en met het Kasteel van Astene via de zogenaamde Astenedreef.
Goed te Gampelaere omvat een grotendeels omgrachte hoeve (behouden buitenwal) met vernieuwde gebouwen die bereikbaar zijn via een toegangshek tussen gewitte pijlers. De hoeve met losse bestanddelen bestaat uit een boerenwoning aan de oostzijde uit het eind 19de eeuw en een ruime bakstenen schuur en stallen aan de noordzijde, vergroot circa 1920. Het woonhuis telt zeven traveeën en is afgedekt met een breed zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat). Ten oosten voor het woonhuis vormt een uitgestrekt grasveld een materiële getuige van de vroegere omgrachte motte.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Van den Bossche, Hedwig
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Van den Bossche H. 2015: Hoeve Goed te Gampelaere [online], https://id.erfgoed.net/teksten/172037 (geraadpleegd op ).
Voormalige zetel van de heerlijkheid Gampelaere waarvan archiefstukken teruggaan tot 1390 (de naam op "laar" zou op een Germaans toponiem wijzen). Oorspronkelijk site met walgracht met centrale, circulair omgrachte motte omgeven door een tweede ongeveer rechthoekige gracht. Begin 15de eeuw eigendom van Joos Vijdt, opdrachtgever van het beroemde Lam Gods in de Gentse Sint-Baafskathedraal. Een pachtovereenkomst van 1428 vermeldt onder meer dat de eigenaar "de woning op de wal, id est de kamers boven de grote overwelfde ingangspoort van 't goed, dat mede de zetel eener heerlijkheid was", behield. Eind 18de eeuw of begin 19de eeuw door brede dreven verbonden met de steenweg (noorden), Krekelstraat (zuiden) de zogenaamde "Gampelaeredreef" en het "Kasteel van Astene" in de Parijsestraat (oosten) de zogenaamde "Kasteeldreef".
Nu grotendeels omgrachte hoeve (behouden buitenwal) met vernieuwde gebouwen en toegangshek tussen gewitte pijlers. Ten oosten, bakstenen woonhuis van zeven traveeën onder breed zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat), uit eind 19de eeuw. Ten noorden, ruime bakstenen schuur en stallen, vergroot circa 1920. Ten oosten voor het woonhuis, uitgestrekt grasveld op de plaats van de vroegere omgrachte motte, verdwenen midden 19de eeuw.
Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Deinze - Nazareth, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. 1991: Hoeve Goed te Gampelaere [online], https://id.erfgoed.net/teksten/38081 (geraadpleegd op ).