Voorheen zogenaamd "Goed ’s Ridders”, volgens landboek van 1760 een rechthoekige omgrachte hoeve met circulaire omwalde motte ten westen ervan, oorspronkelijk vermoedelijk één geheel vormend. Aan de spoorweg palende grote hoeve met deels aangepast woonhuis ten noorden en oude dwarsschuur ten westen op grotendeels verhard erf. Toegangshek met vierkante pijlers met dekplaat, geflankeerd door schuine steunmuren en ijzeren hek ten zuiden. Woonhuis van zes traveeën onder zadeldak (golfplaten, nok loodrecht op de straat), mogelijk opklimmend tot de 18de eeuw; vernieuwd parement. Links aansluitende bakstenen stallen onder doorlopend zadeldak (pannen).

Ten westen, ruime gewitte dwarsschuur onder laag zadeldak (pannen, nok parallel aan de straat), onder meer met grote poort onder verhoogd dakschild. Binnenin op een stijl van de dorsvloer, tussen latere graffiti, jaartal 1744. Rechts, stallen onder verspringend dak.